Direct naar artikelinhoud
Tom Waes: ‘Seksualiteit neemt in Japan extreme vormen aan. Porno is er totaal van de pot gerukt’
Interview

Tom Waes: ‘Seksualiteit neemt in Japan extreme vormen aan. Porno is er totaal van de pot gerukt’

Lang geleden, toen EK-ballen opgepompt en pintjes getapt werden en wij nog naar hartenlust aan deurklinken mochten likken, zat Tom Waes naar goede gewoonte in het buitenland. Een te koesteren herinnering, want het zal dit jaar bij die ene reis door Japan blijven. In Reizen Waes ziet u het driedelige relaas van een trip langsheen natuurpracht, eenzame zielen en een festival voor naakte venten.

Ik tref Tom Waes zoals het hoort – zuiver virtueel – op het moment dat hij eigenlijk op analoge wijze door Centraal-Amerika had moeten trekken. Daarvoor waren al verkenningstochten door Saudi-Arabië en de Amerikaanse Appalachen in het water gevallen. Dan maar een evenwaardig alternatief.

Tom Waes: “Ik ben net naar Linkeroever verhuisd. Toch één voordeel aan deze crisis: ik heb de tijd gehad om de kasten, de kelder én de zolder op orde te brengen (lacht).

“We zijn van een huis met tuin naar een appartement gegaan. Gelukkig een heel groot, met een binnenkoer op de twintigste verdieping: het kijkt uit over heel Antwerpen én de haven. Verbazingwekkend dat industrie, zeker ’s avonds, zo mooi kan zijn. Als wij de deur uit stappen, ligt het Sint-Annabos achter de hoek. Echt man, ik ben ongelooflijk blij dat ik hier zit.”

En toch kan ik me voorstellen dat het bitterzoet is om de beelden van Japan terug te zien.

“Dat is raar, ja. Het lijkt nu al iets van een ander leven, hè? In de eerste seconden van de voice-over moet ik al zeggen: ‘Zie mij hier bezig.’

“Het is om nog wel meer redenen vreemd om naar te kijken: in Japan trek je vaak zúlke ogen. Maar dat vind ik ook zo boeiend: het land is geëvolueerd in relatieve isolatie, en dat merk je aan hun sociale regels, architectuur, gebruiken, tradities... Een winkelstraat in Milaan ziet er hetzelfde uit als één in Londen of Amsterdam, maar in Japan is alles uniek.”

Zoals we ‘gekke Amerikanen’ zeggen, zeggen we ook ‘gekke Japanners’. Snap jij hun cultuur al iets beter?

“Absoluut. Hoe het er in de kantoren van Tokyo aan toegaat, dat is pure mafkezerij – maar ik begríjp het wel. Je weet misschien dat werknemers de vreemde verplichting hebben om zich op vrijdagavond lazarus te zuipen met hun baas. Tegen elf uur strúíkel je over gasten die met aktetas en plastron in de goot liggen. Waarom? Omdat zij zich 80 uur per week afbeulen – met onze 36-urenweek moeten zij eens goed lachen – en uit hun weinige vrije tijd het maximum willen halen. Dat verklaart volgens mij waarom alles in Japan zo over the top en extreem moet zijn. Gewone Japanners gaan niet op vakantie naar Nederland, maar bouwen Nederland na met authentieke stenen, als pretpark. Dat spaart al gauw twee dagen reistijd uit: cruciaal als je maar twee tot vijf dagen verlof per jáár krijgt.”

Ben jij ooit al zo zat als een Japanner geweest?

“Toch niet. Want dan spreken we echt over lá-ve-loos. Onze gids Hisanori doet het wel. Dan kijkt hij samen met zijn vriend naar een horrorfilm terwijl hij zich een ferm stuk in de kraag zuipt. Hij zendt dat zelfs live uit op Facebook, zodat je het, euh... kan volgen, zeker?”

Jij hebt voor 1 dollar (0,92 euro) in een hotel gelogeerd. Het addertje: er stond een camera in jouw kamer die gelinkt was aan een live YouTube-kanaal.

“Ik heb het gecheckt, maar dat bleek – hoop ik toch – géén seksuele connotaties te hebben. (lacht) Japanners zijn gewoon nogal geïnteresseerd in voyeurisme, misschien wel omdat ze vaak te kampen hebben met grote eenzaamheid.

