© Laure Van Hijfte

Belgian Cheetah Hanne Claes wil ook in 2021 haar klauwen tonen in de atletiek

Terwijl in lockdown de tijd soms stilstaat, blijft het voor atlete Hanne Claes (28) sprinten tegen de klok. Het halve atletiekseizoen is in het water gevallen, maar ook het coronavirus mag geen horde zijn op weg naar de Spelen in Tokio.

Jana Brusten

Zolang het coronavirus om de hoek loert, blijft het gokken wanneer sportwedstrijden opnieuw kunnen plaatsvinden. Voor atleten een bittere pil om te slikken, nu zowel het EK atletiek als de Olympische Spelen van de kalender zijn verdwenen. Hordeloopster Hanne Claes leek met een Instagram-post vol dankwoorden haar spikes aan de haak te hangen, want “na het uitstel van de Spelen is het tijd voor mijn pensioen”. Maar één aprilgrap en twee verbaasde journalisten later verzekert de Belgian Cheetah ons dat ze ook volgend jaar haar klauwen wil tonen aan de atletiekwereld. Als alles volgens plan verloopt, staat ze in Tokio voor het eerst in de startblokken van een olympiade. Daar wacht haar meteen een druk programma met individueel de 400 meter horden, maar ook estafettenummers met het gemengd én het vrouwelijk aflossingsteam. Dankzij de Belgian Cheetahs start er voor het eerst een olympische damesploeg op de 4x400 meter in de nationale tricolore. Voor die ploeg komen op papier maar liefst elf atletes in aanmerking, maar Hanne Claes mag zich stilaan de rechterhand noemen van teamkapitein Camille Laus. Al zullen de sprintsters zich nog even moeten warmlopen voor er weer een meeting op de agenda staat.

Hoe moeilijk was het om na het uitstel van de Spelen de knop om te draaien?

Hanne Claes: “De Spelen in Londen miste ik op een haar na, terwijl ik tijdens Rio thuis zat met een achillespeesblessure. Voor Tokio daarentegen verliep alles volgens plan: op training voelde ik me heel sterk en ook tussen de oren zat het goed. Deze keer was het echt meant-to-be. Als je dan plots hoort dat je een jaar langer moet wachten, is dat toch wel een harde klap. Zeker omdat ik altijd trainde met de Spelen in het achterhoofd. Ik kon mezelf blijven pushen, omdat het dit jaar eindelijk zover zou zijn. Na het uitstel voelde ik ook dat het op de piste niet meer ging. Onze hele trainingsgroep liep plots tragere chrono’s dan een week eerder. Gelukkig heeft onze coach Jacques Borlée toen het roer omgegooid, zodat we gemotiveerd blijven in afwachting van een volgende wedstrijd. Alles is nu dat tikkeltje meer fun en wat minder presteren.”

In Tokio zal je je dertigste verjaardag vieren. Kan leeftijd voor een atlete een breekpunt zijn?

“Er zijn atleten die op hun 34ste nog wereldkampioen worden, terwijl anderen dat al op hun 21ste op hun palmares zetten. In de atletiek legt iedereen een beetje zijn eigen weg af. Ik hoop gewoon dat ik op het einde van de zomer nog een paar wedstrijden kan lopen. Dit seizoen is alleszins geen verloren jaar, want ik wil in 2021 nog beter zijn en sterker in mijn schoenen staan. Wie weet blijf ik na Tokio nog een paar jaar op de piste. Zolang mijn lichaam meewil en ik er nog plezier aan beleef, blijf ik gewoon lopen.”

Individueel gaat het je voor de wind, maar ook het parcours van de Cheetahs is indrukwekkend. Vierde op het EK, vijfde op het WK én een ticket voor Tokio. Hoe kan dat op zo’n korte tijd?

“Het verhaal van de Cheetahs is gewoonweg magisch. Toen ons project twee jaar geleden uit de startblokken schoot, geloofde niemand in een vrouwelijke estafetteploeg. Zelfs de atletiekfederatie stond niet aan onze kant. Al die tegenwind heeft ons net sterker gemaakt, omdat we allemaal wilden bewijzen dat ze het mis hadden. We waren met nauwelijks vijf sprintsters, maar gelukkig verkeerden we allemaal in topvorm dat jaar. Na amper zes maanden behaalden we al een vierde plek op het EK. Daarna hebben we ons op het WK opnieuw overtroffen, vijfde van de wereld finishen is gewoon absurd. Als ik aan die wedstrijd terugdenk, krijg ik nog altijd kippenvel. Wat ook meespeelt: de Cheetahs zijn een hecht team waarvoor iedereen zich compleet wil smijten. Daardoor kunnen we soms meer dan we denken.”

Op training draag je vaak kledij van 42|54, het sportmerk van ex-atleten Olivia Borlée en Elodie Ouedraogo. Waarom werk je precies met hen samen?

