Direct naar artikelinhoud
WoningmarktEnquête

Na twee maanden in ons kot willen we een huis mét een tuin

Een woning met ruimte voor ontspanning en een tuin: wie nu op huizenjacht gaat, lijkt zich klaar te houden voor lockdowntijden.Beeld Pexels

Na twee maanden in ons kot weten we het wel: onze volgende woning moet én een tuin hebben, én een polyvalente ruimte, én dicht bij een park liggen. Drie op de vier mensen die nu op zoek zijn naar een huis, willen daar absoluut een tuin bij. Dat blijkt uit een rondvraag van makelaarsgroep ERA bij 2.000 Vlamingen. ‘En een snelle verbinding met de snelweg hoeft ook niet meer echt.’

De huizenjacht is afgelopen maandag weer op gang gekomen met de heropening van de immokantoren. Meteen werd duidelijk dat de verplichte thuisisolatie het verlangen naar een ruime woning met veel bewegingsvrijheid heeft doen toenemen. Een rondvraag bij 2.000 klanten van makelaarsgroep ERA bevestigt dat. Drie op de vier ondervraagden zeggen dat ze geen huis zonder tuin meer willen kopen, ook al scoort de woning op andere vlakken, zoals energiezuinigheid of nabijheid van winkels, wel goed. Eenzelfde trend tekent zich af bij appartementen. Voor negen op de tien kandidaat-kopers is een terras een absolute must. 

“We hebben allemaal de voorbije acht weken beseft hoe waardevol een tuin of terras is”, zegt CEO Johan Krijgsman. “Ook voor de coronacrisis stonden die twee al bovenaan de verlanglijsten. Maar toen was het bij velen geen absolute voorwaarde. Als de andere punten goed scoorden, wilden ze er wel van af zien. Maar nu zijn tuin en terras wel een must geworden.”

Drukte naar binnen gekomen

Socioloog en ruimtelijk expert Pascal De Decker (KU Leuven) is niet verbaasd: “De voorbije 20,30 jaar zijn veel mensen naar de stad verhuisd. Hoger opgeleide tweeverdieners met kinderen die geïnteresseerd zijn in restaurants en musea waren altijd heel druk bezig buiten het huis. Daarom mocht dat huis wel wat kleiner zijn. Maar vandaag is de drukte naar binnen gekomen: én het thuiswerk, én het schoolwerk, én de recreatie. Logisch dat dat gevolgen gaat hebben en dat we naar meer ruimte gaan verlangen”.

De wandelingen en fietstochten van de voorbije weken hebben nog een gevolg voor de huizenmarkt. Meer dan de helft (53,8 procent) van de huizenjagers vindt de nabijheid van een park of natuur nu beduidend belangrijker dan vóór de lockdown. 

Een op de drie Vlaamse huizenjagers (33,1 procent) geeft aan nu veel meer waarde te hechten aan een grote woonoppervlakte. “Een polyvalente extra ruimte is nu een must geworden, terwijl de nabijheid van een snelweg naar beneden is geschoven op de prioriteitenlijst. Vele Vlamingen zijn tot de conclusie gekomen dat ze liever niet elke dag in de file gaan staan als ze, zoals nu, gewoon thuis kunnen werken”, zegt Krijgsman.

Nog een gevolg van de lockdown is dat huizen populairder zijn geworden, ten koste van de appartementen. “Meer dan de helft van de Vlamingen die zo van mening veranderd zijn, waren voor de lockdown nog op zoek naar een appartement. Terwijl hun eerste voorkeur nu dus uitgaat naar een rijhuis, een halfopen bebouwing of een vrijstaande woning. Het feit dat huizen nu meer gegeerd zijn, kan natuurlijk wel de prijs opdrijven. ”

Verkavelingen en lintbebouwingen

De tendens staat in contrast met het beleidsplan Ruimte Vlaanderen van de Vlaamse regering, dat ervan uitging dat er vanaf 2040 niet meer gebouwd mag worden in de open ruimte. Er wordt te veel gebouwd in Vlaanderen, is de redenering. Elke dag verdwijnt er 7,3 hectare aan open ruimte. Daar moest de betonstop paal en perk aan stellen, maar een akkoord is er nooit gekomen. De vraag blijft niettemin of er in Vlaanderen voldoende ruimte is als bijna iedereen nu in een groot huis met een tuin wil wonen.

“Juridisch is er voldoende ruimte als woonzone ingekleurd om aan die vraag te voldoen”, zegt De Decker. “Maar willen we dat? Als we allemaal huizen met tuintjes gaan bouwen, dan doen we voort met de verkavelingen en lintbebouwingen waar we maatschappelijk juist vanaf wilden. We zaten al met de betonstop en de gedachte dat het allemaal anders moest. Maar door deze crisis heeft dat idee toch wel een knauw gekregen. Kleiner wonen, cohousing… Voorlopig is dat van tafel.”

Collega Kobe Boussauw, professor ruimtelijke ordening aan de VUB, vraagt zich af of de soep zo heet gedronken wordt als ze wordt opgediend. “Het lijkt me niet vanzelfsprekend dat de verschuiving die ERA optekent permanent wordt, zeker niet als binnenkort daguitstapjes en weekendtoerisme weer toegelaten worden. Ik denk ook niet dat de woning met tuin altijd verenigbaar is met andere wensen, zoals dicht bij familie en vrienden wonen of de bewegingsvrijheid van de gezinsleden die niet met de auto rijden.”