Altijd recht op 15 weken zwangerschapsrust, ook bij tijdelijke werkloosheid
Zwangere vrouwen die ziek of tijdelijk werkloos worden voor hun bevalling, zullen dan mogelijk toch geen deel van hun bevallingsrust zien verdwijnen. In de Kamercommissie sociale zaken werd een voorstel om dat regelen goedgekeurd.
Zwangere vrouwen in loondienst krijgen vijftien weken bevallingsrust, die ze moeten opsplitsen in twee periodes. Voor de uitgerekende datum moeten ze minimaal één week rust nemen, maar wie wil kan tot zes weken thuis blijven voor de bevalling. De meeste vrouwen kiezen er echter voor om zo lang mogelijk te blijven werken, zodat er zo veel mogelijk tijd overblijft met de baby.
Maar vrouwen die ziek, arbeidsongeschikt of tijdelijk werkloos worden, kunnen niet meer kiezen. De teller gaat dan in op zes weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Wat betekent dat er amper negen weken overblijven na de bevalling. Zowel de Gezinsbond, de Vrouwenraad, de vereniging van gynaecologen als de vakbonden pleiten er al lang voor om dat recht te zetten. En zeker nu er door corona ook zwangere vrouwen op tijdelijke werkloosheid werden gezet, werd de kwestie nog urgenter.
De Kamercommissie sociale zaken keurde dinsdag een wetsvoorstel goed van Groen-Kamerlid Evita Willaert om het recht op 15 weken zwangerschap te verzekeren in geval van werkloosheid. Haar CD&V-collega Nahima Lanjri voegde een amendement toe dat dit ook moet gelden in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Het amendement was gebaseerd op een voorstel van minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V). Open Vld, MR en N-VA stemden tegen.
Zowel Willaert als Lanjri reageert tevreden: “Een grote onrechtvaardigheid wordt weggewerkt. De regeling bestrafte vrouwen die ongewild eerder moeten stoppen met werken voor hun eigen gezondheid of die van hun kind of tijdelijk werkloos werden. Wat de omstandigheden ook zijn, zwangerschapsverlof zal voortaan altijd 15 weken bedragen.”
Het in de commissie goedgekeurde voorstel moet nu nog naar de voltallige Kamer. Als daar ook een politieke meerderheid gevonden wordt, kan het met terugwerkende kracht ingaan vanaf 1 maart.