Direct naar artikelinhoud
OpinieEconomie

Mag uw werkgever u dwingen om weer aan de slag te gaan?

Pieter Timmermans (Verbond Belgische Ondernemingen) en Sarah De Groof (Acerta).Beeld © Stefaan Temmerman

Een voor- en tegen­stander gaan in duel over een hot issue. Deze week: de economie bereidt zich voor op een exit uit de lockdown. Mogen werkgevers hun personeel dwingen om weer aan de slag te gaan?

Pieter Timmermans (VBO): ‘Als het personeel niet wil terugkeren, kan het bedrijf failliet gaan’

Kunnen we straks weer naar de kapper of een nieuwe outfit halen? Gaat de schrijn­werker opnieuw aan de slag in uw nieuwe keuken? Eén ding is zeker: duizenden zullen worden teruggeroepen uit technische werkloosheid. Pieter Timmermans: “De economie kan niet stilliggen tot het laatste partikeltje virus weg is.”

“Bedrijven betalen de prijs van deze crisis. Daarom is het noodzakelijk om de economie geleidelijk aan weer aan te zwengelen. Als dat niet gebeurt, dan zal ook de overheid de situatie niet meer kunnen houden. Niet op sociaal vlak, niet op het vlak van gezondheid, nergens.

“Maar daarbij mogen we het psychologische aspect van de corona­crisis niet onderschatten. We weten weer dat we als maatschappij niet onschendbaar zijn. Dus is het logisch dat iedereen zichzelf zo goed als mogelijk wil beschermen tegen besmetting met het virus. Ik begrijp de werknemers die angstig zijn om opnieuw aan de slag te gaan na de crisis. Maar de zaken moeten weer draaien.

“Ik neem het woord dwingen niet graag in de mond in deze omstandigheden, dat kan averechts werken. Maar werknemers zijn nodig om productielijnen weer op te starten en winkels te openen. Als zij niet willen terugkeren naar de werkvloer, kan het bedrijf failliet gaan. Tijdelijke werkloosheid dreigt dan om te slaan in structurele werkloosheid. Het positieve aan die tijdelijke werkloosheid is net dat werknemers bij een herstel onmiddellijk weer aan de slag kunnen. Niemand heeft er baat bij om dat te weigeren, zeker niet als dat in perfect veilige omstandigheden kan gebeuren.

“Na vijf weken lockdown zijn we op een punt gekomen dat we gezondheid niet meer tegenover economie mogen plaatsen. Vanaf nu is het gezondheid én economie. We kunnen niet wachten tot er een vaccin is. Dan zijn we midden 2021. De economie kan niet stilliggen tot het laatste partikeltje van het coronavirus weg is.

“Toch hoeven we ons geen illusies te maken: een volledig heropstart is nog niet mogelijk. Om werknemers uit een periode van tijdelijke werkloosheid terug te halen, moeten we de economie geleidelijk heropstarten. Dat is nu van levensbelang voor het overleven van ondernemingen. Bedrijven met drie productielijnen zullen bijvoorbeeld alleen de eerste en derde opnieuw in gebruik nemen. Zo kunnen de veiligheidsvoorschriften en social distancing gerespecteerd worden.

“We kunnen ook niet riskeren dat de besmettingscurve weer klimt, waardoor bedrijven geconfronteerd worden met een groot absen­teïsme door zieke werknemers. De groep van 10, werkgevers, vakbondslui, maar ook werk­nemers zijn zich daarvan bewust. Daarom hebben we een gids met tips opgesteld voor werkgevers en werknemers. Er worden veiligheidsafspraken gemaakt in de sectoren. Ik zie grote inspanningen van werkgevers om de werkvloer zo veilig mogelijk te maken met mondmaskers, handgels en plexiglas. En van het overgrote deel van de werknemers horen we dat ze willen terugkomen. Als iedereen zich aan de veiligheidsmaatregelen houdt, is er geen reden om ongerust te zijn.

