Opening doe-het-zelfzaken en tuincentra is discriminerend, oordeelt auditeur Raad van State

Grote doe-het-zelfzaken - die tuingereedschap verkopen - mochten wel open, speciaalzaken niet. © Jan Van der Perre

Het ministerieel besluit met de coronamaatregelen is discriminerend, stelt de auditeur van de Raad van State. Maar de doe-het-zelfzaken en tuincentra moeten niet opnieuw dicht. De kans is groot dat de Raad zelf morgen dat advies volgt.

Matthias Verbergt

Vorige week stapten tuinmachinefabrikant Stihl en Fedagrim, de sectorfederatie van de tuinbouw, naar de Raad van State voor een spoedprocedure bij ‘uiterst dringende noodzakelijkheid’. Ze klaagden aan dat grote algemene doe-het-zelfzaken op 18 april de deuren al mochten openen, en speciaalzaken die tuingereedschap verkopen niet.

Die grote ketens bieden immers ook tuinbouwmateriaal aan. ‘Wij moeten lijdzaam toezien hoe grote ketens ons marktaandeel inpikken’, zei Fedagrim. ‘Onze producten worden amper online gekocht, door hun prijs en grootte.’ Joeri Welslau, ceo van Stihl Benelux, sprak over ‘oneerlijke concurrentie’.

Ongelijke behandeling

De 880 Belgische speciaalzaken die tuingereedschap verkopen en hun leveranciers halen normaal gezien de helft van hun jaaromzet in de maanden maart, april en mei. Volgens Stihl en Fedagrim schendt de overheid het gelijkheidsbeginsel, omdat het onderscheid niet verantwoord zou zijn. ‘Wij kunnen perfect de geldende veiligheidsmaatregelen garanderen’, zei Fedagrim.

Fedagrim en Stihl vroegen daarom de schorsing van de bepaling uit het ministerieel besluit dat een uitzondering maakt voor doe-het-zelfzaken en tuincentra. In zijn advies volgt het auditoraat van de Raad van State hun redenering, meldt Fedagrim.

De klacht wordt ontvankelijk en gegrond geacht. De auditeur stelt inderdaad een ongelijke behandeling vast die niet afdoende wordt gemotiveerd. Het verslag veroordeelt de Belgische overheid tot de gerechtskosten.

Verwarring, chaos en vermindering van het draagvlak

Maar het verslag beveelt de Raad niet aan de bepalingen uit het ministerieel besluit nietig te verklaren. De Raad van State kan immers beslissen om een gegrond verzoek tot schorsing van een besluit toch niet in te willigen, indien de nadelen niet opwegen tegen de voordelen.

De auditeur spreekt onder meer over het risico op verwarring, chaos en vermindering van het draagvlak van de coronamaatregelen, indien het ministerieel besluit geschorst zou worden.

Ook stelt de auditeur dat het ministerieel besluit slechts geldt tot drie mei, en dat daarom de schorsing te weinig voordelen zou bieden aan de speciaalzaken. Stihl reageert teleurgesteld. ‘Het is zeer pijnlijk om gelijk te hebben, maar toch geen gelijk te krijgen.’

Advies wordt meestal gevolgd

Het auditoraatsverslag is geen uitspraak van de Raad van State, maar een intern juridisch advies aan de rechters. Maar in de overgrote meerderheid van de gevallen wordt de auditeur gevolgd door de Raad zelf. De uitspraak over het kort geding wordt in de loop van morgen verwacht.

De regering gaf zelf al toe dat de uitzondering voor doe-het-zelfzaken en tuincentra niet elegant was. De maatregel kwam er om de burger werk om handen te geven in huis en in de tuin, en als test voor het gedrag van de burger bij winkelopeningen.

Juristen plaatsten al eerder grote vraagtekens bij het onderscheid. Net om juridische aanvechtbaarheid te vermijden, besloot de regering tegen het expertenadvies in om op 11 mei meteen alle winkels te zullen openen, zonder onderscheid.