Direct naar artikelinhoud
Stand van zakenBelgië

Voorzichtig optimisme over Belgische cijfers: ‘Hopelijk blijven ze dalen, maar tot nul zullen ze nog niet snel gaan’

Voorzichtig optimisme over Belgische cijfers: ‘Hopelijk blijven ze dalen, maar tot nul zullen ze nog niet snel gaan’
Beeld Tim Dirven

36 ziekenhuisopnames en 137 nieuwe besmettingen. Al dagen zitten de cijfers op pre-lockdown-niveau. Effecten van de Moederdag-versoepelingen zouden ondertussen zichtbaar moeten worden, maar blijven uit.  

Het ziet er nog steeds goed uit als we de recente cijfers over de corona-epidemie in ons land erbij nemen. De ziekenhuisopnames zijn al vanaf 9 mei niet meer boven de grens van de 100 geweest. Gisteren stond het aantal nieuwe ziekenhuisopnames slechts op 36; 137 mensen testten positief op het virus. 

De dalende trend van de laatste dagen is een heel verschil met het begin van de epidemie. Op 18 maart, toen de lockdownmaatregelen in ons land ingingen, lag het aantal nieuwe ziekenhuisopnames bijvoorbeeld nog een pak boven de honderd. Is de eerste golf van de coronapandemie in ons land daarmee voorbij? “We zitten nog altijd in de staart van die eerste golf”, zegt virologe en epidemiologe Anne-Mieke Vandamme (KU Leuven). “Ik hoop dat de cijfers op deze manier kunnen blijven dalen, maar tot nul zullen ze nog niet snel gaan.” 

Trend 

Wat opvalt is dat vooral het aantal nieuwe besmettingen zijn dalende trend blijft voortzetten. Die zijn al weken niet meer boven de 500 geweest. Meer dan twee weken geleden is er nochtans een serieuze versoepeling voor de sociale contacten doorgevoerd. Vanaf 10 mei – Moederdag – was het weer toegestaan om volgens de regel van vier vrienden of familie te bezoeken. De dag nadien, 11 mei, openden de winkels weer hun deuren, waarbij er meteen sprake was van lange wachtrijen voor vestigingen van sommige grote ketens als Primark, Ikea en Action. 

Volgens viroloog Marc Van Ranst (UZ Leuven) konden we de gevolgen van die versoepeling pas ten vroegste twee weken later waarnemen in de cijfers. “Rond 25 mei kunnen we pas zien wat het effect van het openen van de winkels op 11 mei is geweest”, zei hij toen in onze krant. Maar momenteel zijn die effecten nog niet op te merken. “Op zich is dat goed nieuws”, zegt Vandamme. “Maar het is nog even wachten om daar echt zeker van te zijn. Tegen volgende week zouden we al een beter zicht moeten hebben.” 

Woensdag 3 juni spreekt de Veiligheidsraad zich opnieuw uit over een aantal versoepelingen. Zo staat de horeca te popelen om groen licht te krijgen zodat cafés en restaurants vanaf 8 juni weer hun deuren kunnen openen. Ook zou er dan meer duidelijkheid komen over bepaalde culturele en sportevenementen. 

Omdat de cijfers dus gunstig evolueren verwacht Vandamme een verdere versoepeling. Maar de belangrijkste factor daarvoor is volgens haar het reproductiegetal, of de R-waarde: een berekening van hoeveel personen een nieuwe coronapatiënt nog besmet. Als die kleiner is dan 1, dooft het virus op termijn uit. De laatste weken is die R-waarde net wel gestegen, naar 0,86 eind vorige week. Als tien mensen besmet raken, steken ze dus nog meer dan acht anderen aan. “Als die R-waarde verder zou stijgen tot 1, dan kan dat een versoepeling in de weg staan”, zegt Vandamme. “Maar het probleem is dat het erg moeilijk is om de R-waarde op de korte periode van enkele weken goed te kunnen bepalen. Daarvoor moet je eigenlijk langer kunnen observeren.” 

Tweede golf 

Daarom is het uiteraard belangrijk dat iedereen zich nog steeds aan de maatregelen houdt. De mondmaskers, of handgels kunnen we nog lang niet opbergen. “Om een tweede golf te voorkomen moet die R-waarde onder de 1 blijven”, zegt Vandamme. “We moeten het virus dus echt goed in de gaten blijven houden. Het testen en tracen moet dan perfect op punt staan.” 

Ook viroloog Steven Van Gucht (Sciensano) toonde zich tegenover VRT voorzichtig optimistisch. “Ik heb er wel goede hoop op dat we het in de zomer onder controle gaan kunnen houden”, zei hij in Het journaal. “In het najaar en de winter ben ik minder gerust. We zullen anders moeten samenleven. Door ons gedrag aan te passen kunnen we veel bereiken.”