Direct naar artikelinhoud
InterviewKinderarmoede

‘Als kinderen zoals Dylan nu afhaken op school, dreigt een structurele impact op de armoedecijfers’

De jonge Dylan maakte met zijn getuigenis in 'Karrewiet' veel reacties los.Beeld vrt

De getuigenis van de 13-jarige Dylan in Karrewiet kruipt onder ieders vel. Experts Koen Vleminckx en Rudi Van Dam (FOD Sociale Zekerheid) worden dagelijks met de neus op de cijfers geduwd: ‘Een volgehouden aanpak rond kinderarmoede is er nooit geweest.’

“Het was erg moedig van die jongen om zijn situatie te delen. Zulke concrete ervaringen zijn belangrijk om mensen erop te wijzen wat opgroeien in armoede precies betekent. Voor de middenklasse of politici is dat soms moeilijk te begrijpen”, zegt Koen Vleminckx, coördinator sociale studies bij de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid, over het verhaal van de 13-jarige Dylan. Die getuigde in Ketnet-journaal Karrewiet hoe zijn ouders bijna niet de middelen hebben om eten te kopen. “Als ik nu één ding kan wensen voor mijn gezin, dan is het iets meer geld”, klonk het.

De cijfers van vzw Uit De Marge die De Morgen maandag bracht, toonden al hoe schrijnend de situatie van veel kwetsbare jongeren en kinderen tijdens de lockdown is. Geen computer, geen ruimte om te studeren, familiale conflicten, enzovoort. Vleminckx en zijn collega Rudi Van Dam, expert sociale indicatoren, worden als leden van werkgroep ‘Sociale Impact Covid-19-crisis’ dagelijks met de neus op die feiten geduwd.

Een vader die even werkloos is, thuis een hoop monden te voeden en plots stapelen de problemen zich op: hoeveel precaire situaties zoals die van Dylan doen er zich voor?

Van Dam: “Cijfergegevens over wat er zich op dit moment aan het afspelen is, hebben we natuurlijk nog niet. Maar de situatie voor deze crisis geeft wel een zekere inschatting. Vijftien procent van de Belgische kinderen leefde al in een situatie van materiële en sociale deprivatie, dat zijn ongeveer 300.000 kinderen. Dat percentage ligt in lijn met de cijfers uit Frankrijk, maar Nederland en Duitsland doen het met respectievelijk 13 en 11 procent toch een pak beter. 

“Die bepaling gebeurt op basis van een hele simpele vragenlijst met 17 items: heeft een kind twee paar schoenen? Kan het thuis vriendjes uitnodigen? Eenvoudige zaken die goed aansluiten bij het verhaal van Dylan. We weten bovendien dat heel wat huishoudens die voordien al tegen de armoedegrens aanschurkten in de huidige omstandigheden serieus getroffen worden.”

Koen VleminckxBeeld RV

Vleminckx: “Met reden wordt er nu dus aan de alarmbel getrokken: deze lockdown verzwakt vooral de groepen die al minder weerbaar waren. Kinderarmoede is nochtans een van de weinige andere thema’s die in elk partijprogramma een plaats heeft. Toch slagen we de voorbije jaren er niet in om vooruitgang te boeken. De wetenschappelijke inzichten zijn er, net als herhaaldelijke doelstellingen vanuit de politiek. Maar een volgehouden aanpak rond kinderarmoede is er nooit geweest, terwijl het over de partijgrenzen heen beleidsprioriteit nummer één zou moeten zijn.”

Kan een focus op kinderarmoede ook niet contraproductief werken en de verantwoordelijkheid voor armoede bij de volwassenen leggen, zoals UAntwerpen-prof Wim Van Lancker een aantal jaar geleden schreef?

Vleminckx: “Dat verwijt kreeg ik twintig jaar geleden ook al toen ik een boek uitbracht over kinderarmoede. Natuurlijk kan je kinderen niet zomaar gaan afzonderen van hun huishouden: heel veel problemen waar ze mee te maken krijgen, bevinden zich net op het niveau van de ouders. Spreken over kinderarmoede is vooral denken op de langere termijn: een kind dat nu minder kansen krijgt, zal daar op latere leeftijd de littekens van dragen. Die vicieuze cirkels moeten we doorbreken.”

Van Dam: “We weten dat armoede in ons land sterk samenhangt met een gebrekkige toegang tot de arbeidsmarkt. Als kinderen zoals Dylan nu afhaken op school, dreigt er een structurele impact van deze coronacrisis op de armoedecijfers. Onze startpositie was trouwens al niet goed: uit de PISA-cijfers komt telkens een grote ongelijkheid naar voren in het onderwijs.”

Het armoederisico stond vorig jaar ook al op het hoogste niveau ooit gemeten door jullie FOD: 16,4 procent. Dreigt die parameter binnenkort te exploderen?

Van Dam: “Als deze situatie niet langer dan drie maanden duurt, zou de impact op het jaarlijkse inkomen (waarop het armoederisico gebaseerd is, MM) volgens het Federaal Planbureau vrij beperkt zijn, mede door een aantal fiscale ingrepen. Daar zijn natuurlijk wel een aantal grote ‘maars’ bij.

“Eerst en vooral hebben veel mensen geen buffer voor de korte termijn, de helft van de gezinnen heeft maar één maand spaarbuffer. Ten tweede is de regering heel snel geweest met het uitrollen van een aantal noodmaatregelen, maar zijn een aantal kwetsbare profielen daarbij door de mazen van het net geglipt. Denk bijvoorbeeld maar aan interimkrachten wier contract net voor de lockdown afliep. Als laatste zal veel ook afhangen van de vraag hoeveel mensen, die nu tijdelijk werkloos zijn, straks naar de arbeidsmarkt terugvloeien.”

Rudi Van DamBeeld rv

Met een uitkering trekken veel gezinnen het alvast niet. Moet die niet gewoon omhoog?

Vleminckx: “Armoede is een complex gegeven dat actief is op diverse beleidsdomeinen. De hoogte van een leefloon ligt in België onder de armoedegrens, dus ja, dat is inderdaad een belangrijk handvat. Maar de discriminatie op de arbeidsmarkt, die volgens de OESO in ons land een belangrijk probleem vormt, zullen we eveneens moeten aanpakken.”