Direct naar artikelinhoud
InterviewPedro Facon

Pedro Facon (FOD Volksgezondheid): ‘Er is in deze crisis ontzettend veel tijd en energie verspild’

Pedro Facon.Beeld Francis Vanhee

Als directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid zit Pedro Facon (39) in het hart van het crisismanagement. Daar merkt hij aan den lijve hoe moeilijk het is om knopen door te hakken met acht ministers. ‘Onze bevoegdheidsverdeling? Een kat vindt er haar jongen niet in terug.’

“Ik heb me al afgevraagd of ik een kapper aan mijn bubbel mag toevoegen.” (lacht) De directeur-generaal gezondheidszorg worstelt dezer dagen niet alleen met interministeriële conferenties maar ook met een coronakapsel. De voorbije tien weken moest Pedro Facon manoeuvreren in een kluwen van taskforces, werkgroepen en comités. Nu de eerste golf van de epidemie op haar laatste benen loopt, blikt hij terug. 

Spreken we met een tevreden man?

Pedro Facon: “We mogen stellen dat de ziekenhuizen en de huisartsen deze grote stresstest hebben doorstaan. In een mum van tijd zijn er triage- en schakelzorgcentra opgericht, is er extra ruimte gecreëerd op de diensten intensieve zorg, zijn er aparte patiëntenstromen voor Covid-19-patiënten opgericht... Dat hele systeem heeft gewerkt. 

Wie is Pedro Facon?

- 39 jaar
- Geboren in Kortrijk, woont in Beersel
- Samenwonend
- Master politieke wetenschappen (KU Leuven)
- Onderzoeker Instituut voor de Overheid (KU Leuven)
- Adviseur strategie en organisatie Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) 2005-2013
- Kabinetschef gezondheidszorg minister Maggie De Block (Open Vld) 2013-2017
- Directeur-generaal gezondheidszorg bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid

“Er zijn enorme inspanningen geleverd. Wij als overheid hebben dat proberen te coördineren, maar ik moet benadrukken dat het succes vooral te danken is aan de professionaliteit en verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen en de huisartsen, maar ook de apothekers of pakweg de tandartsen. Die zijn meteen in actie geschoten toen ze de rampscenario’s zagen in Noord-Italië. Het illustreert hoe veerkrachtig onze gezondheidszorg is.”

Er kwam ook kritiek. In de woon-zorgcentra kwam de respons te laat, de apothekers voelden zich aan hun lot overgelaten, er was te weinig beschermingsmateriaal...

“Ik ben de eerste om toe te geven dat er tekortkomingen waren. We zitten in een crisissituatie die niemand nooit eerder heeft meegemaakt. Je moet weten, de overheid zit zelf in een crisissituatie. We hebben wel een aantal draaiboeken, maar niet voor deze omvang. Wij hebben ons in een mum van tijd moeten reorganiseren en nieuwe tactieken moeten bedenken. En ook onze capaciteit is beperkt. 

“Mensen vergeten dat wel eens, maar de overheid is nooit in shut down gegaan. De driehonderd mensen van mijn afdeling zijn blijven doorwerken, velen van thuis. Ook mensen met kinderen.”

Wat kon beter? 

“De hele organisatie van het crisisbeheer is te complex. Er worden met hoge snelheid beslissingen genomen in parallelle kokers die onvoldoende gestroomlijnd zijn. Je hebt het nationale crisisbeheer, met de Nationale Veiligheidsraad, het Crisiscentrum en de gouverneurs. Daarrond heb je een groeiend aantal expertengroepen. Vervolgens heb je ook het interfederale gezondheidszorgbeleid, waarbij acht ministers voortdurend moeten afstemmen. En dan heb je binnen de gezondheidszorg ook nog het overlegmodel, met de zorgverstrekkers en de ziekenfondsen. 

Pedro Facon: "De hele organisatie van het crisisbeheer is te complex."Beeld Francis Vanhee

“Boven alles is er een versplinterde bevoegdheidsverdeling. Er gaat enorm veel tijd en energie verloren door het voortdurend afstemmen van die niveaus op elkaar.”

