Direct naar artikelinhoud
PolitiekOnderwijs

Hoe vaste benoemingen in het onderwijs een vorm van besparing zijn

Onderwijsminister Ben Weyts wil leerkrachten versneld vast benoemen.Beeld Hollandse Hoogte / Sabine Joosten

Het voorstel van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) om leerkrachten versneld vast te benoemen deed veel wenkbrauwen fronsen. Wat bezielt een minister wiens partij erom bekendstaat een koele minnaar te zijn van vaste benoemingen om er net meer van te willen? 

Neen, hij zou niet al boksend door het onderwijs gaan. En vooral niet raken aan het heilige huisje van het onderwijs, zijnde de vaste benoemingen. Dat zei Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) van bij zijn aanstelling vorig jaar in oktober. Want die vaste benoemingen, die zijn de Voldemort – u weet wel, de slechterik uit Harry Potter – van het onderwijs. Iets wat niet genoemd mag worden, dus. Weyts wilde vooral niet de zoveelste onderwijsminister, na Pascal Smet (sp.a) en Hilde Crevits (CD&V), zijn die hierop zijn tanden stukbijt.

Maar dat minister Weyts juist het omgekeerde zou voorstellen, namelijk jonge leerkrachten sneller vast benoemen, hadden maar weinigen verwacht. Want zijn partij is niet meteen een voorstander van vaste benoemingen. Denk maar aan hun verzet tegen benoemingen bij onder meer de spoorwegen.

Ook coalitiepartner Open Vld wist even niet waar ze het had. “Ja, we zijn verrast”, liet fractieleider en kandidaat-partijvoorzitter Egbert Lachaert weten. “Dit voorstel verwacht je eerder vanuit vakbondszijde.” Volgens Lachaert gaat Weyts’ voorstel in tegen het Vlaamse regeerakkoord, waarin staat dat men van vaste benoemingen niet de norm wil maken.

Verrast en koel

Ook de koepels en onderwijsvakbonden reageerden verrast en eerder koel op het voorstel. Sneller benoemen op zich is prima, maar het feit dat Weyts in ruil daarvoor aan de evaluatieprocedure wil tornen, valt vooral bij de vakbonden minder goed.  De evaluatieprocedure minder formalistisch en zwaar maken, zoals ook het Rekenhof al aangaf, dat willen ze wel. Maar van een strengere evaluatie willen ze niet weten.

Het is een oud zeer binnen onderwijs. En dat het ballonnetje van Weyts voor heisa zou zorgen, stond in de sterren geschreven. Dus is de vraag waarom de minister net op dit ogenblik deze zet doet? Net op het moment dat hij samen met de onderwijsbonden en de koepels intensief moet overleggen over de heropstart van scholen in een veilige context.

Lerarentekort

Het antwoord is wellicht tweeledig. Enerzijds omdat hij wel iets moet doen. Het grootste probleem voor het onderwijs, het grote lerarentekort, gaat namelijk niet zomaar weg nu alles overschaduwd wordt door coronaperikelen. Weyts benadrukt dat hij het beroep van leerkracht aantrekkelijker wil maken. In plaats van tegen de vaste benoemingen te blijven vechten, wil hij ze nu als wapen inzetten om het lerarentekort aan te pakken. Iets wat Crevits ook deed; zij besloot al de vaste benoeming te versnellen van drie naar twee jaar. Weyts wil het nu dus nog sneller, al na één jaar.

Het zou kunnen werken. Al jaren blijkt uit onderzoeken dat beginnende leerkrachten vaak binnen de vijf jaar weer weggaan, omdat ze die eerste jaren voortdurend van de ene interim naar de andere hoppen. Sneller perspectief bieden zou hen aan boord kunnen houden.

Zware besparingen

Toch speelt er een tweede, mogelijk belangrijkere, reden mee. Zonder corona stonden nu onderhandelingen op de agenda over de geplande besparingen en investeringen in het onderwijs. “Zoals bij regeringsonderhandelingen hangt ook hier alles aan elkaar”, zegt een bron binnen de onderhandelingen. “De minister kan moeilijk met zware besparingen afkomen als hij met alle spelers voortdurend moet samenwerken. Dus probeert hij hier en daar besparingen te schrappen, om hen gunstig te stemmen. Dat hij tegelijkertijd wil tornen aan de evaluatieprocedure en daarmee de bonden op hun paard zet, is wellicht om te tonen dat hij niet van plan is om over zich heen te laten lopen. Slaan en zalven heet zoiets.”

Klaas De Brucker, docent micro-economie aan de KU Leuven. 'Bij vastbenoemde ambtenaren dalen de kosten voor de werkgever, omdat de werkloosheidsverzekering wegvalt.'Beeld RV

Leerkrachten sneller vast benoemen, betekent wel degelijk een besparing voor Vlaanderen. Want zo kunnen de pensioenkosten doorgeschoven worden naar het federale niveau. En dat is lang niet het enige, zegt Klaas De Brucker, docent micro-economie aan de KU Leuven. “Bij vastbenoemde ambtenaren dalen de kosten voor de werkgever, omdat de werkloosheidsverzekering wegvalt. Dat is een forse besparing. Er wordt weleens gezegd dat je per tien vaste benoemden je er een elfde gratis bij krijgt. Alleen al met wat je bespaart aan sociale zekerheidsbijdragen.”

Benoemen is ook een beloning die geen geld kost, zegt professor De Brucker. “Niet-benoemde leerkrachten die 2.000 euro verdienen maar horen dat ze er in de privé 2.200 kunnen verdienen, zullen in veel gevallen geneigd zijn op te stappen. Maar een vaste benoeming die werkzekerheid geeft en een ambtenarenpensioen later kunnen hen aan boord houden zonder hen opslag te moeten geven. Dat noemen we een permanente vorm van besparing.”

Toch mogen we volgens De Brucker in deze discussie niet vergeten dat vaste benoemingen voor ambtenaren, dus ook leerkrachten, er in ons land ooit gekomen zijn om zeker te zijn dat die persoon in alle onafhankelijkheid kan werken. Iets wat lang niet in alle landen zo geregeld is. De Brucker: “Stel u voor dat onze rechters, politie en andere ambtenaren ontslagen kunnen worden als ze niet doen wat de politiek wil. Hetzelfde geldt voor leraars. Vastbenoemde leerkrachten kunnen bijvoorbeeld een tegengewicht vormen voor directies die te veel leerlingen zouden willen doen slagen omwille van inkomsten.”