Direct naar artikelinhoud
GeschiedenisWOII

75 jaar geleden: de doodsstrijd van nazi-Duitsland die de wereld voorgoed veranderde

In de nacht van 8 op 9 mei 1945 de overgave getekend door generaal Hans-Jürgen Stumpff (links), veldmaarschalk Wilhelm Keitel (midden), en admiraal Hans Georg von Friedeburg (rechts).Beeld AFP

Het is deze week 75 jaar geleden dat Adolf Hitler zich in zijn Führerbunker van het leven beroofde en nazi-Duitsland definitief begon te verkruimelen. In ‘Zwanenzang 1945' brengt schrijver Walter Kempowski de laatste dagen van het Derde Rijk tot leven. Brieven, dagboeken en memoires zorgen voor een aangrijpend beeld.

De laatste dagen van het Derde Rijk zijn een dodendans en een apocalyps ineen. Op 20 april 1945 viert Adolf Hitler zijn laatste verjaardag. In zijn bunker in Berlijn, het laatste toevluchtsoord in nazi-Duitsland dat verkruimelt onder het oorlogsgeweld. Op het moment dat daar in grafstemming de glazen worden geheven, zien bevrijders het onbeschrijfelijke leed in de vernietigingskampen. Op 25 april geven Amerikaanse en Russische soldaten elkaar aan de Elbe de hand, en worden in New York de Verenigde Naties opgericht. Weer vijf dagen later pleegt Adolf Hitler zelfmoord en op 8 mei geeft nazi-Duitsland zich definitief gewonnen. Europa viert na slopende oorlogsjaren de vrede.

‘Zwanenzang 1945’ – in vertaling uitgebracht door uitgeverij Thomas Rap – is een collectief dagboek. Walter Kempowski put uit brieven, dagboeken, memoires en verslagen en kijkt daarmee door de ogen van hoofdrolspelers tot slachtoffers naar de turbulente, laatste oorlogsdagen. Deze aangrijpende vorm van reconstructie gebruikt de in 2007 overleden Duitse schrijver ook in de voorgaande negen delen van zijn serie ‘Echolood’, waarvan ‘Zwanenzang 1945' het slotstuk is. Hij legde daarvoor vanaf de jaren 80 een enorm archief aan van 3,5 miljoen ‘kleine, niet gepubliceerde autobiografieën’. Slachtoffers en daders, kopstukken en ‘kleine mensen’, geven daarin een beeld van de ondergang, de politieke verblindheid, doodsangst en hoop in de laatste weken van het Derde Rijk.

Vrouwen in Bergen-Belsen begraven slachtoffers die het concentratiekamp niet overleefd hebben.Beeld AFP

Vrijdag 20 april 1945

‘Eigenlijk werd Hitlers verjaardag niet meer gevierd,’ schrijft Albert Speer, zijn minister van Bewapening. ‘Hij moet het gevoel hebben gehad dat hij, anders dan door zijn medelijden, niet meer overtuigend was. Niemand wist goed wat hij moest zeggen.’ Volgens kamerdienaar Heinz Linge wil hij niet worden gefeliciteerd, omdat ‘er volgens hem niets was waarmee hij gelukgewenst kon worden’. Zijn conclusie sluit aan bij de beelden van Hitlers ontmoeting met een afvaardiging van de Hitlerjugend bij de bunker van de rijkskanselarij. Een ziekelijk man staat hen schuchter te woord en probeert te verdoezelen dat zijn linkerarm schokt.

De Deense journalist Jacob Kronika schrijft vanuit Berlijn dat ‘dit volgens de Berlijners de laatste verjaardag van Hitler is’. ‘Jarenlang hebben ze Heil! geroepen. Nu haten ze hem, ze zijn bang voor hem, door hem hebben ze dood en ellende te verduren. Maar ze hebben de kracht en de moed niet zich aan zijn demonische macht te ontworstelen. Wanhopig en passief wachten ze op het laatste bedrijf van dit oorlogsdrama.'

Ruim 300 kilometer westwaarts, in het net bevrijde vernietigingskamp Bergen-Belsen, schiet de Britse luitenant Michael Gow, in een kramp. ‘We zagen ziekenwagens af en aan rijden en we zagen niet waarom de brancards op de dekens na leeg waren, tot we ontdekten dat het volstrekt onmogelijk was onderscheid te maken tussen een brancard met alleen dekens of een met een lichaam erop. Zo uitgemergeld waren de gevangenen,’ schrijft Gow in zijn dagboek. ‘Bergen-Belsen was het verschrikkelijkste wat ik ooit heb gezien en ooit zal zien.’

Ontmoeting van westelijke en oostelijke geallieerden op de brug over de Elbe bij Torgau.Beeld AP

Woensdag 25 april 1945

Langs de Elbe, bij Torgau (tussen Berlijn en Dresden) ontmoeten het westelijke en oostelijke front van de geallieerden elkaar. De Amerikaanse luitenant Albert L. Kotzebue schrijft daarover: ‘Door mijn veldkijker kon ik mannen in bruine veldjasjes onderscheiden. Ik wist meteen dat het Russen moesten zijn, want iemand had me verteld dat de Russen hun onderscheidingen ook te velde droegen.’

