Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Amnesty International luidt alarmbel: "1 miljoen vluchtelingen in noordwesten van Syrië zijn nergens veilig"

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International vraagt in een rapport om aandacht voor de precaire leefomstandigheden van de bijna 1 miljoen vluchtelingen in het noordwesten van Syrië. Amnesty beschuldigt het Syrische regime en bondgenoot Rusland van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.  

Op 5 maart ging er officieel een staakt-het-vuren in in het noordwesten van Syrië, tussen Syrië en Turkije. De regio met de provincies Aleppo, Idlib en Hama is nog het enige bolwerk van jihadisten in dat land. Syrië kwam er ook herhaaldelijk in aanvaring met het Turkse leger. Maar het blijft er bijzonder onveilig. Gisteren nog vielen volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten 50 doden bij aanvallen tussen het Syrische leger en jihadisten, de ergste dodentol sinds maart. 

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International vraagt in haar rapport "Nergens is het veilig voor ons" de noodtoestand aan van de bijna 1 miljoen mensen die daar op de vlucht zijn. Het rapport brengt ook oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid aan het licht door het Syrische leger en bondgenoot Rusland. 

Granaatscherven als regen

Amnesty International onderzocht 18 aanvallen door Syrië en Rusland op onder meer scholen en ziekenhuizen, in januari en februari, net voor het staakt-het-vuren. Volgens Amnesty International werden daarbij oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid gepleegd. De organisatie gebruikte video- en satellietbeelden en sprak met tientallen getuigen. Zo vertelde een dokter - die een van die aanvallen overleefde - dat drie Russische luchtbombardementen in de buurt van zijn ziekenhuis in Ariha zeker twee woningen platlegden, en 11 doden en 30 gewonden maakten. "Ik voelde me zo hulpeloos. Mijn vriend en collega stierf, kinderen en vrouwen waren aan het roepen... Het duurde twee dagen voor de burgerwacht alle lichamen van onder het puin had gehaald."

Een leerkracht zag een aanval op een school in Idlib eind februari. Daar ontplofte een clusterbom die een leerling voor haar ogen doodde. "Ik ken het geluid van clusterbommen maar al te goed. Je hoort een reeks van kleine explosies. Alsof het granaatscherven regent in plaats van water."

Copyright 2019 The Associated Press. All rights reserved.

Einde internationale hulp?

Toen het bestand werd afgekondigd, waren zowat 1 miljoen Syrische burgers op de vlucht in het gebied. Sindsdien zijn de gevechten wat geluwd en zijn zowat 120.000 mensen teruggekeerd naar hun woonplaats. Maar de noodtoestand van de vluchtelingen is bijzonder ongunstig, schrijft Amnesty International.

Ziekenhuizen en scholen zijn vernield, mensen hebben geen inkomsten omdat ze niet op hun akker kunnen werken. Hulpverleners zijn oververmoeid en velen trokken weg, omdat het te onveilig werd. Daardoor hebben nog eens tientallen ziekenhuizen hun activiteiten moeten terugschroeven. Scholen worden nu als schuilplaats gebruikt voor de vele mensen op de vlucht. Bovendien wordt de hulpverlening bemoeilijkt omdat een rebellengroep belastingen heft op een deel van de noodhulp, zegt Amnesty.  

Toen het staakt-het-vuren van kracht werd, kon een grote hoeveelheid voedsel en medicijnen via de grens met Turkije worden aangevoerd voor VN-organisaties en NGO's. Maar Amnesty waarschuwt: de VN-resolutie die internationale hulp via Turkije mogelijk maakte, loopt over enkele weken af. "De VN-Veiligheidsraad mag de levensnoodzakelijke grensoverschrijdende, humanitaire hulp niet stopzetten nu duizenden mensenlevens op het spel staan", zegt Heba Morayef, Amnesty's directeur voor de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Meest gelezen