“Ken je het fenomeen van de hikikomori? Toen ik daarover hoorde, viel ik plat achterover. Hikikomori zijn jonge kinderen van 7, 8 jaar die falen op school, slecht zijn in sociale contacten en een slechte band hebben met hun ouders. Zij kiezen er dan maar voor om zich af te sluiten van de maatschappij. Ze stoppen met school, gaan naar hun kamer en beginnen te gamen of te kijken naar YouTube-filmpjes, het stomste eerst. Daar blijven ze dan jarenlang zitten. Wij zijn in een centrum geweest dat hikikomori uit hun isolatie probeert te halen. Daar zat een meisje dat zich tíén jaar lang in haar kamer had opgesloten. Alles had ze gemist: haar eerste schoolbal, haar eerste kus, haar eerste lief... En het is geen randfenomeen: het gaat over miljoenen kinderen! Ik krijg daar nog altijd mijn kop niet rond. Maar kennelijk doen ze het uit een soort faalangst, omdat die strikte maatschappij zóveel van hen verwacht.”

Kan je als westerling gemakkelijk door de Japanse maatschappij manoeuvreren?

“Je bent er toch eerder de olifant in de porseleinkast. (lacht) Hisa zei soms: ‘Doe dat nóóit meer.’ Dat ging dan over: eerst een jong meisje begroeten terwijl er ook een oude man aanwezig was, die dan gigantisch beledigd was. Een goede Japan-tip: stel je vragen altijd éérst aan de oude knarren. Vermoeiend, hoor.

“Wij zijn het gewend om de camera klaar te zetten en te gáán. Hier ging dat niet. Hisa moest éérst naar binnen, plichtplegingen doen, businesskaartjes uitwisselen, vragen uitleggen... Man bijt hond kan je onmogelijk maken in Japan. Gewoon even aan de deur bellen op z’n Martin Heylens: ‘Mogen wij even binnenkomen?’ Wij hebben dat daar eens geprobeerd, en onze gids werd bijna zot. (lacht)

Je bent ook, vast uit puur professionele overwegingen, een geisha gaan opzoeken.

“Alle regels die Japanse conversaties bepalen – je mag er niet aan dénken welke stappen je allemaal moet doorlopen om pakweg je schoonvader om de hand van zijn dochter te vragen – zorgen ervoor dat met name zakelijke gesprekken enorm stroef verlopen. En daarom beroepen zakenmensen zich vaak op een geisha. Dat is – zo hebben ze mij duizend keer op het hart gedrukt – géén prostituee. Eerder een duur statussymbool dat je businesspartner toont: ‘Ik heb veel geld en ik investeer in u.’ Zij fungeert dan als een entertainende moderator van het gesprek. Als het stilvalt, brengt de geisha leven in de brouwerij met gezelschapsspelletjes, muziek, zang, dans, moppen... Jammer: we hebben de geisha die wij hebben ontmoet duizend keer naar haar beste moppen gevraagd, maar ze wilde er geen vertellen.”

Tom Waes: ‘Seksualiteit neemt in Japan extreme vormen aan. Porno is er totaal van de pot gerukt’

10.000 NAAKTE VENTEN

Japan lijkt me nogal verstikkend om in te wonen.

(twijfelt) Wat ik zo fantastisch vind aan Japan, is tegelijk een grote zwakte. De diepgewortelde tradities en regels kunnen wel degelijk heel mooi zijn. Overal word je begroet, er heerst een zekere gedienstigheid en gastvrijheid... Japanners zijn in tune met hun tradities op een manier die wij volledig kwijt zijn. Zo heb ik twee ambachtelijke theepotten meegebracht uit een ateliertje dat al driehonderd jaar bestaat. Die kostten belachelijk veel geld, maar ik heb ze toch gekocht omdat het kunstwerken zijn die de rest van mijn leven zullen meegaan. Iemand in een kelder in Kyoto heeft er wéken aan gewerkt, met de allerkleinste gravures. Prachtig. Zoiets vind je nergens anders.

