Direct naar artikelinhoud
ReportageRellen in VS

‘De politie komt niet, we moeten het zelf doen’: in de zwarte wijk Hawthorne

Terrence Floyd (in wit T-shirt) komt toe op de plek waar zijn broer George Floyd stierf na zijn arrestatie in Minneapolis.Beeld Getty Images

Noem de rellen van de afgelopen dagen in Minneapolis gerust het resultaat van jarenlange apartheid op zijn Amerikaans. In de zwarte wijk Hawthorne proberen bewoners zoals altijd hun plan te trekken. ‘We bouwen morgen de winkels weer op van de ­getroffen brothers.’

De zon gaat bijna onder in het noorden van Minneapolis als ineens overal een alarmerende piep klinkt, ook in de handen en de zakken van Emmett Hutchinson en zijn vrienden, die op de trap zitten van een huis dat waarschijnlijk nooit van hen zal worden. Het is 8 uur, de avondklok gaat in. “Oké gasten, ze willen ons weer binnen hebben”, zegt Hutchinson. Ze lopen naar hun auto’s. De avond gaat beginnen. Naar de protesten? “Nee, ’s nachts slapen de mensen die ons moeten horen. Wij gaan morgen de winkels opbouwen van de brothers die getroffen zijn.”

Dit is Hawthorne, het hart van de North Side, een wijk van houten huizen in smalle straatjes met oude bomen, waar rapmuziek uit geparkeerde auto’s komt en de rook opstijgt uit barbecues als kleine locomotieven. Hier kwamen zwarte inwoners van Minneapolis in de vorige eeuw terecht, omdat ze niet mochten wonen waar ze wilden.

Zuid-Afrikaanse praktijk

In wijken zoals Hawthorne zie je dat apartheid niet alleen een Zuid-Afrikaanse praktijk was. Ook de VS hadden tot ver in de 20ste eeuw, om precies te zijn 1977, institutioneel beleid, vastgelegd in huurcontracten, overheidsrichtlijnen en hypotheekrestricties, om zwarte Amerikanen uit witte buurten te weren, en te voorkomen dat ze in hun eigen buurten huizen konden kopen. Deze zwarte wijk werd later afgescheiden van de rest van de stad door een van de snelwegen van Eisenhower. 

Je zou, zonder veel moeite, kunnen zeggen dat daar alles mee begonnen is. “Dit zijn ook de praktijken die, als ze nog langer doorgaan, Minneapolis een sombere oogst zullen opleveren”, schreef J.T. Wardlaw, het hoofd van de Minneapolis Urban League in 1944 aan de lokale krant, de Minneapolis Star. Die oogst kwam de afgelopen dagen, in deze stad in het noorden van Amerika, die bekendstaat als progressief en welvarend.

Ja, de aanleiding was de dood van George Floyd, een man die stikte toen een politieagent negen minuten zijn knie op zijn keel zette en waar drie andere agenten bij stonden toe te kijken. Maar dat geweld en het idee dat dat normaal is, wordt gevoed door jaren van beschaafd racisme, zegt Nicki Tabor, een buurtbewoonster die verderop op de hoek van Broadway op een tuinstoeltje is gaan zitten, om eventuele plunderaars weg te jagen. “We hebben het laten gebeuren.”

Rode pen

Het eerste zogeheten covenant werd in 1910 getekend: een koopcontract waarin was opgenomen dat een huis niet mocht worden verhuurd aan zwarte Amerikanen. De overheid omarmde de regels, zo beschrijven onderzoekers van de universiteit van Minnesota die de praktijk in kaart brengen met hun Mapping Project. De overheid zag het uitsluiten van Afro-Amerikanen als een manier om buurten te ‘stabiliseren’. De federale overheid stelde zulke contracten als voorwaarde voor het subsidiëren van bouwprojecten. Banken volgden het voorbeeld. Dat betekende dat de zwarte inwoners alleen nog konden wonen in wijken die later getto’s zouden worden genoemd.Het gevolg: steden scheidden hun witte en zwarte bewoners in witte en zwarte buurten.

Tot overmaat van ramp werden die wijken door banken met rode pen omcirkeld, het zogeheten redlining: hier verstrekten ze geen hypotheken. Het gevolg: witte Amerikanen hebben nu gemiddeld tien keer zoveel vermogen als zwarte Amerikanen.

Minneapolis is daarvan een exponent. De stad staat op de vierde plek van meest gesegregeerde steden van de VS. Het zwarte huizenbezit is een van de laagste, de raciale inkomenskloof is een van de grootste. De relatieve armoede leidt tot slechter onderwijs, minder mogelijkheden, meer criminaliteit, slechtere gezondheid en meer armoede. Racisme is niet simpelweg het gebruik van scheldwoorden, zegt Tabor. “Het is de combinatie en culminatie van al die vormen van achterstelling, die de gevoelens van minderwaardigheid in stand houden.”

