Direct naar artikelinhoud
OpinieFreek Evers

Wat als Sophie Wilmès een speech gaf, geen powerpointpresentatie

Premier Sophie Wilmès.Beeld Photo News

Freek Evers is journalist bij De Morgen en kroop in de huid van de speech-schrijver van premier Wilmès.

Ik was teleurgesteld na de persconferentie op vrijdag 24 april. Ik wist niet goed waarom. Was het door het pijnlijke besef dat corona ons stevig bij de lurven heeft? Of was ik boos om de stuntelige manier van communiceren? Het zal een mix van beide geweest zijn. ’s Nachts ben ik toch maar in mijn pen gekropen. Wat als Sophie Wilmès een speech had gehouden? Wat als ze zich rechtstreeks tot mij en mijn landgenoten had gericht? Hoe zou dat klinken? Zou mij dat helpen?

Ik kroop in de huid van speech-schrijver van Sophie Wilmès. Ik probeerde me voor te stellen hoe ik de boodschap van vrijdag 24 april zou overbrengen aan alle Belgen. En dat in maximaal 10 minuten. Het resultaat lees je hieronder. Benieuwd wat jullie ervan vinden.

Waarde landgenoten,
Beste Belgen,

Bedankt voor jullie geduld. Ik besef dat jullie vol hoop naar dit moment hebben uitgekeken. De boodschap die ik vandaag met jullie deel, is er een die baadt in voorzichtigheid, overgoten met een sprankeltje hoop.

Ik spreek niet graag in oorlogstermen. Maar ze bieden het voordeel van de duidelijkheid. Ik moet jullie niet vertellen dat de strijd tegen COVID-19 nog niet gestreden is. Het virus heeft de regering gedwongen om iedereen huisarrest op te leggen. Die maatregelen hebt u allen voortreffelijk opgevolgd. Waarvoor dank. Het is dankzij jullie collectieve inspanningen dat de Nationale Veiligheidsraad een nieuwe fase kan inluiden in leven met corona.

Hoe zullen we elkaar opnieuw in levende lijve kunnen ontmoeten? Hoe zal onze jeugd weer spelen en leren? Onder welke omstandigheden kunnen onze bedrijven opstarten? Wanneer zullen we onze grootouders een welverdiende knuffel kunnen geven? Zullen we deze zomer nog genieten met vrienden van een drankje op een terras?

Onze vijand, COVID-19, is laf. We horen hem niet. We ruiken hem niet. We zien hem niet. En als we hem al voelen, kan het te laat zijn. Dat maakt de antwoorden op die vragen complex. We moeten de kans op nieuwe besmettingen te allen tijde zo laag mogelijk houden. We moeten de besmettingsfactor, of het reproductiegetal, onder de 1 houden.

De belangrijkste wapens in die strijd tegen het coronavirus kennen we ondertussen: 1,5 meter afstand houden. Onze handen meer dan ooit wassen. Zoveel mogelijk thuiswerken, zeker als we symptomen van COVID-19 vertonen.

We breiden ons arsenaal vanaf 4 mei uit. Wij raden iedereen ten zeerste aan om mondmaskers aan te schaffen. Die zullen een cruciale rol spelen om het leven stap voor stap weer op gang te brengen. Zo zullen mondmaskers die mond én neus bedekken verplicht worden op trein, tram, bus en metro. Ze bieden een extra bescherming tegen de sluipschutter die corona is.

U draagt dat mondmasker niet om zichzelf te beschermen. U draagt het om uw naasten te beschermen. Wanneer u zich in de openbare ruimte begeeft, doet u zichzelf voor alsof u besmet bent met het virus. U wilt niemand anders besmetten. Solidariteit en voorzichtigheid zullen Covid-19 klein krijgen.

Hebt u nog geen mondmasker? Geen paniek. Elke burger zal minstens één exemplaar van de overheid ontvangen. Ook sjaals en bandana’s worden in de publieke ruimte toegestaan. Voorts mogen alle stof- en naaiwinkels vanaf 4 mei de deuren openen. Op die manier kunnen burgers, in samenwerking met bedrijven, een massale voorraad aan mondkapjes aanleggen. De overheid zal ook een grote, duidelijke communicatiecampagne opzetten. Hoe meer mondmaskers, hoe minder corona.

Hadden we — zoals enkele critici opmerkten — vroeger kunnen overgaan tot de introductie van het mondmasker in het openbare leven? Misschien wel. Maar in crises zoals deze is het vooral een kunst om voortschrijdend inzicht ter harte te nemen.

Al wil ik iedereen toch nog eens op het hart drukken. De basis van deze strijd blijft dezelfde: 1,5 meter afstand houden. Onze handen meer dan ooit wassen. Zoveel mogelijk thuiswerken, zeker als we symptomen van COVID-19 vertonen. Er is op dit moment nog geen sprake van leven na corona. Er is leven met corona.

Enkel als we ons strikt aan de voorschriften houden, kunnen bedrijven die geen contact hebben met klanten (ook wel eens business to business bedrijven genoemd) op 4 mei het slot van de deur halen. Op die manier willen we een eerste belangrijke overwinning boeken tegen corona. Er zullen ruw geschat 700.000 mensen opnieuw kunnen gaan werken. Mensen die vandaag allemaal technisch werkloos zijn.

Als dat allemaal goed en wel verloopt, is het tijd voor een volgend ijkpunt in onze agenda: 11 mei. Vanaf dan zullen alle winkels, groot en klein, wat ze ook verkopen, klanten mogen ontvangen. Het spreekt voor zich dat zij strenge veiligheidsvoorschriften zullen naleven die het risico op besmetting zoveel mogelijk beperkt. Sectorfederaties Unizo en Comeos hebben hard gewerkt om slimme en creatieve oplossingen te bedenken.

Ik hoor het u denken: wat met mijn kinderen als ik vanaf 4 of 11 mei moet werken? Opnieuw, — en ik besef dat ik in herhaling val, maar de leerkrachten onder u zullen beamen dat herhaling werkt — wie kan thuiswerken, wordt gevraagd om thuis te werken. Voor zij die dat niet kunnen: scholen zullen in opvang voorzien. Net zoals dat vandaag al gebeurde voor kinderen van ouders die essentiële beroepen uitoefenen.

Wanneer kunnen de kinderen dan wel weer naar school? Dat hangt in grote lijnen af van hun leeftijd.

• Het geduld van kleuters en hun ouders zal nog even op de proef gesteld worden. We bekijken in de loop van mei of en wanneer de klasjes opnieuw open kunnen.

•  In het basisonderwijs opteren we ervoor om vanaf 18 mei drie leerjaren terug toe te laten op scholen: het eerste, het tweede en het zesde leerjaar.

• In het secundair onderwijs ligt op datzelfde moment, 18 mei, de focus op de laatstejaars in alle richtingen. Op die manier willen we de doorstroom naar het hoger onderwijs garanderen.

Voor alle verdere details verwijs ik u door naar de vakministers van onderwijs. Zij hebben in overleg met wetenschappers en de schoolnetten uitgebreide plannen uitgewerkt.

Waarde landgenoten,
Beste Belgen,

Ik besef dat de antwoorden die ik tot nu toe formuleerde hard binnenkomen. Ik besef dat u op dit moment op uw honger blijft zitten. Ik besef dat deze zogenaamde lockdown light helemaal niet licht om dragen is. Ik besef dat ik u een sprankel hoop beloofd had.

Ik wil u graag recht in de ogen kijken en meedelen: ik ben u niet vergeten.

U, die zich elke dag een stukje eenzamer voelt. U, die met de dag kwader wordt omdat uw vrijheid al veel te lang werd ingeperkt. U, die de moedeloosheid voelt toenemen. U, die soms niet meer weet wat u met uw kinderen moet aanvangen. U, die met tranen in de ogen naar uw ouders of grootouders achter glas zwaait. U, die in deze tijden misschien te maken krijgt met huishoudelijk geweld. U, die het in deze zware crisis misschien allemaal niet meer ziet zitten.

Ik wil u graag recht in de ogen kijken en meedelen: ik ben u niet vergeten.

Het is niet de economie, niet ons werk, noch wat we kopen dat ons mens maakt. Het is wie we ontmoeten, met wie we lachen, met wie we verdriet delen dat ons mens doet voelen. Dat beseffen we binnen de Nationale Veiligheidsraad maar al te goed. De keuzes die we maken zijn hartverscheurend.

Uit het lek eerder deze week, waarin vermeld werd dat we in de nabije toekomst in het weekend met tien vaste vrienden zouden kunnen afspreken, blijkt dat adviseurs, wetenschappers en politici constant alle pistes overwegen. Uiteindelijk heeft die maatregel het niet gehaald. Niet om jullie te treiteren. Niet om jullie voor de gek te houden. Wel om jullie te beschermen. Volgens verschillende experts hield een dergelijke versoepeling te veel risico’s in. We willen te allen tijde een nieuwe corona-golf vermijden.