“De schaduwzijde is inderdaad dat er héél veel sociale druk is. Hisa is homo, maar homoseksualiteit is binnen het Japanse gezin een gigantisch probleem. Zijn vader voelt zich door hem in zijn eer gekrenkt. Dat de hikikomori zich opsluiten is ook het gevolg van dat verregaande eergevoel: zij voelen dat zij tekortschieten. Vroeger werden veel zelfmoorden gepleegd uit zulk eergevoel. Seppuku (of harakiri: de traditionele manier van zelfmoord van de samoerai, waarbij ze zich zonder een kik te geven in de buik sneden en – indien mogelijk – ook nog in het hart staken, red.) was niet voor niets een Japans gebruik.

“Gelukkig levert al dat protocol ook ludieke toestanden op. Op een bepaald moment moest ik afscheid nemen. Ik boog. Dan boog hij, dan ik weer, en dat ging zo maar door. Tot Hisa zei: ‘Tom, als jij nu niet doorgaat, blíjven we bezig, hoor.’ (lacht)

Vertel eens iets over het Naked Men Festival?

“Het is een erg traditioneel Japans gebeuren waarbij tienduizend naakte venten in een tempel worden geduwd, voilà. (lacht) In die tempel worden twee stokjes in de menigte gegooid die je ‘geluk en welvaart’ moeten brengen. Maar ik heb van dat ‘geluk en welvaart’ weinig gezien: wel twee kerels die opeens verpletterd werden door de 9.998 anderen die zo’n stokje wilden. Ik kwam er bont en blauw uit, met wellicht wat gekneusde ribben. Ze zeiden mij: steek je handen omhoog zodat je niet onder de massa wordt getrokken, want dan word je vertrappeld. Ik heb zo een paar magere gastjes zien wegglippen. Het Naked Men Festival leverde misschien wel de vreemdste beelden op die we hebben geschoten, zeker nu: als je érgens corona kon oplopen, dan wel daar. (lachje)

Ik ga soms naar comicbookconventies en daar zie je bij de Japanse standjes beeldjes van rondborstige schoolmeisjes van wie de rokjes omhoog wippen, of levensgrote kussens met babes erop die je in je slaap kan vastpakken. What’s that about?

“We zijn gaan filmen in een kawaii-restaurant, waar meisjes rondlopen in waanzinnige minirokjes, met fluoroze haar, en praten met geaffecteerd hoge stemmetjes. Héél raar. Hisa was daar beschaamd over: hij vond het erg hoe in Japan met seksualiteit wordt omgegaan. Het neemt er, zoals alles, extreme vormen aan. Hoe strenger de regels, hoe harder je wil uitbreken. Porno is er bijvoorbeeld totaal van de pot gerukt, maar nooit ongecensureerd: dát vinden ze er dan weer over.”

Jij was in Japan toen de coronacrisis uitbrak.

(knikt) Toen wij landden, waren Chinezen al niet meer welkom: in Tokio en vooral in Kyoto lagen de straten er maar verlaten bij door het gebrek aan Chinese toeristen. Toen we richting Hokkaido trokken, het grote noordelijke eiland, ontplofte het écht. De noodtoestand werd afgekondigd. We vlogen terug naar Tokio, en in vijf dagen was die stad totaal veranderd. Wij waren opeens de enige vier mensen zonder mondmasker in die hele metropool. De deuren van de winkels stonden open, zodat je niet aan de klink hoefde te komen. Overal stond er zeep en ontsmettingsmiddel. Op hotel mocht je je ontbijt niet meer opscheppen... Wij hebben daar toen smakelijk om gelachen: ‘Allee jong, wat een overdrijvers!’ Viroloog Marc Wathelet was volgens Maggie De Block een dramaqueen, en ik was het daar niet mee oneens. Een paar dagen later viel de eerste dode in België. En toen waren het er acht, en dan twaalf... Dan slaat de stemming natuurlijk snel om.”

Ben je nooit bang geweest om het zelf te krijgen in Japan?

“Nee, maar het zou wel kunnen dat ik het daarvóór al heb gehad. In november zijn mijn vriendin Mieke en ik mijn zoon gaan bezoeken in Hongkong, toen daar volop massamanifestaties bezig waren. We zijn in zo’n betoging terechtgekomen. Terug thuis begon ik de longen uit mijn lijf te hoesten. Omdat ik er een pakje sigaretten per dag doorjoeg, dacht ik dat het daaraan lag. Mieke was intussen doodziek – keelpijn, hoofdpijn, koorts – en heeft nog twee mensen serieus aangestoken. Later lazen we dat corona in november of december al in België zou kunnen geweest zijn: toen ging ons licht branden. We gaan dat natuurlijk nooit zeker weten.

