Direct naar artikelinhoud
PensioenenMijnwerkers

Wat is het verband tussen het verhoogde mijnwerkerspensioen en de valse F16-mails?

De kompels trokken eind vorig jaar nog de straat op in Brussel om een pensioen van 30 dienstjaren te eisen zoals hen was beloofd.Beeld Photo News

Het parlement heeft in lopende zaken een ongeziene pensioengift gedaan aan enkele duizenden oud-mijnwerkers. Met dank aan het Limburg-gevoel in de Kamer én stevig lobbywerk van een groep mijnwerkers, geleid door ene Michel Dylst. Hij was de spilfiguur in de affaire met de valse F-16-mails.

190 miljoen euro, plus 20 miljoen euro per jaar: dat is de stevige factuur van een wetsvoorstel dat donderdag in de Kamer goedgekeurd werd. Bijna 8.000 Limburgse ex-mijnwerkers krijgen daardoor gemiddeld 200 euro bruto extra pensioen en ongeveer 24.000 euro bruto aan achterstallig pensioen.

De ondergrondse mijnwerkers konden destijds na 25 jaar afzwaaien in plaats van 30, maar wel met een pensioen alsof ze 30 jaar gewerkt hadden. Ze betaalden daar ook de nodige sociale bijdragen voor. Door de manier waarop de vijf bonusjaren berekend werden, kregen ze in werkelijkheid een lager pensioen dan beloofd. Met een stevig onderbouwd advies van enkele pensioenexperts onder de arm eisten ze compensatie. Het dossier werd al bijna tien jaar voorbereid door Vriendenkring KS, een verbroedering van oud-mijnwerkers.

Het akkoord is om meerdere redenen opmerkelijk. 190 miljoen euro is een hoop geld voor een beperkte groep belanghebbenden, die sowieso al vrij gunstige pensioenvoorwaarden kregen. Dat de regering nog steeds in lopende zaken is – behalve voor maatregelen om de coronacrisis te beteugelen – zorgde voor de nodige smeerolie. Het parlement speelt nu een veel vrijere rol. “Er was toevallig een window of opportunity. In een periode met een normale regering passeert zoiets niet”, geeft Kim De Witte, pensioenexpert bij PVDA, toe.

Niet onbesproken

De mijnwerkers konden ook rekenen op het befaamde Limburg-gevoel. De trekkers van het dossier waren vooral Limburgse parlementsleden: onder meer Barbara Creemers (Groen), Gaby Colebunders (PVDA), Meryame Kitir (sp.a) en Nawal Farih (CD&V). In de provincie heeft nagenoeg iedere familie wel een band met het mijnwerkersverleden, waardoor de parlementsleden gevoelig waren voor de eis om compensatie. “Ik ben geen pensioenspecialist, maar als Limburger moest ik mij wel met dit dossier bemoeien”, zei N-VA-Kamerlid Wouter Raskin in De Standaard.

Bij verscheidene partijen valt te horen dat de Vriendenkring KS goed voor zijn zaak gelobbyd heeft. Nochtans zijn twee van de topfiguren allesbehalve een onbeschreven blad. Michel Dylst en Eddy Melis werden vorig jaar in deze krant aangewezen als de mannen die in 2018 vervalste mails uit de legertop bezorgden aan sp.a en de Kamerleden Hendrik Vuye en Veerle Wouters. De mails leken een bom te leggen onder de vervanging van de Belgische F-16’s, maar later zou blijken dat ze nep waren.

Vooral Michel Dylst legde intensief politieke contacten voor de pensioenherziening, hij werd zelfs ontvangen op het kabinet van premier Sophie Wilmès (MR). Verscheidene betrokken Kamerleden geven aan dat ze op de hoogte waren van zijn voorgeschiedenis, maar daar geen rekening mee hielden. Ook sp.a-fractieleidster Meryame Kitir niet. “We hebben het niet gehad over die e-mails. Dit ging over de mijnwerkers, het had niks met de F-16’s te maken.”

Liberale kritiek

Open Vld en MR verzetten zich – tevergeefs – tegen het pensioenvoordeel. Ze vrezen dat die een gevaarlijk precedent schept. Verschillende bevolkingsgroepen zijn doorheen de jaren betere pensioenstatuten beloofd. “Wat als straks ook de kinderverzorgsters, die jaren hebben gewacht op duidelijkheid over hun pensioen, straks een compensatie willen? “De pensioendienst zelf heeft in regel geen fout gemaakt. De wet is correct nageleefd”, klinkt het op het kabinet van pensioenminister Daniël Bacquelaine (MR). 

De liberalen vragen zich ook af of deze beslissing wel sociaal rechtvaardig is. Er zijn immers duizenden landgenoten die niet eens een minimumpensioen krijgen na een lange en slopende loopbaan. In de woorden van minister Baquelaine donderdag in de Kamer: “Kunnen we in coronatijden de toekenning van een dergelijk voordeel aanvaarden? Onze opdracht bestaat uit het verdedigen van het algemeen belang en niet het zwichten voor het een of andere eigenbelang.”