Direct naar artikelinhoud
InterviewErika Vlieghe

‘Je kan niet op kleine kinderen passen zonder ze aan te raken’

‘Je kan niet op kleine kinderen passen zonder ze aan te raken’
Beeld BELGA

Een aantal grootouders kan opnieuw op hun kleinkinderen passen. Erika Vlieghe, voorzitter van de groep die de corona-exit begeleidt, legt uit dat het om een verduidelijking gaat.

Welke grootouders kunnen opnieuw voor hun kleinkinderen zorgen?

“Jonge grootouders onder de 65 jaar. Zo is het perfect mogelijk dat oma en opa van 53 jaar op hun kleinkinderen passen. Zij moeten natuurlijk gezond zijn. We willen op die manier wat tegemoetkomen aan de vele vragen die we kregen van de gezinsbond en van grootouders zelf. Op deze manier kunnen grootouders ouders wat helpen bij de opvang van kinderen. Het is wel de bedoeling dat de grootouders en het gezin met kinderen dan zo weinig mogelijk contact hebben met andere mensen. Je moet de bubbel zo klein mogelijk houden.”

Waarom kan deze versoepeling nu wel?

“Toen we de lockdown ingingen, was het de bedoeling om generaties zoveel als mogelijk van elkaar te scheiden. Maar ondertussen staan onze collectieve inspanningen het toe om stap per stap die generaties weer met elkaar in contact te brengen. Eigenlijk gaat het hier om een verduidelijking van de regels die al golden. Maar door de overvloed aan informatie zijn die misschien wat ondergesneeuwd geraakt. Bovendien lijkt het een goed moment om dat nog eens te verduidelijken. In de data zien we een dalende trend en een beperkte ziektelast voor -65-jarigen. Het is onze bedoeling om stap voor stap kleine openingen te maken.”

Waar moet ik als grootouder op letten?

“Het is zeer belangrijk dat je contacten beperkt zijn. Als je bijvoorbeeld zelf als 55-jarige mantelzorger bent voor 80-plussers, dan is het geen goed idee om op de kleinkinderen te letten. Bovendien is het belangrijk om de regels rond social distancing zo goed mogelijk te respecteren. Zeker als het om een gewoon familiebezoek gaat. En natuurlijk beseffen we dat dat niet altijd gemakkelijk is met kleine kinderen.

“Als jonge grootouders de rol opnemen om af en toe voor de kinderen te zorgen, zijn die regels van social distancing niet meer houdbaar. Je kan niet op kleine kinderen passen zonder ze aan te raken. Dat is natuurlijk het punt. Het is belangrijk dat mensen heel waakzaam zijn en kort op de bal spelen. Als een kind ziek is, laat het dan niet bij grootouders achter. Ga naar de dokter, laat het testen, het moet bij de ouders uitzieken.

Wat met grootouders die ouder zijn dan 65? Die kunnen ook gezond zijn.

“Ik begrijp het ongeduld, maar we moeten ergens starten. Ik begrijp dat mensen van 67 of ouder vinden dat ze perfect in staat zijn om kleinkinderen op te vangen. De ene grootouder is de andere niet en algemene regels zijn moeilijk te formuleren. Het is zeker niet de bedoeling de 65-plusser nog tot het einde van het jaar onder een stolp te houden. Maar als we kijken naar de data, dan zien we dat er vanaf 65-plus een duidelijke breuklijn is qua sterfgevallen. Wij doen niet aan leeftijdsdiscriminatie, de maatregel komt voor uit een vaststelling. We willen voldoende voorzorgen nemen.

“Nogmaals, naast de 65-plussers is er ook een hele groep van diabetici en mensen met een hartziekte die graag opnieuw meer menselijk contact willen of hun kleinkinderen willen zien. Maar de maatregelen zijn gebaseerd op een biologische realiteit, namelijk dat zulke mensen meer risico lopen op overlijden. We moeten dus heel voorzichtig blijven.”