Direct naar artikelinhoud
Exitstrategie4 mei

België is klaar voor fase 1 van de exitstrategie, maar niet voor fase 2

Viroloog Erika Vlieghe: ‘De stap die we maandag zetten, is al groot genoeg. Misschien duikt er dan wel een operationeel probleem op waardoor we alles moeten veranderen?’Beeld Wouter Van Vooren

De Belgische coronacijfers evolueren in de goede richting. Zijn we dan klaar voor de exitstrategie die maandag start? Voor de eerste stap wel, voor de tweede al minder. ‘Het wordt sowieso trial-and-error’, zegt viroloog Erika Vlieghe.

Het crisiscentrum bracht de afgelopen dagen goed nieuws, alle omstandigheden in acht genomen. Het aantal nieuwe hospitalisaties blijft structureel onder de 200. Een noodzakelijke trend, want dat cijfer is de belangrijkste graadmeter voor de epidemie. De ontwikkeling van de voorbije week zet zich dus voort, wat België op koers houdt voor nu maandag. Dan gaat de eerste fase van de exitstrategie in, een symbolisch moment. Vanaf dan draait het openbaar vervoer opnieuw op quasi volledige capaciteit en mogen de bedrijven weer open.

Het wordt een eerste stap in de richting van het nieuwe normaal, maar zijn we daar klaar voor? Voor fase 1 wel, vindt de GEES, de expertengroep die de regering adviseert. De nodige randvoorwaarden zijn op dit moment voldaan: het aantal hospitalisaties blijft dalen en de capaciteit op intensieve zorgen is onder controle. Daarnaast moest het reproductiegetal, dat de huidige besmettingsgraad aanduidt, onder één blijven. Dat betekent dat een coronapatiënt gemiddeld maximum één iemand anders besmet. Momenteel zweeft dat bij ons rond de 0,8. 

Ook de capaciteit voor de veelbesproken contact tracing moest flink omhoog. “Daar is de voorbije twee weken hard aan gewerkt", zegt viroloog Erika Vlieghe, voorzitter van de GEES. “Al zijn we er nog niet. Maar de bevoegde ministers maken zich sterk dat het in orde komt.” 

Containerparken

En zo steekt ons land maandag voorzichtig een teen in het water. Over de bedrijven die dan weer opengaan, maken experts zich weinig zorgen. Standaardmaatregelen als social distancing of mondmaskers lijken er vrij eenvoudig te hanteren. Het openbaar vervoer is mogelijk een ander paar mouwen. De Lijn vreest het heilige principe van de social distancing niet te kunnen handhaven. 

Mede daardoor zijn mondmaskers verplicht voor alle passagiers op trein, tram en (bel)bus. Maar volstaat dat? “Ik hou mijn hart vast voor het openbaar vervoer, zeker in de grote steden”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven). “De Lijn plant tramwerken in Antwerpen. Ter vervanging voorzien ze pendelbussen. Wat als er twee trams tegelijk toekomen en de pendelbus vertraging heeft? Dan is dat al bijna een massa-evenement.”

Het containerpark van Wommelgem ging een paar weken geleden al weer open. Toen was het aanschuiven. Krijgen we straks een grote drukte als de winkels in fase twee opengaan?Beeld Benoit De Freine

Voor het openbaar vervoer zijn er aandachtspunten, maar al bij al maakt men zich weinig zorgen over die eerste fase. Dan heeft het tweede stadium, dat op maandag 11 mei zou ingaan, een heel ander effect. Volgens de bestaande plannen mogen alle winkels dan weer open. En dat kan mogelijk voor serieuze problemen zorgen. 

Als de net heropende containerparken en tuincentra een stormloop veroorzaakten, wat gebeurt er dan met de winkels? Wordt het over de koppen lopen op de Meir of in de Nieuwstraat? “Ik begrijp de economische belangen, maar dit is niet zo’n goed idee”, zegt Molenberghs. “Door winkels te heropenen, neem je een groot risico. Dan was het logischer om eerst de scholen weer te openen. Hoe langer het duurt, hoe duidelijker het wordt dat prepubers niet zo’n groot probleem vormen. Ze krijgen niet zo makkelijk corona en zijn weinig besmettelijk.”

Die geluiden zijn ook bij de expertengroep te horen, maar de regering besliste er anders over. “Ik hou mijn hart vast”, reageerde Niel Hens donderdag in De afspraak. De biostatisticus van de Antwerpse en Hasseltse universiteiten maakt deel uit van de GEES. “Als de winkels opengaan, zullen we irrationeel gedrag zien, zoals toen de containerparken weer opengingen.”

De twijfels zijn niet gering, al geldt hier ook een voorwaardelijkheidsprincipe. In deze vreemde tijden is niets in steen gebeiteld, ook geen exitstrategie. “De winkels zouden dan mogelijk weer open kunnen, ja”, legt Erika Vlieghe de nadruk op de randvoorwaarden. “Een gewoon, losstaand bedrijf voorbereiden is één ding. Een grote winkel in een drukke straat, met meer verkeer, waar je crowdcontrol moet hebben... Dat is iets anders. Dat baart ons inderdaad nog zorgen. Er moet nog veel werk gebeuren vooraleer dat echt mogelijk is. Het totaalplaatje zal moeten kloppen.”

De Meir.Beeld Thomas Sweertvaegher

Onder voorbehoud

Die tweede fase lijkt dus nog onder voorbehoud te staan. De randvoorwaarden – zoals het veelbesproken contact tracing - zijn van essentieel belang, net als de evolutie van de cijfers. Al zorgt dat weer voor een nieuw probleem. Elke ingreep in de lockdown – verstrenging, dan wel versoepeling – toont zich pas twee weken later in de ziekenhuiscijfers. De GEES adviseerde voldoende ruimte te laten tussen de verschillende fasen, maar de regering-Wilmès bouwde een drietrapsraket die elke maandag een nieuwe versoepeling afschiet. Fase twee zou dan ingaan zonder het effect van de eerste fase te kennen.

“Het is wat het is. Wij adviseerden iets anders, maar men heeft het zo beslist”, reageert Vlieghe. “Maar eigenlijk moeten we niet zo ver vooruitkijken. De stap die we maandag zetten, is al groot genoeg. Misschien duikt er dan wel een operationeel probleem op waardoor we alles moeten veranderen? Het wordt sowieso een kwestie van trial-and-error.”