Direct naar artikelinhoud
InterviewErika Vlieghe

Infectioloog Erika Vlieghe: ‘Testen en tracen is veel belangrijker dan mondmaskers’

infectioloog Erika VliegheBeeld Wouter Van Vooren

Sinds de bekendmaking van de exitstrategie op vrijdag, doken al enkele obstakels op. Een mondmasker voor elke burger is daarbij nog de minste zorg, blijkt uit een gesprek met infectioloog Erika Vlieghe (48), voorzitter van de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES).

Het is ons veelvuldig duidelijk gemaakt dat de datums van versoepeling onder voorbehoud zijn. Welke parameters zullen doorslaggevend zijn? Marc Van Ranst zei bij VTM dat de barometer onder de 100 ziekenhuisopnames per dag moet liggen?

“We moeten nog verfijnen of dat cijfer 100, 150 of 70 moet zijn, maar de trend is sowieso belangrijker dan het absolute aantal. In ons advies stellen we een aantal basiscriteria voor, gebaseerd op de zes criteria van de WHO. Ten eerste moet je een dalende trend van het aantal hospitalisaties hebben, minimaal over de laatste zeven dagen. Anders riskeer je weer opflakkeringen. Het probleem is dat dat een ‘late’ parameter is, want als mensen in het ziekenhuis belanden, zijn ze al een tijdje ziek.

“Daarnaast moet je de epidemie ook op andere plekken, zoals woon-zorgcentra, voldoende onder controle hebben. Een derde richtlijn van de WHO is een surveillantiesysteem met testing en contact tracing voor je begint te versoepelen. Op die manier kunnen we ook ‘vroege’ parameters hanteren. We zullen, nu testen geleidelijk aan meer beschikbaar worden, ook huisartsen meer moeten betrekken bij het testen.” 

Dus toch weer naar de huisarts als we vrezen dat we besmet zijn?

“Als je nu ziek bent, of je hebt klachten, dan moet je de huisarts bellen. Die beslist vervolgens of je naar het triagecentrum moet, en daar hoor je of je naar het ziekenhuis moet. Nu stelt de huisarts dus een waarschijnlijke, vermoedelijke diagnose, terwijl een test dat toch preciezer maakt.

“Dat kan alleen maar als die huisarts voldoende testmateriaal heeft en dat moeten we nu regelen met de huisartsorganisaties. Dus we gaan naar een combinatie van vroege en late criteria, die allebei een waarde hebben. Uw ziekenhuis kan nog vol liggen, maar zolang er geen nieuwe patiënten bij komen, kan je toch verder gaan met je exit-strategie. Als het ziekenhuis relatief leeg is, maar er toch nieuwe patiënten binnen komen, moet je terugschakelen. Tegen het einde van de week weten we weer iets meer over de evolutie van de epidemie, maar ook hoe ver we staan met al die randvoorwaarden. Het is dus een cruciale week.”

Als de versoepeling op 4 mei doorgaat als voorzien, wanneer zien we dan de effecten daarvan?

“Eventuele operationele problemen met de uitrol, zoals bijeengepakte massa’s in het openbaar vervoer, kunnen onmiddellijke bijsturing vragen. Maar de effecten in de gezondheidszorg zullen zich over twee, of drie weken uitstrekken. Dat effect ga je niet onmiddellijk zien, daarom moet het gradueel, stap voor stap gebeuren en onder voorwaarden. We moeten telkens goed meten waar staan we met de epidemie.”

Erika VliegheBeeld Wouter Van Vooren

Gaan we dat wel goed kunnen meten als de effecten van de versoepeling op 4 mei pas vanaf 18 mei zichtbaar zijn?

“Dat was voor de GEES een motivatie om te adviseren de winkels pas later dan 11 mei te heropenen. Er moet daar bovendien heel wat organisatorisch voor geregeld worden. Hoe ga je winkels voorbereiden? Hoe ga je aan crowd control doen? Dat doe je ook niet in een vingerknip. We kunnen het ons niet permitteren dat de winkelstraten zwart zien van het volk.”

Vlaanderen moet nog 1.200 contact tracers vinden. Moeten we die maandag al hebben?  

“Bij voorkeur wel, maar je moet realistisch zijn. Ik zou zeggen: zo snel als mogelijk, want dat systeem zal ook nog wat moeten proefdraaien. In ons allereerste verslag van 14 april hebben we die aanwerving als een prioriteit aangegeven. Onze noodkreet was vooral: kan er een beslissing komen? Verschillende beleidsniveau’s geraakten het niet eens.  

“Ook een contact tracing-app is nog niet van de baan. Die app is lange tijd voorgesteld als het ultieme instrument, maar we wisten dat menselijke contact tracing altijd nodig zou zijn. Een app is vooral een flinke opschaling. Maar ook daarin moet nog een beslissing komen: welk type, welke privacy,...” 

Vrijdag is ook gezegd dat elke burger een mondmasker zal krijgen, intussen is al duidelijk dat dit niet lukt tegen 4 mei. Kan dit fase 1 van de versoepeling vertragen?

“Dat lijkt me minder een probleem. Zo’n masker is het laagje vernis bovenop andere prioriteiten: het aantal contacten verminderen en die contacten op veilige afstand houden. Enkel wanneer die veilige afstand niet kan, biedt zo’n mondmasker bijkomende bescherming. Een stoffen masker kan je bovendien zelf maken, een bandana of sjaal helpt ook al wat, en veel bedrijven zullen zelf maskers voorzien voor hun werknemers. Het testen en tracen is belangrijker en vraagt veel meer organisatie en structuur over het hele land.”

België is zwaar getroffen in vergelijking met heel wat andere landen. Baart u zich als infectioloog zorgen over een versoepeling? 

“Natuurlijk zijn we ongerust over die versoepelingen. Daarom houden we ze zo lang mogelijk tegen en zijn we er zo streng op dat alles in orde moet zijn. Het allerbelangrijkste is om zo veel mogelijk gevallen te detecteren en zo goed en fijnmazig mogelijk de evolutie van de epidemie op te volgen.”