Kunt u daar een voorbeeld van geven? 

“Qua testing in de rusthuizen bijvoorbeeld heeft elke gemeenschap een andere strategie aangenomen. De ene test meer personeelsleden, de andere focust op bewoners of patiënten. Maar voor sommige zorginstellingen zijn die verschillen problematisch. De psychiatrische ziekenhuizen bijvoorbeeld, vallen onder het federale niveau, terwijl de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT’s) Vlaamse materie zijn. Terwijl in de praktijk een aantal psychiatrische ziekenhuizen en PVT’s op dezelfde plek zijn ondergebracht. Dat betekent dus dat je een gang verder plots een andere test-strategie hebt. 

“Het is soms hallucinant. Sommige ziekenhuizen hebben containers aangeschaft om op hun parking te zetten om daar de triage te doen. Huren ze die containers, dan valt dat onder de financiering van de federale overheid. Kopen ze die aan, dan is dat Vlaams. Een kat vindt daar zijn jongen niet meer in terug. 

“Wie is er verantwoordelijk voor de mondmaskers? We hebben een aantal weken nodig gehad om via die interministeriële conferentie te achterhalen wie nu precies moet leveren voor welke groepen.

“We zeggen al lang dat de huidige bevoegdheidsverdeling een enorme rem is voor een slagkrachtig beleid. Eigenlijk moet je het dak repareren als de zon schijnt. We hebben dat niet gedaan en daar betalen we nu een prijs voor.”

Welke prijs? 

“Er is veel tijd verloren gegaan, dat wil ik echt onderstrepen. Ik wil geen verwijten maken. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen zijn uiterste best doet en ik werk graag en goed samen met de collega’s van de deelstaten, maar de structuren bemoeilijken de samenwerking.”

Wat stelt u voor: een herfederalisering? Of moeten we alles naar de gemeenschappen overhevelen?

“Als federaal ambtenaar kijk ik daar met een bestuurskundige bril naar. Er zijn meerdere scenario’s mogelijk en geen ervan is perfect.  Wel moeten we een duidelijke keuze maken: de ene richting, of de andere. Verder mengen zal ons alleen maar verder van de regen in de drop brengen.

“Er zijn een aantal realiteiten. De deelstaten voeren intussen een eigen beleid op het vlak van preventie, eerstelijnsgezondheidszorg, de ouderenzorg, de financiering van de ziekenhuisinfrastructuur... Wil je dat opnieuw naar het federale niveau overhevelen, dan heb je jaren nodig om dat opnieuw te stroomlijnen. Tandpasta die uit de tube is, kan je er moeilijk terug induwen.

“Wil dat zeggen dat ik resoluut tegen een herfederalisering ben? Nee, maar ik stel me vragen over de haalbaarheid ervan. Mocht je van een wit blad vertrekken zonder historiek, dan valt er volgens mij veel te zeggen voor een grotere schaal. Voor het financieren van de sociale zekerheid bijvoorbeeld, heb je beter een grote schaal dan een kleine. Het is niet ondenkbaar dat je pakweg de uitvoering van de gezondheidszorg voort regionaliseert, maar een solidaire financiering behoudt.”

Dan blijft het wel gefragmenteerd. 

“De pot spijzen zou je samen kunnen doen. De organisatie en uitoefening van de gezondheidszorg en de ziekteverzekering moeten in één hand komen. 

“Het debat is ook ingewikkelder dan federaal versus deelstaten. Sommige uitdagingen krijgen we niet opgelost op nationaal niveau. 

“Geneesmiddelenbeleid of digitalisering in de zorg, dat zit beter op Europees niveau. Maar ook het globale beheer van een crisis zoals Covid-19. Waarom heeft elk land zijn eigen regels rond social distancing of quarantainebeheer? Waarom moet elk land apart mondmaskers zoeken? Waarom zou je geen piekcapaciteit van je intensieve zorg met andere landen kunnen delen, zeker als je weet dat de epidemie niet in elk land op hetzelfde moment zal plaatsvinden? 

