Direct naar artikelinhoud
De Morgen onderzoektStatistieken

Het wordt steeds duidelijker hoe dodelijk dit coronavirus is

Het coronavirus onder de microscoop.Beeld AP

Het is een heikele kwestie, maar hoe langer de coronacrisis duurt, hoe duidelijker het wordt hoe riskant dit virus precies is voor ons. Een stand van zaken over de dodelijkheid van Sars-CoV-2. ‘Het sterfterisico bij mannen ouder dan 85 is schrijnend.’

1. Hoeveel meer Belgen zijn er al meer gestorven dan gemiddeld?
 
 

Hoe dodelijk is het coronavirus nu juist? We weten dat wie ouder of al ziek is, een pak meer risico loopt om eraan te sterven. En met enkele slimme ingrepen kunnen statistici Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven), Christel Faes (UHasselt) en Jan Aerts (UHasselt, Directeur Data Science Instituut) ons ook al vertellen hoeveel ‘coronadoden’ bij ons al vielen, hoe dodelijk het virus is in vergelijking met andere doodsoorzaken, hoe dodelijk het is per leeftijdsgroep en geslacht en wat de beste schatting is van het sterfterisico.

Coronadoden tellen is lastiger dan het kan lijken. De grote meerderheid van de mensen die aan Covid-19 sterven, heeft namelijk ook andere aandoeningen. Het is niet evident om bij hun dood uit te maken wat hen nu doodde, de diabetes of kanker die ze al hadden of het virus. België kiest ervoor ‘breed te tellen’ om zeker geen onderschattingen te krijgen. Wie obesitas of kanker heeft maar Covid-19 kreeg en stierf, komt nu bij de coronadoden, niet bij de obesitas- of kankerdoden.

Om een zo goed mogelijk zicht te krijgen op de dodelijke impact van corona, kijken onderzoekers vooral naar de zogenaamde ‘oversterfte’: hoeveel mensen sterven er meer dan je zou mogen verwachten op basis van de gemiddelde sterfte in vorige jaren?

In de grafiek tonen de grijze lijnen de oversterfte in een bepaald jaar tussen 2009 en 2019. De zwarte lijn is daar het gemiddelde van. Daarmee kunnen we dus vergelijken. Tot net voor de coronacrisis was 2020 een jaar met een lager dan gemiddelde oversterfte. Dat verandert na de eerste week van maart. Vanaf dan klimt de rode curve naar een oversterftepiek in de week van 5 april.

“Omdat de zwarte en rode curve tot net voor de crisis behoorlijk goed samenvallen, weten we dat wat je vanaf die week ziet gebeuren met die rode curve echt goed de coronasterfte aanduidt. De kritiek op België dat wij te ruim onze Covid-19-doden zouden tellen, is dus onterecht”, zegt Molenberghs.

Het coronavirus heeft de totale sterfte in ons land duidelijk omhoog geduwd. Het dramatische van de situatie zie je in de week van 5 april: er zouden 2.082 doden te betreuren geweest zijn mocht het een referentiejaar geweest zijn. Maar het aantal in werkelijkheid was 4.268. Dus meer dan twee keer zoveel. In totaal stierven er tussen 9 maart en 16 april 6.703 Belgen meer dan verwacht.

2. Hoeveel coviddoden tellen we en wat zijn verschillen per leeftijd en geslacht ?
 
 

De onderzoekers tellen in totaal 10.373 Belgen die aan Covid-19 zijn gestorven tussen 9 maart en 16 mei. Dat is meer dan de 8.843 die de overheid woensdag meedeelde voor 12 april. Dat komt omdat de statistici hebben doorgerekend tot 16 mei. “En daarbij zien we gelukkig dat de werkelijke sterfte onlangs nog iets sterker is afgenomen dan ingeschat”, zegt Molenberghs.

Het verschil in aantal doden tussen mannen en vrouwen is niet groot: er vielen in totaal 4.874 mannelijke en 4.757 vrouwelijke coronadoden. Maar dat komt alleen maar omdat er meer vrouwen zijn dan mannen, zeker in de oudste leeftijdsgroep waar de Covid-19-sterfte het hoogst is. Verderop zullen we zien dat het sterfterisico voor mannen wel veel groter is dan voor vrouwen.

Het verschil per leeftijd is wel heel groot. Tot 44 jaar gebeurt er ongeveer niets. Er stierven tussen 9 maart en 16 mei vijf mensen tussen 0 en 24 jaar aan Covid-19. Het waren er 407 in de leeftijdsgroep tussen 25 en 44 jaar.

Maar kijk je naar de piekweken, dan zie je dat het aantal coronadoden vanaf 65 jaar ongeveer verdriedubbelt in vergelijking met de groep tussen 45 en 64. In de ergste week van 5 april stierven onder die veertigers, vijftigers en prille zestigers 119 Belgen aan Covid-19. Bij de mensen tussen 65 en 74 jaar was dat bijna dubbel zoveel (218). Onder de 75- tot 85-jarigen vijf keer zoveel (612) en onder de 85-plussers acht keer zoveel (963).

3. Hoe dodelijk is het virus voor wie besmet raakt?
 
 

Het sterfterisico berekenen is lastig omdat niet bekend is hoeveel mensen werkelijk besmet zijn. Een grote meerderheid van wie besmet is, heeft namelijk nauwelijks tot geen symptomen.

Om toch een idee te krijgen werken onderzoekers met het aantal doden in verhouding tot het aantal bekende besmettingen (case fatality rate of CFR). Dat is zeker een overschatting van de werkelijke dodelijkheid van het virus, omdat dus veel meer mensen besmet zijn dan het bekende aantal. Maar het levert wel relevante inzichten op.