“Samen met Elodie en Olivia liep ik op het EK in 2012 al de 4x100 meter. Ook kruisten we elkaar soms op wedstrijden. Toen ik na een lange blessure opnieuw de loopschoenen aantrok, was ik al mijn sponsors verloren. Ik koos voor een andere coach en sloot me aan bij het team van Jacques Borlée, waar dochter Olivia toen ook trainde. Met veel bewondering keek ik naar de sportoutfits waarmee zij op de piste verscheen. Als voormalig atlete beseft Olivia als geen ander hoe moeilijk het is om een kledingsponsor te vinden. Daarnaast vind ik de 42|54-outfits ook gewoon ontzettend mooi en zitten ze supercomfortabel, wat ook niet onbelangrijk is. Het hele plaatje klopt bij Olivia en Elodie: een Belgisch label met fashionable en sustainable kledij, bovendien opgericht door twee olympiërs. Het motto van hun lijn is trouwens ‘clean athletes, clean clothes’, dat ligt me ook na aan het hart.”

Hoe zien jouw dagen er momenteel uit, slaat de verveling soms niet toe?

“De atleten met contract mogen gelukkig nog op een vijftal plaatsen trainen, zo ook onze groep in Louvain-la-Neuve. In de voormiddag trainen we, al gebeurt dat natuurlijk met de nodige voorzorgsmaatregelen. Aan de inkom wordt je temperatuur gemeten en moet je je handen ontsmetten. Op hetzelfde moment mogen maar enkele atleten het centrum binnen en natuurlijk houden we ons ook aan de anderhalvemeterregel. Na de trainingen kan ik me eigenlijk best goed bezighouden. Zo heb ik nu meer tijd om uitgebreid te koken. Sinds kort hebben we ook een puppy in huis: Truffe. Nu hij nog zo klein is, vind ik het wel handig dat we extra tijd met hem kunnen doorbrengen.”

Hoe kom je tot rust als je de hele voormiddag hebt afgezien?

“Na een zware training probeer ik extra zorg te dragen voor mijn lichaam, zodat ik optimaal herstel van alle inspanningen. Ik doe aan yoga, neem een warm bad of masseer mijn spieren. Daarnaast let ik natuurlijk altijd op mijn voeding, dat helpt zeker. Toch kan ik ook ontspannen door meditatie of een leuke serie op Netflix. Als ik mijn gedachten helemaal wil verzetten, ga ik eens lekker uiteten met familie of vrienden. Al zal ik daar voorlopig nog even op moeten wachten.”

Verheug je je daar het meeste op als de lockdown eenmaal achter de rug is?

“Ik kijk er het meeste naar uit om gewoon familie en vrienden opnieuw te zien. Als eerste geef ik mijn mama een hele dikke knuffel. En mijn oma, al twijfel ik of dat meteen kan. Voorheen vond ik ook shoppen of een bezoek aan de supermarkt zonder masker vanzelfsprekend, maar ik merk nu toch dat ik ook die kleine dingen mis.”

Je ouders werkten voor Rikolto, het voormalige Vredeseilanden, waardoor je deels in Costa Rica bent opgegroeid. Herinner je je nog veel van het leven daar?

“We zijn in Costa Rica gebleven tot vlak voor mijn zesde verjaardag. Ik heb best veel onthouden van die tijd, maar vooral omdat ik er als kind bijna jaarlijks op vakantie ging. Costa Rica is mijn tweede thuis, ik ken het land inmiddels ook heel goed. Ik voel me er echt veilig en heb mezelf nooit als een buitenbeentje gezien, ook al was ik de enige blanke op school. Terwijl ik in het eerste leerjaar in België dat gevoel wel had. De eerste maanden beheerste ik de taal niet en droeg ik nog bloemenkleedjes en -rokjes, wat het allemaal nog moeilijker maakte.”

Ik kan me inbeelden dat het leven in Costa Rica ook wat rustiger verloopt dan in ons land.

“Costa Ricanen zijn heel open en gastvrije mensen, ik word er altijd met enorm veel liefde ontvangen. Als ze ontdekken dat ik in het land ben, bellen ze iedereen op en binnen de tien minuten staat het huis vol met vrienden en kennissen. Er wordt gitaar gespeeld en we eten gezellig samen. De sfeer is zo ontspannen, terwijl je in België bijna een maand op voorhand moet plannen als je met vrienden wil afspreken.”

Je bent een Leuvense in hart en nieren, maar Hasselt als geboorteplek verraadt toch een beetje Limburgse roots?

“Toen mama zwanger was van mij, woonde ons gezin nog in Costa Rica. Omdat ik in stuitligging lag, nam ze liever het zekere voor het onzekere en reisden mijn ouders opnieuw naar België. Bovendien zou een specialist in het Hasseltse ziekenhuis mij kunnen keren. Dat is prima gelukt, maar vlak voor de bevalling ben ik opnieuw gedraaid waardoor ik toch verkeerd ben geboren. (lacht) De familie van mijn papa komt trouwens uit Meldert bij Lummen. Opa is dan ook een grote fan van Het Belang van Limburg. Vroeger stuurde hij altijd een berichtje naar de krant als zijn in Hasselt geboren kleindochter niet tussen de atletiekuitslagen stond. Dat blijft een grappig verhaal, we lachen er soms nog om.”