Wetenschappelijke studie bewijst: dokter Google is niet te vertrouwen

Het internet is geen goede gezondheidsadviseur. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Edith Cowan University in de Australische stad Perth. De onderzoekers ontdekten dat de kwaliteit van het diagnostisch advies op websites en applicaties aanzienlijke variaties vertoont. Gemiddeld bleken de platformen echter in amper één derde van de gevraagde online adviezen de correcte diagnose als eerste in de zoekresultaten naar voor te brengen.

De resultaten tonen volgens de onderzoekers dat consumenten bijzonder voorzichtig moeten omspringen met gezondheidsadvies dat online is ingewonnen.

Voorzichtig

‘Wanneer mensen gezondheidsklachten ervaren, gaan velen online op zoek naar een mogelijke verklaring voor hun symptomen,’ benadrukt onderzoeksleider Michella Hill. ‘Het internet is één van de gemakkelijkste en snelste kanalen om informatie te vinden die een gezondheidsprobleem kan helpen verklaren.’

‘Helaas dreigt daarbij in de meeste gevallen een verkeerde diagnose naar voor te worden geschoven. De informatie is op zijn best onbetrouwbaar, maar kan in het slechtste geval ronduit gevaarlijk zijn. Deze platformen moeten met grote voorzichtigheid worden benaderd. Vaak kijken ze ook niet naar het volledige ziektebeeld.’

Uit het onderzoek bleek dat slechts op 36 procent van de vragen de correcte diagnose op de hoogste plaats in de zoekresultaten verscheen. ‘Dit betekent dat twee op drie antwoorden in eerste instantie een verkeerde conclusie maken,’ aldus Hill

Een gelijkaardige studie van wetenschappers aan de Harvard University in de Verenigde Staten vijf jaar geleden had gewag gemaakt van een successcore van 34 procent. Dit betekent niet alleen dat beide studies tot ongeveer dezelfde conclusies komen, maar ook dat de platformen over een periode van een half decennium niet echt aan betrouwbaarheid hebben gewonnen.

Doorverwijzing

De Australische onderzoekers geven wel toe dat de data niet volstrekt nutteloos zijn. ‘Bij 58 procent van de vragen kan het correcte antwoord tussen de tien hoogste resultaten worden teruggevonden,’ aldus de onderzoekers. ‘De cijfers tonen echter tevens aan dat ook nog hier een sterke verbetering mogelijk is.’

Bij adviezen voor een doorverwijzing werden eveneens betere scores opgetekend, al bleek ook hier een grote verscheidenheid. ‘Bij diagnoses die spoedhulp vereisten, bleken ongeveer 60 procent van de antwoorden correct,’ zegt Hill. ‘Wanneer de symptomen op minder dringende problemen wezen, was er echter slechts sprake van een accuraatheid tussen 30 procent en 40 procent.’

‘In het algemeen werd vastgesteld dat te vaak naar een arts werd doorverwezen. Daardoor wordt het risico op vergissingen met zware consequenties iets minder groot, maar dreigen patiënten wel ten onrechte naar een spoeddienst doorverwezen te worden.’

‘Er moet wel erkend worden dat alle diensten de bezoeker op hun beperkt nut wijzen,’ benadrukt Hill nog. ‘Overal stond een waarschuwing dat de online service nooit een alternatief voor een raadpleging bij een arts kan zijn.’

‘Ondanks de tekortkomingen kan online medische informatie nuttig zijn, maar uitsluitend op voorwaarde dat het publiek de content gebruikt als educatief hulpmiddel in combinatie met het advies van professionele gezondheidsdiensten.’

Meer