Direct naar artikelinhoud
Vraag van de week

Is het tijd om toiletpapier vaarwel te zeggen?

Is het tijd om toiletpapier vaarwel te zeggen?
Beeld Tim Coppens

Nu we ons steeds bewuster worden van onze persoonlijke hygiëne én van onze afhankelijkheid van toiletpapier, rijst de vraag: is er geen betere manier om schoon achtersteven te maken?

De kans is groot dat u de afgelopen weken heeft stilgestaan bij hoeveel toiletpapier u nu eigenlijk gebruikt. Niet per se omdat het meer is dan anders – tenzij u de lockdown opfleurt met een cursus pittig koken –, wel omdat u verbaasd de beelden van de toilet­papier­hamsteraars heeft aanschouwd. Of erger: omdat u zelf toiletpapier gehamsterd hebt “voor het geval dat”.

Volgens Toilet Paper Encyclopaedia gebruikt de doorsneewesterling 8,6 velletjes toiletpapier per beurt. Dat brengt het dagtotaal op 57 velletjes, goed voor een jaarlijks verbruik van 27 rollen per persoon. Wie geen genoegen neemt met gemiddelden maar een persoonlijke afrekening wil, kan terecht bij de Duitse website Blitz­rechner, waar u aan de hand van een paar eenvoudige vragen ontdekt hoelang u toekomt met een bepaald aantal rollen.

Toch rijst de vraag of wc-papier wel de beste manier is om de klus te klaren. Sinds de standaardisering eind 19de eeuw is de formule haast onveranderd. Natuurlijk, er werden geurtjes en patronen aan toegevoegd, maar het principe is hetzelfde gebleven. En dat is laakbaar, schrijft journalist David ­Praeger in Poop Culture: How America Is Shaped by Its Grossest National Product. Volgens hem is wc-papier niet de meest hygiënische manier om jezelf proper te maken. “Als er een vogel op je arm poept, veeg je het dan af met een doekje of ga je je arm wassen?” argumenteert hij. Praeger pleit voor het gebruik van het bidet, waar een water­straal je schoonspoelt. Hij wordt bijgetreden door ‘efficiëntie­specialist’ Justin Thomas, die op het platform Tree­Hug­ger zelfs argumenteert dat het een sleutelrol kan spelen in een groenere levensstijl. Want jawel, zo’n bidet verbruikt extra water, maar het is minder dan de waterverspilling bij de productie van wc-papier, schrijft Thomas.

Systeem veranderen

Een concept dat uit het oog verloren wordt bij die berekening is het virtuele water, zo weet professor aan de Universiteit Antwerpen Stefan Van Dam­me, expert in integraal waterbeheer. “Virtueel water is water dat voor de levering van dat papier nodig is en dat op dat moment voor geen andere dienst of goed kan worden gebruikt. Naast het water dat gebruikt wordt in het productieproces zal het gros van de virtuele watervraag van papier ongetwijfeld het water voor de boom zijn. Die moet immers lang groeien voor je er papier kunt van maken. Maar die boom kan tijdens zijn groei andere ecosysteemdiensten bieden dan papier opbrengen, zoals verkoeling brengen in een oververhitte stad. Mogen we dit water dan integraal als verloren beschouwen of exclusief voor papier? Koelwater van industriële processen telt eveneens mee voor virtueel water maar is slechts korte tijd onbeschikbaar voor iets anders. De uiteindelijke optel­som is vaak complex.”

“Het antwoord op de vraag of zo’n waterstralend toilet ecologischer is dan papier gaat verder dan het vergelijken van het waterverbruik bij het productieproces van papier versus hoeveel water uit het bidet stroomt”, beaamt UA-collega professor Karine Van Doorsselaer, auteur van Klimaatbewust consumeren. “De milieu-impact is veel ruimer dan de watervoetafdruk. Water wordt inderdaad een zeer kostbaar goed, maar dat geldt evenzeer voor bepaalde grondstoffen.” Volgens Van Doorsselaer bestaat er geen pasklaar antwoord op de vraag of een bidet dan wel toiletpapier beter is voor het milieu. “De ideale oplossing is het systeem veranderen. Onder meer door meer regen­water op te vangen en in te zetten voor alle mogelijke wasactiviteiten, en zuiver water enkel te gebruiken voor drinkwater.”