COLUMN: Bonnen en bonnekes

Rudi Lavreysen schrijft een column over het dagelijkse leven in Lommel.

Rudi Lavreysen

“Eten we binnen of buiten?” vraagt onze jongste. De lentezon is vrij aangenaam. Onze oudste, die thuis aan het werk is, heeft evenwel geen tijd en wil snel binnen eten. Mijn vrouw vindt het nog wat fris om buiten te eten. Wat een getwijfel. Binnen of buiten? Te warm of te koud? “Vroeger aten we altijd binnen”, zeg ik. De mannen fronsen hun voorhoofd als een gerimpelde mopshond. “Daar is hij weer, met zijn vroeger.” Ik zie het ze denken.

“Nee, het is zo”, vervolg ik. “Wel waren we buiten in de weer met de verse groenten uit de tuin. Bonnen pullen bijvoorbeeld.” Ze kijken me aan alsof ik vroeger in het buitenland woonde. Ze begrijpen het dialect wellicht niet meer. “Bon-nen pul-len”, articuleer ik. Alsof het een verschil maakt. “Verse bonen uit de tuin… euh… pullen. Uit hun dinges halen. Het zijn peulvruchten, maar pullen is dialect en komt van pulken, de vruchten uit hun omhulsel halen.” Ik kan het ze natuurlijk niet kwalijk nemen. Als zij een boon zien, ligt die al in de soep. “Opa teelde die vroeger in zijn tuin. Aan bonenstaken.” Dat woord komt hen bekend voor, maar wellicht omdat Markske van de Kampioenen soms een gespierde bonenstaak genoemd wordt door Carmen.

“Maar het zijn dus geen bonnekes?” vraagt onze jongste. Zijn lievelingsgroenten. Het verheugt me een dialectwoord uit hun mond te horen. “Nee”, antwoord ik. “Dat zijn boontjes. Prinsessenbonen of sperziebonen. Maar het is inderdaad gek. De bonnen zijn kleiner dan de bonnekes.” Zelf was ik verzot op boterboontjes. De laatste keer dat ik die op de markt zag, viel ik bijna in de patatten van de groenteboer. Van het verschieten. Verschrikkelijk duur. Onze pa zou ook in de patatten gevallen zijn van die prijs.

Maar nog even over dat twijfelen. Het is toch vooral de lente en de zomer die twijfelseizoenen zijn. In de herfst of winter twijfel je niet om binnen of buiten te eten. Ook kwestie van kledij is er dan geen probleem. Je hebt altijd een jas nodig. In de lente of zomer is er dat getwijfel: zal ik een vest meenemen of niet? Zal ik mijn zonnebril opzetten? Zal ik een korte of een lange broek aandoen? Een geklede korte broek of een sportbroek? Maar als ik die aantrek, waar laat ik dan mijn sleutels, mijn portemonnee en mijn gsm? Die trouwens alsmaar groter worden. Straks hebben de mannen ook een handtas nodig.

Ik wil maar zeggen, vroeger was er al dat getwijfel niet. Of wel?

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer