Direct naar artikelinhoud
Telewerk

Wat als je niet terug naar kantoor wilt?

Ook voor Caitlin Smulders (26) was telewerk voor de lockdown geen optie. Zij hoopt alvast dat haar werkgever haar ook na deze crisis de keuze laat om deeltijds van thuis uit te werken. 'Een mens is niet gemaakt om zo lang stil te zitten werken.'Beeld Thomas Nolf

Sinds een week mogen telewerkers mondjesmaat terug naar kantoor. Maar terwijl de ene staat te springen om terug te keren naar de collega’s, kruipt de ander liever nog dieper in zijn kot. Waarom? 

Voor veel Vlamingen blijft telewerk de norm: uit de recentste coronabevraging van de UAntwerpen, de KU Leuven en de UHasselt blijkt dat 57 procent van de respondenten nog steeds fulltime thuis werkt. Eind maart was dat nog 75 procent. Maar terwijl sommige collega’s naar een terugkeer naar kantoor snakken, hopen anderen dat de coronacrisis voor een mentaliteits- en gedragsverandering zorgt.

Zo bevroeg het advieskantoor BDO de voorbije weken ruim duizend Belgen over telewerk. Zes op de tien gaven aan ook na de coronacrisis minstens twee dagen thuis te willen werken. Hetzelfde percentage meent productiever te zijn als ze van thuis uit kunnen werken. De helft van de ondervraagden vindt bovendien dat hun organisatie een cultuur en beleid mist dat telewerk ondersteunt en stimuleert.

Ook voor Caitlin Smulders (26), operations assistent voor een maritiem bedrijf, was telewerk voor de lockdown geen optie. Zij hoopt alvast dat haar werkgever haar ook na deze crisis de keuze laat om deeltijds van thuis uit te werken. “Een mens is niet gemaakt om zo lang stil te zitten werken, zo leerde ik in mijn opleiding psychologie. Als ik thuis werk kan ik langere pauzes nemen zonder me daar schuldig bij te voelen, al is het maar om de afwas te doen of groenten voor het avondeten te snijden. Daarna kan ik met een frisser hoofd terug aan de slag. Op kantoor zouden collega’s al snel denken: ‘Is ze nu alweer weg?’”

Grootste experiment in telewerken ooit

Smulders staat niet alleen. The New York Times stelde vorige week al dat de lockdown het grootste experiment in telewerken ooit is, en met succes. Velen zouden zich volgens de krant gelukkiger voelen en efficiënter werken. Helemaal verrassend is dat niet. The American Psychological Association, de Amerikaanse beroepsvereniging van psychologen, publiceerde eind vorig jaar al een studie waarin ze de voordelen opsommen. Het wegvallen van de pendeltijd is daarbij de meest voor de hand liggende. Werknemers winnen hierdoor tijd, hebben minder stress en kunnen uitgeruster aan het werk beginnen.

Steven Keustermans (32), marketing en communicatiemanager voor een recyclagebedrijf, verliest dagelijks minstens anderhalf uur op de snelweg tussen Antwerpen en de Kempen. “Ik merk dat ik me nu veel relaxter voel, het verkeer is toch duidelijk een afmattende factor. Op een aantal dingen na kan ik mijn job perfect van thuis uit doen. Hopelijk kan dat in de toekomst zeker deeltijds.” 

Ook Smulders doet er in normale omstandigheden anderhalf uur tot twee uur over om naar en van het werk te geraken. “Ik werk nu van 8 tot 4, net zoals op kantoor. Met dat verschil dat ik nu om kwart over 4 al bij mijn kinesist kan staan.”

Nood aan research

En toch is het met dat telewerk niet al goud dat blinkt, zegt Geert Van Hootegem, arbeidssocioloog aan de KU Leuven en algemeen directeur bij HIVA. “Een belangrijke vraag die we hierbij moeten stellen: van wie is die gewonnen tijd, van de werknemer of de werkgever? Mijn stelling is: dat is tijd van de werknemer, want die wordt er niet voor betaald. Maar in de praktijk merk je toch dat die tijd, zeker nu, ongeveer voor de helft in extra werkuren wordt omgezet.”

Het is een van de reden waarom niet iedereen dat telewerk zo geweldig vindt. Behalve dan dat sommigen sociaal contact missen, geven velen ook aan dat ze beduidend meer werken. 

Van Hootegem: “Er zijn drie factoren die bepalen hoe het telewerk ervaren wordt: de thuissituatie, het karakter en het soort werk. Wie geconcentreerd moet werken en eerder een solistische functie heeft, zal efficiënter van thuis kunnen werken. Maar voor wie interactie met collega’s essentieel is, zal dat een pak lastiger zijn. Videomeetings zijn in het algemeen toch erg vermoeiend, zelfs al worden we er steeds beter in.” Bovendien valt thuiswerken voor alleenwonenden evidenter te organiseren dan voor koppels met jonge kinderen.

Perfectionisten

Sommige persoonlijkheidskenmerken bepalen de ervaring bij telewerken. Dat dit voor introverte mensen een cadeau is, is logisch. Maar Marc Buelens, professor-emeritus management aan de Vlerick Business School, ziet nog andere bepalende karakterkenmerken: “Perfectionisten zullen zich dan weer niet goed voelen bij het telewerk, zij missen de geruststelling door de collega’s. Mensen verschillen fundamenteel in de tijd die ze nodig hebben om van het sociaal brein, waarbij ze interageren met familie of collega’s, naar een taakgericht denksysteem, zoals het zich verdiepen in een Excel-file, om te schakelen. Wie dit niet goed kan, zal bij het thuiswerken ofwel gezegend zijn indien die persoon alleen is, ofwel het als een straf ervaren om daar ook nog een partner en zeker kinderen bij te moeten nemen. Zelfs een huisdier dat om aandacht smeekt, zal voor de ene een leuke afwisseling en voor de andere een probleem zijn.”

Buelens pleit er vooral voor om als werkgever genoeg middelen vrij te maken voor onderzoek naar een duidelijk thuiswerkbeleid. “Deze situatie was helaas niet voorbereid, we moeten ervoor zorgen dat we dat bij een tweede golf wel zijn. Vooral het hr-management van bedrijven moet veranderen. Er worden altijd maar extraverte mensen aangenomen, op basis van interviews. Laat ons fatsoenlijk onderzoek doen naar de vereiste vaardigheden om heel productief thuis te kunnen werken, en ook op basis daarvan mensen gaan aanwerven. Want thuiswerken kan, als het goed georganiseerd wordt, zeer positief zijn.”