Vanaf half mei gaan de scholen gedeeltelijk weer open. Bepaalde groepen krijgen dan les. De scholen moeten intussen ook de kinderen van wie de ouders terug aan het werk zijn opvangen. Omdat scholen die opvang niet altijd kunnen organiseren, kijken ze naar de gemeenten.

Tijdens de paasvakantie zorgden heel wat steden en gemeenten al voor opvang. Dat lukte, maar vanaf midden mei verandert de situatie drastisch en zal veel meer infrastructuur en personeel voor opvang nodig zijn, omdat tal van ouders weer aan het werk gaan en niet meer kunnen instaan voor de opvang thuis. “Als bijvoorbeeld kinderbegeleiders uit de buitenschoolse kinderopvang ook plots dagopvang tijdens schooluren moeten doen, vraagt dit veel extra middelen. Ze werken normaal 4 uur per dag, dat stijgt plots naar 11 uur per dag. Nog los van de vraag of de kinderbegeleiders dit zelf zien zitten, is dit een aanzienlijke extra kost voor de gemeenten”, zegt VVSG-voorzitter Wim Dries

De VVSG vraagt ook dat de Vlaamse overheid de lokale besturen vergoedt voor deze opvang. “Eerder bleek al dat de coronacrisis een enorme impact dreigt te hebben op de lokale financiën. Onderwijs is en blijft een verantwoordelijkheid van Vlaanderen. Normaal zitten kinderen overdag op school. We willen hen nu opvangen, maar we vragen dat de Vlaamse overheid dringend overleg pleegt met ons en de steden en gemeenten financieel tegemoet komt” zegt Dries.

Steden en gemeenten dringen ook aan op werkbare normen. De regels die onderwijs opnam in het draaiboek (14 leerlingen per klas, 4m² per kind, social distance ook tussen kinderen,...) zijn “totaal niet haalbaar in de opvang”, klinkt het. Volgens de VVSG is de infrastructuur er ook niet om in dergelijke kleine groepen te werken, noch het personeel.