camera closecorrect down eyefacebook Het Nieuwsblad nextprevquote share twitter video

Voor de paasvakantie waren er amper leerlingen in de schoolopvang, maar dat verandert.  FRED DEBROCK

Noodopvang groeit fors aan, katholiek onderwijs wil meer kwetsbare leerlingen op school

Ook kinderen met leerproblemen welkom in opvang

Naast de zes leerjaren in de basis- en middelbare scholen die van de Nationale Veiligheidsraad het fiat kregen om naar school te gaan vanaf 15 mei, zal ook de groep in de noodopvang fors aanzwellen. Alle ouders die buitenshuis werken en geen opvang hebben voor hun kinderen kunnen er terecht. Bovendien roept het katholieke onderwijs op om veel meer kwetsbare kinderen uit hun 'kot’ te halen. “Oók kinderen met leerproblemen”, zegt topman Lieven Boeve.

Het is nu definitief: de meeste kinderen zullen na 15 mei nog steeds van thuis uit onderwijs moeten volgen. Toch zal de groep leerlingen die uiteindelijk naar school gaat een stuk groter zijn, want de noodopvang staat voortaan ook open voor kinderen van ouders die niet kunnen telewerken en geen veilig opvangalternatief hebben.

Volgens de oorspronkelijke richtlijnen waren enkel kinderen van ouders met een cruciaal beroep en kwetsbare kinderen welkom. Minister Ben Weyts (N-VA) en het onderwijs waren al met het opengaan van de tuincentra en doe-het-zelfzaken overeengekomen dat scholen flexibeler zouden omspringen met vragen van kinderen die niet tot die groepen behoren. Als in mei veel meer ouders buitenshuis gaan werken, zullen ook hun kinderen welkom zijn.

“Dat zal organisatorisch een uitdaging zijn voor scholen”, geeft de woordvoerder van Weyts toe. Te meer omdat die leerlingen strikt gescheiden moeten worden van de kinderen die weer les krijgen op school, wanneer ouders hun kinderen aan de schoolpoort afzetten bijvoorbeeld of tijdens speeltijden. “Het behouden van de contactbubbels blijft cruciaal”, klinkt het.

Nu al dubbel zoveel kinderen in opvang

In de cijfers is trouwens nu al te zien dat meer kinderen naar de schoolopvang gaan. Een steekproef van het departement onderwijs leert dat afgelopen donderdag 3 procent van de leerlingen aanwezig was tegenover 1,5 procent in de week voor de paasvakantie. In het secundair gaat het nog steeds om een minimale 0,1 procent.

Dat heeft ook te maken met het feit dat scholen actiever op zoek gaan naar kwetsbare kinderen om hen op school te begeleiden. Het katholiek onderwijs wil ook die groep ruimer interpreteren. “Voor ons gaat het niet alleen over kinderen in kansarmoede”, zegt Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs. “We denken ook aan kinderen met grote leerproblemen als dyslexie of kinderen die het moeilijk hebben met de afwezigheid van een duidelijke schoolstructuur. We willen vermijden dat die kinderen een onherstelbare leerachterstand oplopen nu alles via afstandsonderwijs gebeurt. We gaan onze scholen adviseren en begeleiden om hen op een veilige manier op te vangen.”

Vraag is over hoeveel extra kinderen het dan zal gaan. “Het zal niet de grote volksverhuis meebrengen, maar je doet wel iets wezenlijks voor die kinderen”, zegt Boeve. “Eén van de ambities van heel het onderwijs is om ervoor te zorgen dat dit voor niemand een verloren schooljaar wordt. Dat betekent dat we voor een aantal kinderen een versnelling hoger moeten schakelen.”