Oversterfte tijdens coronaperiode hoogst in Brussel
De Vrije Universiteit Brussel monitort op basis van cijfers van Statbel de oversterfte in België door het coronavirus. Uit de cijfers blijkt dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het hardst getroffen werd door een oversterfte door het virus.
De cijfers, die over een periode van 16 maart tot 3 mei gaan, illustreren het effect van de epidemie op de sterfte in ons land.
Helemaal in het begin van de corona-epidemie (9-15 maart) lag het aantal sterfgevallen in België lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Vanaf 16 maart komt de sterfte iets hoger te liggen dan verwacht. Op 10 april wordt uiteindelijk het maximale aantal overlijdens op één dag bereikt. Met 667 sterfgevallen overlijdt op die dag meer dan het dubbele van het normale aantal personen.
In de week van 27 april tot 3 mei daalde het aantal geregistreerde overlijdens weer tot 2.363. Ook dan is er nog steeds sprake van oversterfte in deze periode van het jaar.
In vergelijking met de vorige vijf jaren zijn dit jaar in de periode van 16 maart tot 3 mei 8.186 personen meer gestorven dan verwacht.
Volgens de studie kon geen enkele regio in België ontsnappen aan de oversterfte door corona. Vooral in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijkt het aantal sterfgevallen in bepaalde weken tot driemaal hoger te liggen dan normaal.
De VUB kan uit de cijfers ook afleiden dat de arrondissementen die het eerst geconfronteerd werden met het coronavirus nu de hoogste totale oversterfte hebben. In de piek van eind maart tot midden april kregen bijna alle arrondissementen te maken met een oversterfte van minstens 50 procent. Enkel in dunbevolkte regio’s zoals Hoei of Virton is dat niet het geval.