Direct naar artikelinhoud
OnderwijsUpdate

Lager onderwijs herstart alle leerjaren op 5 juni, met ‘contactbubbels’ per klas

De leerlingen van basisschool Apestaartjes in Antwerpen krijgen buiten les.Beeld Illias Teirlinck

Niet op 2 juni maar pas vanaf vrijdag 5 juni zullen leerlingen van het derde, vierde en vijfde leerjaar lager onderwijs terug naar school kunnen. In ruil worden de veiligheidsvoorschriften wel versoepeld. Voor het kleuteronderwijs en de extra jaren in het secundair blijft de datum van 2 juni wel overeind.

Alle leerjaren van het lager onderwijs kunnen heropenen vanaf 8 juni, met de mogelijkheid om proef te draaien vanaf 5 juni. Dat werd gisterenavond laat beslist op het Overlegcomité. Wel komen er twee belangrijke versoepelingen. In klaslokalen in het lager onderwijs zal er geen verplichting meer gelden om voor elke leerling 4 vierkante meter te voorzien. Daarnaast wordt elke klas een contactbubbel, ongeacht het aantal leerlingen. Op de speelplaats moeten de contactbubbels maximaal gerespecteerd worden.

De versoepelingen zijn mogelijk omdat virologen de laatste tijd leerden dat het coronavirus minder besmettelijk zou zijn voor jongere kinderen. Ook de verhalen uit landen als Denemarken en Nederland, waar men eerder en breder heropende, zorgden voor meer druk in die richting. Social distancing moet wel gerespecteerd worden tussen personeelsleden en leerlingen, tussen personeelsleden onderling en tussen personeelsleden en ouders. Voor alle duidelijkheid: in het secundair onderwijs blijven de veiligheidsregels wél van toepassing. Ook blijft de datum van 2 juni er overeind.

“Ik vraag vergiffenis aan al die directeurs en leerkrachten die al druk bezig zijn met de herinrichting van hun school”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “Maar dit is de meest eenvoudige en toch veilige heropening, waarmee we honderdduizenden kinderen, ouders, leerkrachten en directies tegemoet­komen.”

Afgelopen vrijdag kwam Weyts een fikse versnelling in de heropening overeen met de onderwijskoepels, -netten en vakbonden. Om scholen meer ademruimte te gunnen bij de organisatie daarvan liet de GEES onder leiding van Erika Vlieghe toe dat sommige veiligheidsvoorschriften versoepeld werden. Toch waren die versoepelingen niet voldoende om fiks meer leerlingen naar school te halen. Dat bleek uit een stroom aan berichten van directies en leerkrachten die lieten weten dat een verdere heropening vooral in het lager onderwijs voor problemen zou zorgen onder de geldende veiligheidsvoorschriften.

Die zijn nu dus afgezwakt. Al is het maar de vraag of deze beslissing de kritiek kan doen verstommen: velen klaagden immers ook de communicatie van de minister aan. Ze verweten hem voor zijn beurt te spreken. Ook gisteren in het Vlaams Parlement kreeg Weyts dat verwijt van oppositiepartijen sp.a, PVDA en Vlaams Belang. Weyts pareerde die kritiek door erop te wijzen dat hij steeds breed overlegde. Verder had het volgens hem geen zin om te wachten tot 3 of 8 juni. De vraag is echter hoe dit zal binnenkomen in de verschillende Vlaamse huiskamers waar ouders en leerlingen intussen wel uitgingen van de startdatum van 2 juni.

Voor alle duidelijkheid: ook de laatste beslissing blijft een maximumscenario: het is en blijft aan scholen om te bepalen wat organisatorisch mogelijk is.

Weyts wees er gisteren ook op dat Vlaanderen niet hoeft te wachten op goedkeuring van de Nationale Veiligheidsraad om te beslissen of en wanneer het meer schooljaren heropent. Hij verwijst daarvoor naar een ministerieel besluit dat werd gepubliceerd na de Veiligheidsraad. “Zijn we bevoegd? Ja! Wie heeft dat beslist? De Veiligheidsraad”, aldus de minister.