“Het goede is wel dat ik door de weerslag van Hongkong effectief gestopt ben met roken. (lacht) Intussen ben ik dat roken hélemaal vergeten. Zelfs nu. Ik denk echt dat ik ervan af ben.”

Toen ik wist dat ik jou zou opbellen in quarantaine, dacht ik: ‘Tom Waes wordt zot.’

“Dat valt ongelooflijk goed mee. Doordat alles stopt, heb ik tijd om na te denken, en merk ik in wat voor een ratrace ik zat. Het doet eigenlijk wel goed om even op de rem te staan. Echt waar, dezer dagen werk ik aan een kwart van het tempo van vroeger.”

Wat mis je het meest in de lockdown?

“Mijn kinderen. Ze zijn gelukkig in de buurt. Mijn zoon is vanuit Rotterdam terug naar hier gekomen voor de rest van de zomer. En mijn dochter zat in Parijs voor een stage van vier maanden. Tot Macron opeens zei dat het land diezelfde dag nog om middernacht zijn grenzen zou sluiten. Ik ben toen om halfvier ’s nachts in mijn auto gekropen: om acht uur stond ik in Parijs en om kwart voor twaalf reden we de Belgische grens over.

“Je kinderen en je ouders niet kunnen vastpakken: dat is erg. Zeker omdat wij gisteren in de familie een sterfgeval hebben gehad – niet door corona, voor de duidelijkheid. We reden allemaal apart naar het huis van de overledene. Iedereen stond te wachten op de begrafenisondernemer, iedereen had verdriet, maar niemand mocht de ander vastpakken.”

Jij hebt al veel van de wereld gezien, en niet altijd de mooiste kanten. Helpt dat om het één en ander in perspectief te plaatsen?

“Ja. Als je ziet wat sommige mensen te verduren krijgen, dan is zo’n lockdown light natuurlijk iets van niets. In andere landen is er altíjd een avondklok, of loop je het risico van een bom op je kop te krijgen. In Sierra Leone hebben ze verdorie drie beademingstoestellen voor zeven miljoen mensen. Onze gids daar, Bimbola, heeft de ebolatijd meegemaakt. Met zijn reisagentschap kreeg hij nét weer toeristen over de vloer toen corona toesloeg. Toch zei hij ons, bijna vrolijk: ‘Nothing lasts forever.’ Wat heb ik dan te klagen?”

Doet me denken aan een meme die de ronde doet: ‘Onze grootouders werd gevraagd om tegen de nazi’s te vechten, ons wordt gevraagd om in de zetel te liggen. We kúnnen dit.’

(lacht) Ik heb die zelf al een paar keer gebruikt: boenk erop. Mijn grootvader heeft achttien dagen gevochten in de Tweede Wereldoorlog en daarna vijf jaar in een Russisch krijgsgevangenenkamp gezeten. De eerste jaren werden de Belgen nog goed behandeld, maar daarna was er amper eten. Ze werden speelballen tussen de Russen en de nazi’s. Toen de Russen uiteindelijk oprukten, hebben zij daar nog maanden moeten zitten: ‘Als we jullie mee op schok nemen, dan eten jullie ons rantsoen op.’ Na de oorlog zijn die drieduizend Belgen te voet naar huis gestapt. Als mijn grootvader dát kon, dan kan ik in mijn zetel blijven zitten. Ik ben er zelfs heel goed in geworden.”

Is het daarom dat je onlangs zo uit je krammen schoot op Facebook, toen je zag hoe dicht de mensen opeengepakt stonden in de supermarkt?

“Normaal moest ik daar niet zijn, maar mijn douche was verstopt en ik had ontstopper nodig. (lacht) ‘Tom Waes is woest’, las ik achteraf, maar ik had mijn emoji niet op ‘kwaad’ gezet, maar op ‘verdrietig’. Op dat tekstje zijn duizenden reacties gekomen. Ook negatieve. ‘Stukske omhooggevallen BV, ge zoudt liever de winkel voor u alleen hebben, zeker?’ Maar dat negeer ik. Iedereen stond bijna tegen elkaar! Dan trek ik me liever op aan de positieve reacties van het verplegend personeel, en van de werknemers uit de winkel in kwestie: zij moesten daar verdorie de hele dag staan, en ze voelden zich ook niet op hun gemak. Onlangs kwam ik er terug, en nu is de toestand beter. Ze hebben er dus iets aan gedaan.”