Ze wijst op scholen, gefinancierd met onroerendgoedbelasting uit de buurt. Tot vijftien jaar geleden werden leerlingen uit de ene buurt nog naar scholen in andere buurten vervoerd. Dat is toen afgeschaft. “Buurtscholen, heten ze. Klinkt heel goedaardig. Maar het is alleen bedoeld om de middelen oneerlijker te verdelen.” Het racisme bij witte politieagenten vloeit uit die segregatie voort, denkt Tabor.

Terrence Floyd knielt voor zijn broer van George Floyd.Beeld REUTERS

Hakbijl

Er komt een zwarte man bij staan, Jamal werkt voor het parlement en zegt dat zwarte volksvertegenwoordigers doen wat ze kunnen. Er ligt een wetsvoorstel klaar voor politiehervorming. Hoewel dat is goedgekeurd in het (Democratische) huis van afgevaardigden van Minnesota, weigert de (Republikeinse) Senaat ernaar te kijken, laat staan erover te stemmen. Nationaal doet het ministerie van Justitie onder Trump nauwelijks nog onderzoek naar politiegeweld, berichtte CNN maandag. Dit is de essentie van wat Barack Obama die dag in een essay schreef: wie verandering wil, moet niet enkel protesteren, maar moet stemmen, vooral lokaal.

Verderop gaat iemand met een hakbijl een bank te lijf. Buurtbewoners lopen schreeuwend op hem af. De man legt zijn bijl neer en richt een pistool. Een buurtbewoner blijft hem hoofdschuddend aankijken. De man aarzelt, tiert, gaat even door met hakken, maar kan de druk van alle starende ogen en scheldende omstanders kennelijk niet aan, en verdwijnt op een fiets in de nacht.

Hier op Broadway is een nacht eerder veel geplunderd – ook bij zwarte ondernemers. Voor de T-shirtdrukkerij staat nu een posse van vijf jonge mannen, een amateurmilitie, in T-shirts, twee van hen met een dun kogelvrij vest, eentje onwennig met een pistool. Er zit een kogelgat in de achterruit van een auto. “De politie komt niet, we moeten het zelf doen”, zegt Ron Carlson, een van de eigenaren. Hij zegt dat de plunderaars niet van hier waren. “Ik ken iedereen, ik zag geen bekende gezichten.”

Er rijdt een jongen op een brommertje langs, in het zwart gekleed, kisten aan, haar in staartje, jerrycan aan zijn stuur, zwarte vegen op zijn gezicht, behalve op de plek waar zijn skibril zat, die nu in een zijvak van zijn rugzak zit. Of hij iets in de fik gaat steken? “Nee, ik ga bij een vriend langs, daar heb ik de benzine voor nodig.”

Verschillende agenda’s

Het past bij wat de zwarte ondernemer Spencer Puckett eerder die dag vertelde, op het zwaar gehavende Lake street, terwijl hij zijn kledingwinkel aan het dichttimmeren was. Dat had hij een dag eerder ook gedaan, vergeefs. Onder de scherven van het raam hangt nog een papiertje ‘Black Lives Matter’. “Ik denk dat het witte anarchisten waren”, zegt Puckett, die niet tegen plunderen is, zolang de plunderaars zich richten op grote winkels, zoals de Apple Store. Vanavond houdt hij zelf de wacht – met AK-47. 

Het geeft aan hoe complex de rellen zijn: er zijn verschillende mensen en verschillende agenda’s. Zelfs mensen met dezelfde agenda kunnen er verschillende methoden op na houden.

Sam en Fatima, twee studenten uit Iowa City, zijn naar Minneapolis gereden om mee te protesteren. Ze kijken die zaterdagmiddag naar de honderden buurtbewoners, wit, zwart, bruin, die uitgebrande benzinestations en banken aan het schoonvegen zijn, gevoed door broodjes die voorstadbewoners in volgeladen terreinwagens komen brengen. “Dit is het uitwissen van de zwarte woede”, zegt Fatima. Zij zijn helemaal vóór rellen en branden – “we moeten de samenleving opnieuw verzinnen’ – en hebben geen medelijden met de zwarte ondernemers verderop. “Ze zouden geen zwarte winkelier moeten zijn. Ze doen mee aan het systeem.”

In Noord-Minneapolis staat Ronald Mann in zijn tuin, die net als zijn oude schoolgenoot George Floyd uit Houston naar Minneapolis is verhuisd. Hij vertelt dat Floyd een rustige man was, iemand naar wie ze opkeken: basketballer, footballer, rapper bij DJ Screw. “Niet het vechterstype. Maar hij zou de rellen hebben begrepen. Elke hond heeft zijn grenzen. Er is een breekpunt. En hij zou hebben gewild dat zijn dood niet vergeefs zou zijn.”