Zo zijn de cijfers voor mannen hier volgens de onderzoekers ‘schokkend’. Voor mannen tussen nul en 24 jaar is de CFR 0 procent, voor mannen boven de 85 jaar is het liefst ruim 60 procent. “Van dat cijfer zijn wij echt geschrokken”, zegt Molenberghs. “Dit is schrijnend en het heeft zeer veel te maken met de situatie in de woon-zorgcentra. Het is zeker iets wat in de toekomst bijzonder goed onder de loep moet worden gehouden. We hebben daar een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Onze ziekenhuizen hebben we vrijwel perfect kunnen doen functioneren. We moeten de ambitie hebben hetzelfde te doen voor de wzc.” Bij vrouwen van boven de 85 is de CFR rond de 35 procent.

De statistici kunnen ook het werkelijke sterfterisico van de ziekte schatten, de infection fatality rate of IFR. Dat doen ze door het aantal doden te delen door een schatting van het werkelijke aantal besmette mensen. Molenberghs en collega Christel Faes baseren zich voor dat werkelijke aantal onder meer op het bloedonderzoek onder leiding van Pierre Van Damme (UAntwerpen). Daaruit blijkt dat in de week van 20 april nog maar 6 procent van de Belgen antistoffen in het bloed had. 

Cijfers daarover die in de lijn liggen met wat Van Damme vond, heeft onderzoeker Faes met speciale berekeningsmodellen ‘doorgerekend’ naar 1 mei. “Dan kom je uit op ruwweg 7 procent van de jongste groep die al besmet is en ongeveer dubbel zoveel bij de 85-plussers”, zegt Molenberghs. Vervolgens kunnen de onderzoekers het werkelijke aantal besmetten schatten door deze percentages los te laten op de bevolkingsaantallen. Resultaat : 941.934 Belgen. Met andere woorden: begin mei was al een kleine 10 procent van de bevolking besmet geraakt.

Door dan het aantal doden te delen door dat geschatte werkelijke aantal besmettingen, krijg je een behoorlijk betrouwbare schatting van het sterfterisico voor wie besmet raakt. Dat komt voor de hele bevolking gemiddeld uit op iets minder dan 1 procent (0,97 procent).

Bij de mannen gaat het van bijna 0 procent bij de 0- tot 24 jarigen naar minder dan 1 procent tot aan de 64-jarigen. Wie tussen de 65 en 74 jaar is en besmet raakte, loopt 1,68 procent risico om aan de ziekte te sterven. Bij de 74- tot 85-jarigen is het ruim 4 procent en bij de oudste groep van 85-plus 11 procent. Een man van 85-plus die besmet raakt, heeft dus iets meer dan één kans op de tien om te overlijden aan Covid-19.

Opnieuw ligt het geschatte sterfterisico bij de vrouwen lager: het blijft onder de 1 procent tot 74 jaar, waarna het wat stijgt naar 2,77 tussen 75 en 84 jaar en 8 procent bij de 85-plussers.

4. Corona tegenover andere doodsoorzaken?
 
 

Doodt corona meer dan de belangrijkste andere doders zoals hartziekten, kankers, longziekten? Ook dat is te berekenen op basis van sterftegemiddelden voor de grootste doders van de voorbije jaren.

Aan kanker sterven gemiddeld ongeveer 600 Belgen per week. Aan hart- en vaatziekten 556, aan luchtwegeninfecties en andere infecties zoals seizoensgriep 256. De Covid-19-sterfte lag in de minst dodelijke week van 16 maart op 211 en in de dodelijkste week van 5 april op 1.922.

Normaal gezien slokken kankers 29,5 procent van alle Belgische doden op. Hart- en vaatziekten 27,7 procent, luchtwegaandoeningen en andere infecties (inclusief seizoensgriep) 12,3 procent en de andere kleinere doodsoorzaken 30,5 procent. “Nu zien we dat Covid-19 goed is voor de helft van alle sterfte in de piekweek van 5 april”, zegt Molenberghs. “De andere doodsoorzaken halveren daardoor.”

Wel belangrijk is om te beseffen dat de grote meerderheid van de coronadoden ook al aan een of meerdere andere ziektes lijdt, zoals kanker of hartlijden. Dat betekent dat er dus een overlap is in de doodsoorzaken en het aandeel van corona uiteindelijk wat minder kan blijken. “Maar het is tegelijkertijd duidelijk zo dat veel van die al bestaande ziektes chronisch zijn en dat deze mensen zeker niet allemaal in de afgelopen of komende weken aan hun eerdere ziekte waren gestorven”, zegt Molenberghs. “Een obese man van 85 jaar zou zonder corona misschien nog 90 zijn geworden, maar is nu wel gestorven. Dat is toch het typische plaatje en toont de dodelijke impact van het virus.”

Over het onderzoek en de werkmethode

Deze productie kwam tot stand door Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven) en Christel Faes (UHasselt) voor het schatten van case fatality rate en prevalenties, en door Jan Aerts (UHasselt, directeur Data Science Instituut), voor de visualisatie.

De statistici werkten op basis van publiek beschikbare data van Sciensano (met dank aan Brecht de Vleesschauwer) en Statbel. Voor sommige berekeningen herverdeelden ze de sterftegegevens over de weken. Met onder andere ‘nowcasting’ rekenden ze de geobserveerde aantallen doden tot 1 mei door tot 16 mei. Voor de schatting over het aantal besmette Belgen baseerden ze zich op het bloedonderzoek van Pierre Van Damme (UAntwerpen).