‘We waren allemaal erg opgewonden,’ noteert de Russische officier Aleksander Gordejev. ‘Op een stuk zeil dat we op het gras hadden uitgespreid, werden Russische wodka en een eenvoudig hapje opgediend. Daarna brachten de Amerikanen en onze soldaten een toost uit. Opdat er nooit meer oorlog zou zijn.’

Auteur Walter Kempowski kijkt door de ogen van hoofdrolspelers en slachtoffers naar het einde van de oorlog.Beeld EPA

Persfotograaf Allan Jackson is erbij. Hij maakt foto's van de ontmoeting aan de Elbe, laat de Amerikanen en Russen handen schudden op de opgeblazen brug bij Torgau. ‘Twee dagen later prijkte mijn foto op de voorpagina's van de grootste kranten. Na verloop van tijd werd mijn foto beschouwd als de op een na beste foto uit de Tweede Wereldoorlog. Alleen Joe Rosenthals foto van het planten van de vlag op Iwo Jima is nog bekender,’ noteert Jackson in zijn memoires. Rosenthal maakte de foto bij de verovering van het Japanse eiland Iwo Jima door Amerikaanse mariniers.

Intussen verpulvert Berlijn onder zware bombardementen. De burgerbevolking, in kelders, is de wanhoop nabij. ‘Kunnen we het riskeren nu al de witte vlag uit te hangen?’ vraagt Hertha von Gebhardt zich af. Een arts ziet een angstaanjagend tafereel. ‘In Berlijn zijn soldaten opgehangen, ze hebben een bord om hun nek: ‘Ik was te laf om mijn vrouw en kinderen te verdedigen.’ De hysterie die uit zulke teksten spreekt!’

In de Führerbunker spreekt Hitler van de ‘beslissende slag’. ‘Als ik deze slag win, dan ben ik gerehabiliteerd,’ staat te lezen in het verslag van zijn stafbespreking. Maar de Führer weet de uitkomst al. Zijn secretaresse Traudl Junge hoort hem zeggen: ‘Ik wil de vijand levend noch dood in handen vallen. Als ik dood ben, moet mijn lijk worden verbrand en voor eeuwig onvindbaar blijven'. We hadden het over hoe je effectief en veilig kon sterven, vervolgt Junge. Zij haalt opnieuw Hitler aan: ‘Het beste is je in je mond te schieten. Dan ontploft je schedel, je merkt er helemaal niets van. De dood treedt meteen in.’

Een soldaat van het Rode Leger plant in 1945 de vlag van de Sovjetunie op het dak van de Duitse Rijksdag.Beeld ANP

Maandag 30 april

Het einde. ‘Het liep tegen acht uur, de Rijksdag brandde. Ik ben met Russische soldaten op het dak geklommen en heb een van hen de vlag in handen gedrukt,’ schrijft de Russische oorlogsfotograaf Jevgeni Chaldej. De Russen planten de vlag in het hart van Berlijn.

De overwinnaars vergrijpen zich aan Duitse burgers. ‘Het geschreeuw op straat en in de huizen is niet te beschrijven,’ aldus scholiere Jutta uit Verchen aan de Kummerower See. 'Mijn vader had me op de hooizolder verstopt, maar haalde me even later weer naar beneden, omdat hij het ook daar te gevaarlijk vond. En hij had gelijk: tien minuten later klommen de Russen naar boven en staken op zoek naar vrouwen met hun bajonetten in het hooi. Veel soldaten waren dronken. Ik heb doodsangsten uitgestaan en zelf ook heel erge dingen meegemaakt waar mijn ouders me niet tegen konden beschermen.’

‘Plotseling klinkt een schot, zo hard, zo dichtbij, dat we allemaal stilvallen,’ aldus Traudl Junge in de Führerbunker in Berlijn. ‘De knal plant zich door alle kamers voort. ‘Zo, dat was een voltreffer,’ roept Helmut en hij beseft niet hoezeer hij gelijk heeft. Nu is de Führer dood.’ Opperwachtmeester Hermann Karnau ziet wat er met het lijk gebeurt. 'Ik zag opeens iemand een in benzine gedrenkte lap gooien. Voor me lag Adolf Hitler op zijn rug en Eva Braun op haar buik. Hij brandt.'

Generaal-veldmaarschalk Wilhelm Keitel tekent voor de Duitse capitulatie.Beeld AFP

Dinsdag 8 mei / woensdag 9 mei 1945

Het laatste woord is aan generaal-veldmaarschalk Wilhelm Keitel. Op 8 mei bekrachtigt hij in Berlijn de Duitse overgave. ‘De ceremonie begon met een paar inleidende woorden, waarna Zjoekov (de Russische generaal, red.) me vroeg of ik de capitulatieovereenkomst had gelezen. Ik antwoordde: ‘Ja!’ De tweede vraag luidde of ik bereid was de erkenning ervan met mijn handtekening te bekrachtigen: ‘Ja!’ Onmiddellijk daarna begon de tekenceremonie en nadat ik als eerste had getekend volgde de rest. Na afloop verliet ik door de deur vlak achter me met mijn gevolg de zaal.’

Veel zakelijker had het einde van een gruwelijke oorlog niet kunnen worden beschreven.