Aanslagen ook nefast voor Brusselse musea
Uit cijfers die Bruzz opgevraagd heeft, blijkt dat er in 2016 251.762 de KMKG bezochten. Dat is een kwart minder dan vorig jaar, toen de teller nog op 329.013 eindigde.
Vooral het Muziekinstrumentenmuseum op de Brusselse Kunstberg kreeg dit jaar klappen. Er kwamen maar 105.549 bezoekers over de vloer. Dat is een forse daling ten opzichte van vorig jaar (153.701). Opmerkelijk, in 2014 telde het MIM nog bijna 168.000 bezoekers. Vooral in de zomermaanden bleven de bezoekers weg.
Ook het Jubelparkmuseum kende voor het tweede jaar op rij een daling. In 2015 ontving het museum volgens Bruzz nog 160.926 bezoekers. Dit jaar liep dat aantal terug tot 134.266, een daling van meer dan 16 procent. De tijdelijke tentoonstellingen zorgden ervoor dat de daling al bij al nog meeviel.
Kleinere musea als het Hallepoortmuseum deelden eveneens in de klappen. Het museum aan de kleine Brusselse ring telde in 2015 14.386 bezoekers. Dat aantal liep terug tot 11.947 in 2016.
Over de cijfers was deze week verwarring ontstaan, omdat staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs enerzijds en de directie van de musea anderzijds verschillende cijfers meegaven.
Sleurs: "Tijdelijk dipje"
Volgens staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs zijn de tegenvallende cijfers het gevolg van de terughoudendheid bij binnen- en buitenlandse bezoekers om naar Brussel te komen. Kortingen of combitickets zouden volgens haar de bezorgdheid over Brussel niet hebben kunnen wegnemen. De staatssecretaris gaat er echter vanuit dat het om "een tijdelijk dipje" gaat.
Ondanks de dalende bezoekersaantallen konden de musea het omzetverlies toch beperken. Voor de drie genoemde musea bedroeg het verlies 10 procent. Volgens Sleurs is dat te danken aan het slimme tentoontellingsbeleid van de drie musea.
De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis verenigen in Brussel het Jubelparkmuseum, de Musea voor het Verre Oosten, het Muziekinstrumentenmuseum, het Hallepoortmuseum en het Horta-Lambeauxpaviljoen.