10.000 NAAKTE VENTEN

‘ZEILEN WAES’

Je raakt tegenwoordig wel vaker in een relletje verzeild: er was een fotoreeks op de treinsporen die kritiek uitlokte, para’s klaagden dat je op een Humo-cover een baret droeg...

“Onlangs vroeg de Antwerpse middenstand om steun, in het kader van #IkKoopAntwerps. In mijn achterhoofd hoorde ik al: ‘En wij dan, in Oost-Vlaanderen?’ Ik bedoel maar: het is onmogelijk te voorspellen waar de kritiek vandaan zal komen, en je kan je er niet tegen wapenen. Ik probeer dus zo min mogelijk op mijn tellen te passen. Als ik één probleem heb, dan wel dat ik mijn mond niet kan houden. Ricky Gervais heeft dat ook: wie hem aanvalt, schijt hij met plezier uit. Niet dat ik dat doe, maar ik kan het soms toch niet laten om olie op het vuur te gooien.”

Vanochtend las ik nog: ‘Anuna De Wever haalt uit naar Tom Waes.’

“Dat stond in Dag Allemaal: als zij zeggen dat Anuna ‘hard uithaalt’ naar mij, dan heeft ze wellicht hoogstens eens vaagweg in mijn richting gekucht. (lacht)

“Nee, Anuna had gereageerd op een quote waarin ik het zogezegd betreur dat ik het vliegtuig niet kan nemen – wat ik nooit heb gezegd. Ik ben er zeker van dat Anuna en ik exact hetzelfde denken over het vliegtuig nemen. De redactie van Reizen Waes en ik denken al jaren na over een meer milieuvriendelijke versie van het programma. Ik ben een boek over zeilen aan het lezen. Ik heb geen boot én kan niet zeilen, maar toch zou ik graag twee jaar lang de wereld rondvaren. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer Zeilen Waes een valabele optie wordt.”

Denk jij dat er na corona meer zal gebeuren voor het milieu? Deze periode is het bewijs dat we maatregelen kunnen nemen die zelfs veel ingrijpender zijn dan wat de klimaatbeweging voorstelt.

“Ik zou dat ongelooflijk graag hebben. Als je ziet dat we de volledige wereld drie maanden kunnen binnenhouden, dan kan er verdorie véél. Maar je spreekt nu tegen de positivist in mij: de realist blijft zeuren dat we volgend jaar weer met z’n allen op het strand liggen in Tenerife. De kans is groot dat het enige verschil ná corona zich laat voelen in de luchthaven. Na 9/11 hebben we allemaal onze vloeistoffen uit de handbagage moeten halen. Misschien is het gevolg van corona wel dat daar twee of drie stappen bijkomen: een speekseltest, een thermometer in ons gat... Maar voor de duidelijkheid: ik koester die innerlijke positivist.”

Blijft die overeind als hij tegenwoordig naar jouw rekeninguittreksels kijkt?

(lachje) Ik ben geen Rockefeller, hè. Ik factureer per aflevering: is er geen aflevering, dan ook geen factuur. Maar de kosten blijven wél lopen. (zucht) Zo eenvoudig is het allemaal niet. Neem nu Nico (Surings, red.) en Pascal (Braeckman, red.), mijn compagnons de route: Reizen Waes blijft thuis was voor hun de enige draaidag van de maand. Die zijn van twintig draaidagen per maand naar núl gegaan. En als zelfstandige hebben ze niets om op terug te vallen.

“Het is vooral klote dat er geen perspectief is. Een winkelier wist al even dat de heropening eraan kwam. Maar wanneer filmsets of studioprogramma’s weer op volle toeren zullen draaien, dat weten we gewoon nog niet. Als ik in Undercover in een auto zit met een andere acteur, zit er nóg vier man in die auto om te filmen, hè. Een ontbijtscène in de keuken met drie acteurs? Tien man! Ik weet echt niet hoe ze dat gaan oplossen.”

RELATIETEST

Denk jij dat na de zomer al jouw vrienden hun job nog kunnen uitoefenen?

