Direct naar artikelinhoud
Crisiscommunicatie

Speechen in coronatijden: wat je vooral níét moet doen

De Duitse kanselier Angela Merkel op een van haar persconferenties.Beeld AFP

Speechen in coronatijden, hoe doe je dat? Dat een powerpoint geen goed idee is, weten we intussen. Maar wanneer premier Wilmès na de Veiligheidsraad vandaag het woord neemt, kan ze sowieso maar beter oorlogsmetaforen vermijden. ‘Als je wil dat mensen in hun zetel blijven zitten, roep je niet op om ten strijde te trekken.’

Zo blijft u vandaag op de hoogte

De Veiligheidsraad geeft later vandaag opnieuw een persconferentie (zonder powerpoint). Die kunt u op deze pagina live volgen. Volg alle verdere ontwikkelingen vandaag in onze liveblog.

Download hier de app van De Morgen en krijg als eerste een bericht zodra de beslissingen van de Veiligheidsraad bekend zijn.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel trok in haar coronatoespraak de parallel met de Tweede Wereldoorlog. Ook Queen Elizabeth vergeleek de uitbraak van de coronacrisis met het begin van WO II. Al was het maar omdat ze zich net als toen gedwongen zag om de Britse natie toe te spreken. De Franse president Macron wond er nog minder doekjes om en liet zijn volk een paar weken geleden simpelweg weten dat het land in oorlog was. Ook mindere goden grijpen makkelijk naar oorlogsretoriek wanneer corona ter sprake komt. Dan gaat het bijvoorbeeld over strijd voeren tegen het virus. Over ons verdedigen. En zorgpersoneel dat zich naar de frontlinie begeeft. 

Barbara De Cock, die als professor in de linguïstiek aan de UCL onderzoek doet naar politiek discours, begrijpt waarom die oorlogstaal het zo goed doet. “Het is een heel krachtige metafoor. De vergelijking met een oorlog maakt meteen duidelijk hoe ernstig en uitzonderlijk de situatie is. En er zijn natuurlijk parallellen. Er vallen slachtoffers, we zien plots wachtrijen voor de winkels en het virus lijkt – net als een oorlog – voor een complete transformatie van onze samenleving te gaan zorgen.” 

En toch kan premier Wilmès vanavond het gebruik van militaire termen beter vermijden, vindt De Cock. “Omdat ze bij een groot deel van de bevolking misschien niet het juiste effect hebben.” Om dat te staven verwijst De Cock naar een Amerikaans onderzoek dat de professoren Hauser en Schwarz uitvoerden bij kankerpatiënten. “Over die ziekte wordt ook vaak in  militaire termen gesproken”, zegt De Cock. “Volgens die oorlogsretoriek moeten kankerpatiënten ten strijde trekken tegen hun ziekte. Terwijl dat net niet gewenst is. Je wil dat ze voorzichtig zijn, zichzelf beperkingen opleggen en dingen laten die ze normaal wel zouden doen. Perfect te vergelijken met Covid-19 dus. Als je wil dat mensen in hun zetel blijven zitten, waarom roep je dan op om ten strijde te trekken?”

Onderzoek door professor Semino (Lancaster) wijst ook uit dat het hele oorlogsverhaal een wrange nasmaak heeft voor heel wat kankerpatiënten. Want wat zegt dat over wie toch overlijdt? Dat hij of zij niet hard genoeg heeft gestreden? Dat ze niet dapper genoeg waren? 

Duidelijk eindpunt

Ook Koert Debeuf, jarenlang speechschrijver voor Guy Verhofstadt, zou Wilmès aanraden niet in oorlogsretoriek te vervallen. Al haalt hij daar andere redenen voor aan. “De vergelijking met een oorlogssituatie werkt, zeker in het begin van een crisis. Het maakt meteen aan iedereen duidelijk dat het ernst is.” Maar wanneer zo’n crisis vordert, wordt het steeds moeilijker om die parallel te blijven trekken, vreest Debeuf. “Een oorlog heeft bijvoorbeeld een heel duidelijk eindpunt. Wanneer de vijand verslagen is, mag iedereen de straat op en kan het feest beginnen. Bij de coronacrisis is dat een stuk ingewikkelder. Wanneer is de vijand verslagen? Niemand die het weet. Er is nu al sprake van een tweede en derde golf. Het ziet er dus naar uit dat we dat straatfeest nog even moeten uitstellen.”

Ook  schrijver en theatermaker Vincent Stuer, die in het verleden speeches schreef voor voormalig voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barros, heeft het in normale omstandigheden niet zo voor oorlogsmetaforen. Maar voor de coronacrisis maakt hij een uitzondering. “Omdat dit een situatie is waarin je samenhorigheid nodig hebt. Dan helpt het om met het beeld te komen van een gemeenschappelijke vijand waartegen je het als volk op moet nemen.” Maar net als Debeuf ziet Stuer een probleem in de continuïteit. “Ondertussen zijn we al een aantal weken verder, dalen de cijfers en is de situatie min of meer onder controle. Mensen hebben niet meer het gevoel dat ze middenin een oorlog zitten.”  

Ook Queen Elizabeth vergeleek de uitbraak van de coronacrisis met het begin van WO II.Beeld AFP

Wie nu nog zijn of haar boodschap wil doen overkomen, moet op zoek naar alternatieven voor militaire beeldspraak. De Cock geeft een voorzet aan de speechschrijvers van Wilmès en co. Samen met een aantal internationale collega’s zocht ze metaforen die beter omschrijven wat ons tijdens de coronacrisis met zijn allen  te doen staat. “Om het gevaar en de ernst van de situatie weer te geven duikt bijvoorbeeld vaak de vergelijking met natuurrampen zoals orkanen of een tsunami op”, zegt De Cock. Ook de vergelijking met allerhande zware fysieke inspanningen komt vaak terug. “Virologen als Marc Van Ranst of Erika Vlieghe en politici als Alexander De Croo hebben het dan over de berg die we aan het beklimmen zijn, of de marathon die we lopen. Dat geeft meteen ook aan dat het Covid-19-virus iets is waar we nog een hele tijd rekening mee moeten houden.”

Maar misschien moet Wilmès het zich vanavond nog makkelijker maken en de hele zoektocht naar metaforen laten voor wat die is. Debeuf: “Elke metafoor, hoe goed ook, heeft beperkingen. Neem nu die marathon. Wanneer je daar aan begint, weet je toch hoe ver je moet lopen? En wie een berg beklimt, weet toch waar de top ligt? Dat is bij de coronacrisis niet het geval.” Volgens Debeuf kan de premier zich maar beter tot de cijfers beperken om de ernst van de situatie te schetsen. “Die zijn duidelijk genoeg.”