Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

Met Conner Rousseau zou links een politicus met het potentieel van Bart De Wever kunnen krijgen

Net als ‘Steve Stunt’ in zijn hoogdagen verbergt Rousseau een scherpe ideologische koers onder een vlotte babbel.Beeld BELGA

Het is allemaal nog wat pril, maar met Conner Rousseau (sp.a) zou links nog eens een politicus met het potentieel van een Bart De Wever (N-VA) op rechts kunnen krijgen. De kans dat zij ook samen de as van de volgende federale regering gaan vormen, slinkt wel. En dat is vooral slecht nieuws voor De Wever.

Hij doet het niet vaak, rechtstreeks in debat gaan met een politieke tegenstrever. Tenzij een of ander verkiezingsmediaformat hem ertoe dwingt, prefereert Bart De Wever op dit laat-presidentiële moment in zijn carrière, het podium voor zichzelf alleen. Daar krijgt hij ook vaak genoeg de kans toe.

Afgelopen week maakte de N-VA-voorzitter toch een uitzondering. Bij de boekvoorstelling van Het DNA van Vlaanderen van Ivan De Vadder en Jan Callebaut ging De Wever het debat aan met Conner Rousseau, de jeune premier van de sp.a. Dat is best opmerkelijk. Rousseau komt nog maar pas piepen, maar met zijn non-conformistische stijl maakt hij de blitz in de Wetstraat. In korte tijd is hij aan het uitgroeien tot de man waar iedereen naast wil staan op de foto. Zelfs Bart De Wever.

Nog opmerkelijker is dat Rousseau zelfs de meest relevante uitspraak van het hele gesprek liet optekenen. “Tegen eind september moet er een oplossing zijn, of de mensen komen de ruiten van het parlement ingooien”, zei hij ferm over de federale regeringsvorming. De deadline is daarmee nog maar eens op scherp gezet.

Grootspraak? Misschien. Al van sinds hij zijn neus aan het venster van de toppolitiek is komen steken, wordt Rousseau grootspraak verweten. In werkelijkheid blijkt de sp.a-voorzitter zijn kegels telkens verdraaid goed op een rij te hebben staan. Het is nog erg vroeg dag, maar Rousseau zou bij de Vlaamse socialisten weleens het grootste politieke talent kunnen zijn sinds Steve Stevaert.

Wissel van de wacht

De vergelijking is niet uit de lucht gegrepen. Net als ‘Steve Stunt’ in zijn hoogdagen verbergt Rousseau een scherpe ideologische koers onder een vlotte babbel. Tegelijk durft hij intern door te pakken: de vermolmde provinciale afdelingen gingen alvast voor de bijl. Dat levert rekeningen op die hem, ook net als bij Stevaert en Patrick Janssens, ooit betaald zullen worden gezet. Maar voorlopig houdt iedereen de snaveltjes dicht. Niet slecht voor een snotneus van 27.

Het geeft aan het debat van afgelopen dinsdag een zeker symbolisch gewicht. Alsof zich een wissel van de wacht voltrok. In de ene hoek, de rijzende ster Rousseau. In de andere, de oudere veldheer, Bart De Wever.

Is Rousseau een van de weinige mogelijke politieke winnaars in de coronacrisis, dan blijft het voor De Wever uitzonderlijk moeilijk om de juiste toon te vinden. Nu eens de man die zittend op een bankje campagne wou voeren tegen de strenge lockdown, dan weer de man die een avondklok bepleitte. Dat hij met zijn stelling dat quarantaine enkel voor zieke mensen bedoeld is, ook historisch de mist in ging, is veelbetekenend. Er komen steeds meer scheurtjes in het imago van plaatstaal.

Conner Rousseau komt nog maar pas piepen, maar met zijn non-conformistische stijl maakt hij de blitz in de Wetstraat.Beeld BELGA

Dat is nog het minste. Uit de deadline van Rousseau zou je kunnen begrijpen dat er links of rechts toch al ernstig nagedacht wordt over een deftige regering. Dat is ook zo, en de N-VA staat niet bepaald in het centrum van die plannen. Er lijkt een trein te vertrekken, en Bart De Wever staat, heftig gesticulerend, op het perron.

Wie De Wever en Rousseau samen uiterst beschaafd zag debatteren, kan er nochtans de Vlaamse as in vermoeden van een toekomstige federale regering. Dat is minder gek dan het lijkt. Dat op een moment van diepe crisis als vandaag de leiders van de meest relevante rechtse en linkse partij samenwerking onderzoeken, zou niet meer dan normaal mogen zijn. Bij de bijna-vorming van de noodregering aan het begin van de coronacrisis leek de tandem De Wever-Rousseau ook effectief te werken. Maar die kans is dus verkeken.

De malaise met de noodregering heeft de structurele handicap van de N-VA wel pijnlijk blootgelegd. De partij heeft geen pendant in Franstalig België. Een ‘Waalse N-VA’ is er uiteraard niet, en met de bestaande Franstalige partijen werden nooit duurzame ‘backchannels’ uitgebouwd.

Met de MR waren die kanalen er wel, maar die partij blijft getraumatiseerd achter nadat de N-VA vlak voor de finish koudweg de regering-Michel opblies. In contacten met de PS is nooit geïnvesteerd. Geen wonder dat vijftien jaar van wederzijdse verwijten en provocaties niet zomaar uitgewist raken.

In dat licht moet de opmerkelijke uitspraak van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) gelezen worden, dat hij goed kan samenwerken met zijn Waalse evenknie Elio Di Rupo (PS). Het is een signaal van wapenstilstand om de PS toch te vermurwen. Maar voor elke Jambon passeert er wel weer een aangebrande tweet van Theo Francken of Peter De Roover, en is het wantrouwen weer gevoed. Er zal nog zeer veel water door de Maas moeten vloeien om die relatie vlot te trekken.

Dat maakt Bart De Wever kwetsbaar. Even leek hij de sp.a uit de invloedssfeer van de PS weg te kunnen lokken, zoals hij eerder in Antwerpen de lokale sp.a van Groen wist af te scheiden. Inmiddels sloten Rousseau en PS-voorzitter Paul Magnette een ‘samen uit samen thuis’-pact, zoals deze krant vorige week al schreef. Als dat pact standhoudt, is het voor N-VA over en sluiten.

Paarse as

Dat is vandaag voor de partij een veel angstaanjagender vooruitzicht dan het pakweg drie maanden geleden was. Met de kritiek dat (zonder N-VA) slechts een Vlaamse minderheid in de regering zou vertegenwoordigd zijn, krijg je het grote publiek nu even niet geboeid. Een regering die de weg uit de coronacrisis uitstippelt, zou weleens een succesvolle regering kunnen zijn, ook al staat de grootste Vlaamse partij aan de kant.

Zo’n regering is er voor alle duidelijkheid nog niet. Maar een paarse as van liberalen en socialisten lijkt zich stilaan toch te vormen. Met de N-VA buitenspel, kom je dan vrij snel uit bij Vivaldi (met christen­democraten en groenen) of bij een minderheids­kabinet (met christen­democraten óf groenen).

Er tekent zich, heel voorzichtigjes, zelfs al het silhouet van een kandidaat-premier af: Alexander De Croo (Open Vld), door menigeen geprezen voor zijn zakelijke crisisbeleid. Een centrumlinks georiënteerd kabinet met een centrumrechts georiënteerde eerste minister: zou dat geen mooi Belgisch compromis zijn om eindelijk nog eens een echte regering mogelijk te maken?

Roel Wauters werkte mee aan dit artikel.

Paarse as
Beeld Geert De Rycke