“Ik hoop het. Iedereen maakt nu maximaal gebruik van uitstel van betaling, maar uitstel is geen afstel. Ik heb ook al tegen de bank gezegd: ‘Voorlopig is er geen probleem, maar het kan zijn dat het binnenkort even niet meer lukt.’

“Gelukkig hebben Pascal en Nico wel vooruitzichten, want deze zomer staan er vijftig draaidagen op de planning van Reizen Waes: Vlaanderen. Die afleveringen spelen zich, nogal wiedes, af in Vlaanderen. Of toch als alles goed gaat.”

Ik denk spontaan aan Vlaanderen vakantieland of Man bijt hond. Zal het programma voldoende zijn karakter kunnen bewaren?

“Als wij in Japan met een traditionele visser mee kunnen, waarom zouden we hier dan geen verhalen kunnen sprokkelen op een garnaalboot? De bekommernis is niet of we hier wel toffe afleveringen kunnen maken – zelfs Reizen Waes: Linkeroever zou lukken – maar eerder of het zal mógen. Reizen Waes is gebaseerd op emotie en empathie. Als iedereen een mondmasker op heeft, dan zie je die emotie niet. Als ik overal 2 meter afstand moet bewaren, dan wordt het heel moeilijk.”

Je beseft nu in wat voor ratrace je voordien zat. Wil dat zeggen dat je vóór de coronacrisis goed op weg was om voor het eerst eens met je kop tegen de muur te lopen?

“Ik heb dat gelukkig op tijd zien aankomen: ik heb daar een jaar of twee geleden al iets aan gedaan. Ik zei toen tegen het productiehuis, om me tegen mezelf te beschermen: ‘Géén projecten door elkaar meer, alsjeblieft.’ Ik wilde nog altijd twaalf maanden volle bak gaan, maar ’s ochtends op de set van Undercover staan, ’s middags een voice-over inlezen en ’s avonds in een talkshow zitten: dat gíng niet meer. Deze keer hadden Reizen Waes en Undercover elkaar netjes opgevolgd. Dan zit mijn jaar vól, maar dat vind ik prima. Ik wil nog altijd niet stilzitten.”

Mensen die graag vluchten in hun werk zullen nu wel met zichzelf geconfronteerd worden.

“Dat denk ik ook. Maar mijn werk is geen vlucht. Ik werk veel, maar niet omdat ik niet gelukkig ben of omdat ik niet graag thuiszit. Ik doe mijn job gráág. Ze belden mij om te vragen: ‘We willen terug opstarten dit jaar, wanneer wil jij vakantie?’ Ik viel uit de lucht: waarom zou ik dit jaar verlof nemen? Kerstmis is heilig, dat vieren we met de kinderen. Maar voorts? Aan Undercover werkt tachtig man, aan Reizen Waes ook een hele hoop. Laat mij maar zoveel mogelijk uit mijn kot komen zodra het kan, zodat het jaar niet verloren is voor onze ploeg.”

Vul je soms de UA-enquête in?

“Altijd.”

Daarin vraagt men of je goed slaapt, of je het gevoel hebt zinvol bezig te zijn, zelfs of je jezelf als een waardeloos iemand beschouwt. Vul jij dan eerder ‘het gaat beter dan gewoonlijk’ of ‘het gaat minder dan gewoonlijk’ in?

“Toch eerder ‘het gaat minder dan gewoonlijk’. Het is niet dat ik géén zorgen heb. Ik zit in met mijn kinderen. En ik ben er als de dood voor dat mijn ouders besmet zouden raken – laat staan dat ík hen zou besmetten. Maar mijn innerlijke positivist houdt stand. Ik geloof dat we er allemaal wel zullen doorkomen. En ook: dat we er een goede les uit zullen leren. Zoom-vergaderingen mogen voor mij de standaard worden: daar spaar ik twee uur in de auto mee uit, en die twee uur zijn kóstbaar. Er zijn nog positieve dingen: ik ken mensen die hun ouders meer hebben gehoord in de laatste twee maanden dan in de laatste twee jaar.”

Jij ook?