Waar mogelijk, willen we alle Belgen toch zoveel mogelijk perspectief en menselijkheid bieden. Ik besef dat het hier om strohalmen gaat. Maar onthoud: het zijn de kleine daden die ons uiteindelijk in staat zullen stellen een grote daad te verrichten: COVID-19 verslaan.

• Vanaf 4 mei zal u niet meer met één, maar met twee personen kunnen sporten. Indien u sport met mensen die onder hetzelfde dak leven, kunnen dat er dus meer zijn. Sporten waar infrastructuur voor nodig is, blijven verboden. Op 18 mei bekijken we of sportieve activiteiten buiten kunnen worden uitgebreid naar meer dan twee personen.

• Op dit moment kunnen we u nog niet beloven wanneer u terug een bezoek zal mogen brengen aan vrienden of familie. We onderzoeken of dat vanaf 18 mei wel kan. Al benadrukken we nu al: dat zal sowieso in beperkte kring zijn (maximaal twee bezoekers) en zal waarschijnlijk in de buitenlucht moeten plaatsvinden.

• Heel wat mensen kijken voorzichtig uit naar hun vakantie. We bekijken op 18 mei of binnenlandse uitstappen te verantwoorden zijn. Wie nog steeds hoopt naar het buitenland te reizen, moet nog geduld hebben. Die beslissing kunnen we ten vroegste op 8 juni nemen.

• Op 18 mei zullen we bekijken of musea opnieuw bezoekers kunnen ontvangen.

• Ook over zomerstages, kampen van jeugdbewegingen, toeristische attracties en kleine evenementen kunnen we op dit moment nog geen uitsluitsel geven. Dat zullen we op 8 juni wel proberen te doen.

• Op dat moment zullen we hopelijk ook beter kunnen inschatten wanneer en op welke manier cafés en restaurants opnieuw de deuren kunnen openen en — wie weet — de terrassen toch nog kunnen uithalen.

• Massa-evenementen blijven sowieso onmogelijk tot en met 31 augustus.

Ik begrijp dat de opgesomde toekomstplannen niet de verlossing zijn waar velen op hadden gehoopt. Het COVID-19-virus verplicht ons om tegen onze natuur in te gaan. Bij een grote crisis willen we ervoor elkaar zijn. Elkaar moed inspreken. Elkaar vastpakken. Elkaar verzorgen. Nu moeten we in eerste instantie afstand blijven bewaren. Uit liefde voor elkaar.

Weet dat de Belgische regering er samen met de regio’s ondertussen alles aan doet om de onzichtbare vijand zichtbaar te maken. Dat zullen we doen door de corona-testen op te drijven. Tot 45.000 per dag. Zodra iemand besmet is, zal die veertien dagen in quarantaine moeten.

Daarnaast zullen we in België ongeveer 2.000 coronaspeurders inzetten. Zij zijn er niet om u te controleren, maar om COVID-19 op te sporen. Zodra iemand besmet is met COVID-19, is het belangrijk om te weten met wie die persoon in contact is geweest om snel en efficiënt een stolp over de besmettingshaard te zetten. Die mensen zullen werken met een strikt beroepsgeheim. Privacy is een mensenrecht dat wij hoog in het vaandel dragen, net als het recht op vrijheid en vereniging.

Waarde landgenoten,

Beste Belgen,

COVID-19 heeft ons land in de hoek gedrukt. Onze bewegingsvrijheid is tot het minimum beperkt. En dat doet fysiek, mentaal en economisch pijn. Die druk neemt op alle fronten toe.

We zullen ons niet laten kennen. Ik beloof u het leven zo draaglijk mogelijk te maken. Maar het is belangrijk om op te merken dat geen van de maatregelen die ik eerder aanhaalde, gebeiteld zijn in steen. Het virus laat zich niet makkelijk vangen en duikt op onverwachte plekken op. We zullen flexibel moeten blijven. We moeten constant klaar zijn om het roer weer om te gooien.

Wij Belgen, staan al sinds de Romeinse tijd bekend als de aller dappersten. Nu zullen we de geschiedenisboeken halen als het meest voorzichtige, geduldige en doordachte volk in Europa.

Moedig, maar voorzichtig voorwaarts