Direct naar artikelinhoud
ItaliëMobiliteit

Hoe corona de Romeinen doet fietsen

Op de fiets bij het Colosseum.Beeld AFP

Romeinen vinden fietsen zwaar, gevaarlijk, langzaam en onhandig. Maar ze zullen eraan moeten geloven. Het stadsbestuur van Rome grijpt de coronacrisis aan om ruim baan te maken voor de tweewieler.  

De oude knar aan de overkant van de straat heeft volkomen gelijk dat hij staat te kijken, want dit schouwspel is ongekend in Rome. Het is al zeldzaam dat er überhaupt wegwerkzaamheden plaatsvinden in de Italiaanse hoofdstad, laat staan dat ze door tien bouwvakkers tegelijkertijd worden uitgevoerd. Maar wat deze bouwnijverheid pas echt uniek maakt, is het product waaraan ze werken: een fietspad.

Wat gisteren nog abnormaal was, is vandaag het nieuwe normaal. Omdat Romeinen hun doorgaans drukke openbaar vervoer naar verwachting zullen mijden vanwege het coronavirus (waardoor er een gigantische verkeerschaos dreigt te ontstaan in de Eeuwige Stad), heeft het gemeentebestuur niet alleen besloten 150 kilometer nieuw fietspad aan te leggen, het heeft bovendien besloten dat te doen vóór de scholen in september weer opengaan. 

“Zie het als een van de weinige positieve zaken die deze crisis heeft veroorzaakt”, verklaart een trotse Romeinse schepen van Transport Pietro Calabrese, terwijl de gemeentewerkers op de Viale della Grande Muraglia met on-Italiaanse efficiëntie witte en gele verfstrepen op het asfalt kwakken.

Alle wegen leiden naar Rome, behalve de fietspaden

Ziedaar: de reden dat de oude knar aan de overkant met grote ogen toekijkt, want fietsen is een absolute uitzondering in Rome. Sterker nog: alle wegen leiden naar Rome, behalve de fietspaden, die met een grote boog om de stad heen trekken. Dat komt omdat Rome is gebouwd op zeven heuvels wat, zeker in combinatie met de zomerse hitte, tot veel meer zweet leidt dan sociaal wenselijk op een Italiaans kantoor. 

Tel daarbij op dat het verkeer er levensgevaarlijk is en er naar schatting ruim 50.000 gaten in de Romeinse wegen zitten, en je begrijpt dat slechts 1 procent van alle verplaatsingen gebeurt op de fiets, aldus een rapport van Greenpeace in 2017.

Omdat het gebrekkige openbaar vervoer ook nauwelijks soelaas biedt, bezit praktisch iedere Romein een eigen auto, wat al voor de coronacrisis uitbrak gigantische verkeers- en milieuproblemen veroorzaakte. 

Afgelopen januari berekende het onderzoeksbureau Inrix dat Romeinen per jaar gemiddeld 254 uur verliezen in het verkeer, ook al werkt meer dan de helft van hen op minder dan 10 kilometer van zijn huis. Wereldwijd deed alleen de Colombiaanse hoofdstad Bogota het slechter.

Die cijfers zullen naar verwachting oplopen als het openbaar vervoer een nog slechter alternatief wordt in de nieuwe anderhalvemetersamenleving. Vorige week, toen de lockdown voor het eerst werd versoepeld in Rome, was al te zien dat de trams, bussen en metro’s grotendeels leeg bleven, terwijl de autowegen voller leken te stromen dan ooit tevoren. 

Het spectaculair heldere uitzicht op de heuvels rondom Rome (de verdiensten van bijna negen weken lockdown) vertroebelde dusdanig naarmate de week vorderde, dat het op zondag bijna niet meer te zien was.

Luchtkwaliteit

Precies daarom komen wij in actie, zegt schepen Calabrese. Grootschalig fietsgebruik is de perfecte oplossing voor zoveel hedendaagse problemen in Rome. Uiteraard zal de verkeersdrukte afnemen, waardoor er minder slachtoffers vallen. Als er minder parkeerplekken nodig zijn, kunnen de terrassen in het centrum uitbreiden zodat klanten op een veiligere afstand van elkaar kunnen eten. 

En vooral belangrijk: de luchtkwaliteit in de stad zal zienderogen toenemen. Niet voor niets besloten ook Genua, Turijn en Milaan – stuk voor stuk steden die last hebben van ernstige luchtvervuiling – de afgelopen weken te investeren in extra fietspaden en werken ook Brussel, Berlijn en Parijs aan plannen de fiets voorrang te geven in de post-lockdownperiode.