“Ik moest gisteren op de VRT zijn. Op de terugrit ben ik in Kontich van de autostrade gereden en heb ik naar mijn ouders gebeld: ‘Ik kom efkes dag zeggen!’ Ze stonden met twee klaar op hun balkon, ik bleef op een meter of 30, en ik ben met een goed gevoel naar huis gereden. Elk jaar doe ik die rit duizend keer, en duizend keer rijd ik knal Antwerpen binnen.

“De laatste maanden ben ik ook vaak met mijn zoon Milo gaan fietsen: die ritjes hadden we nog nooit gedaan... Ja, de tijd en de rust doen mij deugd. Ik heb nu een zekere helderheid en overschouwing waar het mij voordien misschien aan ontbrak.”

Een nieuwe stelling in de enquête: ‘De overheid laat heden toe dat je vier verschillende mensen bij je thuis ontvangt. Maakt deze maatregel een groot verschil in jouw leven?’

“Een goede quote vond ik: ‘Het is heel raar, maar ik blijk van iedereen de op vier na beste vriend te zijn.’ (lacht) Mieke en ik hebben dat probleem niet, want wij nodigen niemand uit. Als ik iemand wil zien, dan mijn kinderen. Maar ik wil hen niet in onze bubbel trekken, en zo hun bubbel kapotmaken. Mijn dochter heeft een vriend: wat dan met zijn ouders? Allebei zien kan niet. Tenzij je er natuurlijk vierkant je voeten aan veegt. Maar de hele crisis lang hebben we ons naar de regels geplooid; achteraf zou ik er niet mee kunnen leven als ik daar opeens mee zou stoppen. Ik voelde me nog slecht omdat ik mijn ouders niet had uitgenodigd – uit schrik – maar ons mama zei: ‘Je moet je niet schuldig voelen, jongen. Wij zijn oud, hè, laat het maar.’”

Er was ook de lockdownzelftest van Humo. Eén van de statements waar je al dan niet akkoord mee moest gaan, luidde: ‘Na de crisis ga ik mijn partner verlaten.’

(lacht) Ik ga heel eerlijk zijn: toen Mieke en ik hoorden dat we samen thuis moesten blijven, schoten we in de lach. Ik ben altijd weg, een heel jaar: wij zijn nog nooit zo lang bij elkaar geweest! Dat gaat hier een toffe relatietest worden, dachten we. Maar niet zo lang geleden zeiden we: ‘Ongelooflijk hoe goed we ons erdoor hebben geslagen, toch?’”

Blijkt nu dat jullie elkaar wel kunnen luchten.

“Wie had dat gedacht! Wij lachen wat af, sporten samen, hebben elke dag ons cocktailuurtje... Ik ben de barman van dienst: whiskey sour, caipirinha... Mijn pronkstuk is een lekkere old fashioned. En Mieke is al jaren vóór het ochtendgloren weg om te gaan lopen – zij zit in immobiliën en om 6 uur belt de eerste aannemer al. Nu heb ik gezegd: ‘Eerst een paar tassen koffie, en dan ga ik mee.’ Heerlijk om dat samen te doen.”

Kom jij hier als een betere versie van jezelf uit, of blijven we opgescheept met die goede ouwe Tom Waes?

(lacht) Ik durf te gokken: als een betere versie. Het zal liggen aan kleine dingen. Ik hoop dat ik hierna vaker de afslag uit de ratrace vind. Dan ga ik standaard een koffie drinken bij mijn ouders, in plaats van huiswaarts of richting het werk te vlammen. Op zondag zou ik Milo graag blijven bellen: ‘Nog eens fietsen?’ Iets meer tijd voor jezelf kan wonderen doen. Een boek vastpakken, een plaatje opleggen... Dat doet deugd.

“Ik heb vorige week mijn fiets en mijn camera gepakt, om 20 kilometer verderop een prachtig natuurpunt in het midden van de haven te bezoeken, in mijn eentje. Daar vind je uitgestrekte broedplaatsen van exotische trekvogels, met op de achtergrond de kerncentrale van Doel. Ik heb mij aan de kant van een vijver vol rietvelden gezet: topfoto’s genomen van, onder meer, een reiger en wat eenden die ik nog nooit van mijn leven had gezien. Op het gemak wandelen, keigoed weer, af en toe rustig wachten op de juiste foto... Ik moest tegen wil en dank glimlachen: godverdoeme, Waes, voor herhaling vatbaar.”

Reizen Waes: Japan, Eén, vanavond om 19.45 uur

© Humo