“We moeten ook de bevoegdheden op het niveau van de steden en gemeenten versterken. Sommige elementen van de gezondheidszorg moeten heel dicht bij de bevolking staan, met een sterke link naar het lokaal en sociaal beleid.”

Hoe realistisch is dat allemaal? Politici hebben zich in het verleden steeds laten leiden door ideologie of pragmatiek, niet door efficiëntie of goed bestuur.

“De politiek blijkt vandaag niet in staat om een oplossing te bieden. De voorbije jaren werd het debat over de staatshervorming in de koelkast gestopt. Halen ze dat er nu uit, dan dreigt een oververhitting. De politiek zou een kleine groep experts het mandaat moeten geven om een staatshervorming voor te bereiden. Zij kunnen met enkele scenario’s komen en het is dan aan de politiek om de knoop door te hakken. Dat hoeft geen jaren te duren, want er is al heel veel voorbereidend werk gebeurd.”

Pedro Facon.Beeld Francis Vanhee

Nooit eerder besefte het grote publiek zo goed het belang van pakweg verpleegkundigen. Anderzijds: het is een beroepsgroep die al jaren schreeuwt om betere werkomstandigheden en hogere lonen. Hoe gaan we onze helden na corona bedanken? 

“Dat is een heel terechte opmerking. Men kan niet leven en eten van applaus alleen.

“Het hele financieringssysteem moet herbekeken worden. Het systeem moet billijk en transparant zijn. De verschillen die we nu zien – als we ze al kennen – tussen artsen onderling, maar ook tussen artsen en verpleegkundigen, tandartsen en mondhygiënisten... die moeten globaal aangepakt worden. Er zal altijd variatie zijn, maar nu zijn de verschillen te groot.”

De herziening van de ziekenhuisfinanciering was dé grote werf van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). U was haar kabinetschef tot 2017. Is er voldoende gerealiseerd de voorbije legislatuur?

“Ik probeer daar kritisch naar te kijken, maar de hervormingsagenda die we in 2014 hebben uitgezet, was volgens mij de juiste. Hebben we alles gerealiseerd? Nee. Maar er zijn belangrijke hervormingen doorgevoerd en er zijn een aantal uitwassen aangepakt.”

Sinds zondag is er een duidelijke versoepeling. Houdt u uw hart vast? 

“Ik denk dat we zeer waakzaam moeten zijn. In een maand tijd zijn we van 0 naar 5.700 patiënten gegaan, en het heeft een maand geduurd eer we dat cijfer hebben kunnen halveren. De dalende curve gaat dus maar half zo snel. 

“Ons comité komt elke dag samen en we houden de cijfers nauwlettend in de gaten. Van zodra we een stijging zien, zullen we ingrijpen. We bereiden ons daar nu al op voor, samen met het werkveld.”

U bent nu tien weken fulltime bezig met de Covid-19-crisis. Wat doet dat met een mens? 

“Wij zijn ook moe, dat klopt. We hebben geen keuze. We moeten er alles aan blijven doen om de zaken in goede banen te leiden. We willen dat de mensen op het terrein kunnen rekenen op een overheid die de juiste beslissingen neemt. Soms lukt dat, soms niet. Sommige zaken werken goed, maar er is ook terecht kritiek. 

“We moeten een manier vinden om rustmomenten in te bouwen. Dit is geen sprint, maar een marathon. Een sprint-marathon om precies te zijn, waarbij we elke nieuwe piek het hoofd moeten kunnen bieden. Ik moet ook de gezondheid van mijn mensen in de gaten houden. Er is een enorme inzet en ik heb een grote bewondering voor hun veerkracht en flexibiliteit, maar ik besef dat er voor hen extra psychosociale ondersteuning moet komen. Iedereen kent mensen die ziek zijn geworden. Ik ook. De teller staat nu op ruim 8.700 sterfgevallen. Zoveel verloren levens, dat laat niemand koud.”