Toch kampt Rome nog met een aanzienlijk probleem voor het zover is, zegt Gianluca Santilli, voorzitter van het Italiaanse studiecentrum Osservatorio Bikeconomy. Namelijk: de Romeinen zelf. Zo mislukten eerdere fietsprojecten in de stad faliekant, simpelweg omdat Romeinen totaal geen interesse toonden. Zij vonden fietsen te zwaar, te gevaarlijk, te warm, te langzaam of te onhandig waardoor de schaarse fietspaden die werden gebouwd binnen een mum van tijd weer parkeerplaatsen werden. 

Ook bedrijven die de afgelopen jaren leenfietsprogramma’s optuigden, trokken zich in recordtijd terug omdat hun fietsen vrijwel uitsluitend geliefd waren bij dieven die de losse onderdelen verpatsten bij ijzerhandelaars.

150 kilometer fietspad is niet genoeg

“150 kilometer fietspad is niet genoeg om Romeinen op de fiets te krijgen”, zegt Santili. “Daarvoor is een cultuuromslag nodig; campagnes die laten zien dat het leven veel fijner is op de fiets. Dat je met een fiets geen parkeerproblemen meer hebt en dus minder stress, dat fietsen gezonder is dan de auto en de scooter en vooral: dat ze tot wel 3.000 euro per jaar kunnen besparen aan benzine, wegenbelasting en verzekeringen.”

Bovendien moet het aanmoedigen van fietsgebruik volgens hem gepaard gaan met het ontmoedigen van autogebruik. Wil je Romeinen echt het gevoel geven dat ze veilig zijn op de fiets, dan zijn deze paar likjes verf op de Viale della Grande Muraglia niet genoeg, zegt hij. Dan moet de maximumsnelheid omlaag in heel de stad.

500 euro subsidie

“We hebben te weinig tijd gehad om campagnes op te tuigen, maar we zullen onze inwoners in de toekomst zeker informeren over de juiste fietsmores in het verkeer”, zegt schepen Calabrese. Dat hij, net als zijn collega’s, bijzonder serieus is over de plannen, bleek eveneens vorige week, toen de minister van Transport (de Romeinen die niet bezweet op hun kantoor willen aankomen indachtig) een subsidie beloofde tot 500 euro bij de aanschaf van een elektrische fiets.

“Ik ben ervan overtuigd dat Rome op termijn een fietsstad kan worden”, zegt Calabrese. Maar daar is geduld voor nodig. Rome is nu eenmaal niet in een dag gebouwd, en dat geldt dus ook voor zijn fietspaden.

Italiaanse premier: geen zomervakantie op balkon

De Italiaanse premier Giuseppe Conte heeft zijn bezorgde landgenoten voorgehouden dat ze de zomervakantie niet op hun balkon hoeven door te brengen. “De schoonheid van Italië blijft niet in quarantaine, we kunnen naar de zee rijden, de bergen in en van onze steden genieten”, zei de premier in de Corriere della Sera.

Net als veel andere Europeanen maken de Italianen zich zorgen dat de beperking van de bewegingsvrijheid vanwege het coronavirus, vakantie onmogelijk gaat maken. De meeste stranden zijn trouwens voor het publiek afgesloten, al wordt dat nog al eens genegeerd door strandgangers.

Het is in Italië vooralsnog niet toegestaan je naar een andere regio te verplaatsen, tenzij daar een dringende reden voor is. Conte zei niet wanneer die reisbeperking wordt opgeheven. ‘We wachten op de ontwikkeling van de epidemie en gaan aan de hand daarvan data vaststellen en plannen maken’, aldus Conte. Hij beklemtoont dat het aantal nieuwe besmettingen al geruime tijd terugloopt.

Conte geeft aan dat de versoepeling van coronamaatregelen sneller verloopt dan eerder gepland. De lockdown is 4 mei iets minder strikt geworden en volgens de planning gaan 18 mei veel winkels weer open. Begin juni zouden ook kapperszaken, cafés en restaurants weer openen.

De premier hoopt dat de Europese Unie snel met de garantie komt dat er voldoende middelen zijn voor een Europees herstelfonds om de schade aan de economie te beperken. Dat geld zou in de tweede helft van dit jaar beschikbaar moeten zijn. Conte vreest dat de economie dit jaar met 9,5 procent krimpt. Dat is volgens critici een optimistische schatting.