COVID-19 brengt schadelijke veranderingen aan in longbloedvaten
Onderzoekers van de KU Leuven (KUL) en het UZ Leuven hebben ontdekt dat het coronavirus ernstige schade aanricht in de longen, meer bepaald aan de bloedvaten. De ontdekking kan verklaren waarom COVID-19-patiënten zo moeilijk te beademen zijn.
De onderzoekers hebben meegewerkt aan een internationale studie die onlangs verschenen is in "The New England Journal of Medicine". Ze wilden nagaan hoe COVID-19 precies inwerkt op de longen.
COVID-19 versus griep
De onderzoeksgroep uit Leuven heeft de longen onderzocht van mensen die gestorven zijn aan COVID-19, en die vergeleken met longen van mensen die gestorven zijn aan ARDS. Dat is een longaandoening die vaak het gevolg is van een gewone griep.
De longen die aangetast waren door COVID-19 bleken meer schade te vertonen dan longen die aangetast waren door griep. "Er waren opvallend veel bloedklonters aanwezig", legt doctor Stijn Verleden (KUL) uit. "Dat die bij COVID-19-patiënten in grote bloedvaten voorkomen, wisten we al uit eerdere studies. Maar wij hebben ze ook teruggevonden in de kleinste bloedvaten. In de longen die aangetast waren door COVID-19 hebben we er 9 keer zoveel gevonden als in de andere."
We hebben bloedklonters teruggevonden in de kleinste bloedvaten, tot 9 keer zoveel als in longen aangetast door griep.
"Bovendien hebben we in die longen ook gemerkt dat er zich nieuwe bloedvaten hadden gevormd", gaat Verleden voort. "Ze liepen over de bloedklonters heen. De vele bloedklonters en de manier waarop zich nieuwe bloedvaten vormen, kunnen mee verklaren waarom COVID-19-patiënten zo moeilijk te beademen zijn."
Nieuwe therapieën?
De onderzoekers hopen dat hun inzichten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe therapieën, die zich richten op het voorkomen of genezen van deze bloedvatafwijkingen.