“Meer nog: ik denk dat werknemers buiten het bedrijf zelfs meer kans maken op besmetting. In de verplaatsing naar winkels, bij een wandeling of aan de deur bij grootouders zijn anderen soms onvoorzichtig. In een bedrijf met goede rotatie bij het binnen- en buitengaan en met andere beschermingsmaatregelen, is het misschien wel veiliger.”

Sarah De Groof (Acerta): ‘Wie niet met bezorgde werknemers praat, riskeert een grote uitval’

Volgens Sarah De Groof, legal consultant bij Acerta, kunnen werkgevers hun werknemers niet zomaar dwingen om opnieuw aan de slag te gaan. “Wie bang is om terug te keren naar de werkvloer, zal zelf op zoek gaan naar een oplossing”, zegt ze. “Ga in dialoog met je werknemers en luister naar hun bezorgdheden.”

“Werkgevers hebben altijd de plicht om het welzijn van hun arbeidskrachten te verzekeren. Ze zullen hun werknemers dus niet zomaar kunnen dwingen om opnieuw aan de slag te gaan.

“In eerste instantie moeten er sowieso inspanningen geleverd worden om de werkvloer veilig te houden. Werkgevers kunnen handgels, mondmaskers en plastic schermen aan kassa’s voorzien. In winkels kunnen ze slechts een beperkt aantal klanten toelaten. Uiteindelijk is het aan de preventiedienst van het bedrijf om te evalueren en te oordelen of er voldoende voorzorgsmaatregelen worden genomen.

“Bij een onveilige situatie kunnen werkgevers hun werknemers zeker niet verplichten om terug te keren en aan de slag te gaan. Bij het begin van de lockdown zagen we werknemers die zelf de sociale inspectie contacteerden omdat ze hun arbeids­omgeving niet veilig vonden. Er was bijvoorbeeld geen beschermend materiaal aanwezig of de regels rond social distancing konden niet worden gerespecteerd.

“Als de preventiedienst wel positief oordeelt, dan moeten werknemers juridisch gezien wel aan de slag. Wie niet komt opdagen, verbreekt in de striktste zin van de sociale wetgeving zelf zijn arbeidsovereenkomst.

“Toch is het best mogelijk dat niet iedereen zich comfortabel voelt bij het vooruitzicht om terug te keren naar de werkvloer. De coronacrisis laat een grote impact na op onze maatschappij, maar ook op ons persoonlijk welzijn.

“We verwachten dus zeker een aantal vragen van werkgevers wier personeel nog niet terug wil komen. Dan is het belangrijk om met hen de dialoog aan te gaan. Praat met je werknemers, luister naar hun bezorgdheden, zoek naar – eventueel tussentijdse – oplossingen.

“Wie dat niet doet, riskeert immers een grote uitval van het personeel. Dat zagen we ook al bij het begin van de corona-uitbraak, nog voor er sprake was van de lockdown. Zolang de overheid geen beslissing had genomen, konden niet alle ondernemingen hun werknemers thuis zetten op tijdelijke werkloosheid. Velen voelden de bui al hangen en waren bang om besmet te worden. In heel wat bedrijven bleven werknemers thuis met een doktersattest. Het was daarbij niet altijd duidelijk of ze symptomen voelden, dan wel bang waren om besmet te geraken.

“Wie bang is om terug te keren naar de werkvloer, zal zelf op zoek gaan naar een oplossing. Ik zal niet verbaasd zijn als sommige medewerkers van winkels en bedrijven bij de versoepeling van de lockdown een ziektebriefje halen bij de arts. Die worden uiteraard met de beste bedoelingen uitgeschreven, maar controle is nu niet mogelijk aangezien de controleartsen tijdelijk niet ter plaatse gaan.

“Het heeft geen zin om hen tegen de muur te zetten en te verplichten om terug te keren. Ga je die werknemers dan automatisch aan de deur zetten? Dat wil geen enkele werkgever onder de huidige omstandigheden. Vergeet niet dat we uit een situatie van arbeidsmarktkrapte komen. Het is nu vooral belangrijk om goede werknemers gemotiveerd te houden. Samen naar een oplossing zoeken is op lange termijn dan de beste strategie.”