Direct naar artikelinhoud
Opvoeding

Een 9-jarige met een smartphone? ‘Geen probleem als ouders controleren’

Silke (9) heeft sinds drie weken een smartphone.Beeld Thomas Sweertvaegher

Als u denkt dat u een 12-jarige kan plezieren met een smartphone voor zijn lentefeest, dan hebt u het mis. Nieuw onderzoek toont dat de gemiddelde leeftijd waarop Vlaamse kinderen een eerste eigen toestel krijgen is opgeschoven naar negen jaar. Is dat te vroeg?

Waar corona al niet goed voor is. Drie weken geleden gingen de ouders van Silke overstag. Het 9-jarige meisje mocht een eigen smartphone. “Op voorwaarde dat ze die zelf zou betalen”, zegt Vicky Steenbeke (43). De moeder vond dat zo’n toestel in crisistijd wel gepast was. “Ze heeft nu zo veel vrije tijd en ziet haar vriendinnen amper.” Het komt de moeder ook goed uit, zo blijkt. “Mijn werk-gsm lag heel vaak bij haar. En dat begon bij momenten wel echt vervelend te worden. Zeker als je hem pas terugkrijgt als de batterij plat is.” 

Silke is geen uitzondering. Integendeel. Uit het onderzoek Apestaartjaren 2020 van Mediaraven, Mediawijs en Universiteit Gent blijkt dat 9 jaar net de gemiddelde leeftijd is voor een eerste smartphone. Bij de vorige bevraging in 2018 was het ‘schakelpunt’ nog 12 jaar. 

Experts hadden wel verwacht dat die leeftijd zou zakken, omdat twee jaar geleden ook al bleek dat meer dan de helft van de groep 9- tot 12-jarigen een eigen tablet had. “Een eigen beeldscherm hebben is dus niet volstrekt nieuw”, zegt expert mediaopvoeding Elke Boudry (Mediawijs). Alleen is het nu vaker een klein exemplaar dat past in een broekzak. En dus ook makkelijker mee kan op verplaatsing. “Het is dat laatste element dat veel ouders als voordeel zien. Bereikbaarheid blijkt een belangrijk argument. Veel ouders vinden het een meerwaarde dat ze hun kind, dat alleen naar school fietst of bij een vriend of vriendin verblijft, op een eigen toestel kunnen bereiken.” 

Apps vanaf 13 jaar

De gemiddelde leeftijd van 9 jaar valt op omdat veel van de apps die kinderen downloaden een leeftijdsgrens van 13 jaar hanteren. Met die grens lijken ze in de praktijk weinig rekening te houden: 44 procent geeft aan op TikTok te zitten, 27 procent op Snapchat en 22 procent op Instagram.

Maar dat verontrust slechts weinig experts. Ze vinden 9 jaar niet per se te vroeg. “Er zijn natuurlijk altijd risico’s zoals overmatig gebruik, ongepaste inhoud delen of verkeerde mensen ontmoeten. Maar die zijn er ook bij andere toestellen waarmee je online kunt.” Daarom blijft het zo belangrijk om ouderlijk toezicht te houden, benadrukken ze. “Je mag een kind niet zonder meer een gsm of tablet geven. Je moet het tegelijkertijd mediawijs maken. En dat leer je alleen maar al doende, door de jaren heen. Je moet als ouder een oogje in het zeil houden en er met elkaar over praten.”

Boudry zou het een goede zaak vinden moest die leeftijdsgrens van 13 jaar bij apps vervallen. “Die grens is heel artificieel en is vooral geënt op Amerikaanse en Europese wetgeving. Tegelijkertijd merk ik hoe sommige lagere scholen door die grens net minder geneigd zijn om bijvoorbeeld aan heel jonge kinderen te leren hoe ze een account aanmaken en daarmee omspringen. Dat is jammer, want je bereidt hen best zo vroeg mogelijk voor.”

Vicky, de moeder van Silke, ziet er geen graten in dat haar dochter ondanks de leeftijdsgrens op TikTok en Instagram zit. “Drie jaar geleden, ze was toen zes, had Silke al een Facebook-account. Met vijf oudere broers en zussen in huis kun je dat gewoonweg niet tegenhouden.” Tot wantoestanden hebben haar accounts nog niet geleid. Al was er afgelopen week wel een smartphone-uitschuiver. “Om vijf uur ’s ochtends bleek Silke nog altijd bezig op haar gsm, in bed! Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik heb het toestel nu een week in beslag genomen. Zij vindt dat erg, maar ik niet: het hoort erbij. Het is nog wat zoeken in het begin.” 

Cyberpesten

Jonge kinderen met een smartphone houden het meest van filmpjes kijken en spelletjes spelen. Maar evengoed communiceren ze al op 9-jarige leeftijd via WhatsApp. Meestal is dat allemaal onschuldig. Al wordt ook in die hele jonge groep soms wel geruzied of gepest, stelt het onderzoek. Moeten ouders zich daar niet ongerust over maken? Te meer omdat bij de oudere groep, van 12 tot 18 jaar, blijkt dat cyberpesten steeds minder zichtbaar wordt. Het gebeurt niet openlijk op iemands profiel, maar via privégesprekken. 

Professor mediapsychologie Koen Ponnet (UGent) vindt niet dat we onnodig moeten problematiseren. “Het klopt natuurlijk dat een 9-jarige minder goed beseft dan een 12-jarige welke gevolgen bepaald gedrag heeft. Denk aan een foto in bikini die ook opgeslagen kan worden door iemand anders en later weer doorgestuurd: een 12-jarige zal dat risico beter inschatten.” Wat niet wil zeggen dat je elk kind voor het middelbaar een eigen gsm moet ontzeggen. “Het risico dat er iets vervelends gebeurt, is er altijd. Daarom is het, zeker voor kinderen jonger dan 12, belangrijk te blijven praten. Dat is zelfs nog belangrijker dan controleren. Door te praten creëer je vertrouwen en verhoog je de kans dat hij of zij bij jou aanklopt als er iets gebeurt.”

Dat is de aanpak van Marjolein Verbiest (36) uit Asse. Haar dochter van 7 kreeg een afdankertje van haar oom. “Een eigen gsm buitenhouden kan niet, beseften we toen. Maar goede afspraken maken wel.” Sam, nu 9, mag alleen via WiFi op het toestel, mag zelf geen contacten toevoegen en haar gebruik van de telefoon is beperkt tot 2 uur per dag. “Ik zit er dicht op en voorlopig lukt dat. Al vraag ik mij soms ook wel af hoelang dat gaat lukken. Een aantal apps kent ze nu al beter dan mij.”