Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronasteun

‘Ik kon iets meer hebben gewerkt, maar dan had ik nooit zoveel verdiend’: ondernemers over de 2,7 miljard euro coronasteun

Illustratiefoto.Beeld ANP

Een copywriter die zeven dagen niet werkte om de coronapremie te krijgen en intussen zijn kinderen kon helpen bij het huiswerk, of iemand uit de creatieve sector die meer dan 5.000 euro netto premies kreeg doordat hij een atelier heeft, hoewel hij dat nooit gebruikt. Sommige ondernemers gaan wel heel creatief om met de voorwaarden voor de steunmaatregelen van de Vlaamse overheid. Het is slikken voor wie echt in de problemen zit door de coronacrisis. Wij verzamelen reacties langs beide kanten.

Om de economische schade te beperken, hebben de regeringen in ons land de voorbije maanden tal van premies in het leven geroepen. Vooral de zogenaamde hinderpremie blijkt heel populair te zijn. Wie zijn fysieke inrichting verplicht moest sluiten, kon eenmalig 4.000 euro krijgen plus een extra van 160 euro per verplichte sluitingsdag na 6 april. 

Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) ontving daarvoor tot nog toe 129.846 aanvragen, waarvan er 103.764 werden goedgekeurd. Voor de eenmalige premie en de dagpremies tot 11 mei samen werd er zo al 931 miljoen euro uitgekeerd. Daarbovenop werd nog eens 123 miljoen euro uitgegeven aan 41.053 goedgekeurde compensatiepremies, voor bedrijven met een omzetdaling van minstens 60 procent. Dat maakt ruim 1 miljard euro aan netto premies voor Vlaamse ondernemers.

Daarnaast heeft het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) in maart en april al meer dan 750.000 overbruggingsuitkeringen goedgekeurd voor zowel Vlamingen, Brusselaars als Walen. Zo’n overbrugging is er voor wie minstens zeven dagen op rij zijn werk niet heeft kunnen uitvoeren. Het budget voor maart tot en met juni wordt op 1,746 miljard geraamd. Deze federale premie is, in tegenstelling tot de Vlaamse, bruto.

De ene zelfstandige is de andere niet

De regels voor de verschillende premies zijn behoorlijk duidelijk. Maar een rondvraag leert al snel dat de ene zelfstandige de andere niet is. Sommigen beantwoorden perfect aan de voorwaarden voor de financiële steun, anderen geven de werkelijkheid een kleine draai om er aanspraak op te kunnen maken. Neem nu het overbruggingsrecht, een maandelijkse premie van 1291 euro voor zelfstandigen die geen gezinslast hebben of 1614 euro voor wie wel een gezin heeft. Zelfstandigen hebben recht op deze premie als ze hun activiteit door het coronavirus verplicht hebben moeten sluiten of minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen volledig hebben moeten onderbreken. 

Een meubelmaker – die net als alle andere zelfstandigen enkel anoniem wil praten – heeft voor zowel maart als april een premie van 1291 euro gekregen, hoewel hij op geen enkel moment een volle week niet heeft kunnen werken. “Technisch gezien heb ik geen recht op die premie, maar toch heb ik niet getwijfeld om die overbrugging aan te vragen. Normaal gezien werk ik één dag per week in het atelier van een andere meubelmaker, maar dat heb ik door het coronavirus twee maanden niet kunnen doen. Op die manier heb ik per maand vier of vijf werkdagen gemist. De regel spreekt van zeven kalenderdagen, dus dat wil zeggen ongeveer vijf werkdagen. Met andere woorden: ik heb gekregen waar ik recht op had. Dankzij die premie ga ik op jaarbasis min of meer hetzelfde verdiend hebben als zonder de coronacrisis. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik enkele opdrachten pas later dan gepland heb kunnen afwerken, omdat ik niet bij mijn klanten thuis mocht komen.”

De meubelmaker heeft even veel gewerkt als anders, voor hetzelfde geld. “De tijd die ik niet aan opdrachten kon besteden, heb ik nuttig besteed door het atelier op te ruimen en bij mij thuis enkele klussen uit te voeren die anders toch niet gebeurden.” 

Een freelancecopywriter geeft dan weer toe toch op de rem te hebben gestaan. “Net als veel collega’s heb ik het overbruggingskrediet aangevraagd. Ik had beduidend minder werk en zou minder verdiend hebben dan normaal, dus heb ik besloten om zeven dagen helemaal niet te werken, zodat ik die premie van 1.600 euro kon krijgen. Dat ging heel rap, trouwens. Een drietal vragen en mijn rekeningnummer heb ik ingevuld, en een week later stond het geld op mijn rekening.”

Mocht hij echt gewild hebben, had hij iets meer zijn best kunnen doen om iets meer te verdienen, geef hij grif toe. “Maar ik had nooit even veel als in normale omstandigheden kunnen verdienen. Er zijn collega’s die geen premie hebben aangevraagd en die vinden dat dit profiteren is, maar dat vind ik niet. De regels zijn wat ze zijn. Het is niet dat ik er de randjes af loop. Het was trouwens mijn boekhouder die me tipte. Akkoord: in de geest van de regels is deze subsidie bedoeld voor mensen die anders honger zouden lijden, maar juridisch heb ik niets verkeerd gedaan. En daarbij: die zeven niet-gewerkte dagen heb ik nuttig besteed, door voor mijn kinderen te zorgen en hen les te geven. Eigenlijk heeft de overheid daar met die premie mee in geïnvesteerd.”

Hinderpremie voor ongebruikt atelier

Een andere steunmaatregel is de hinderpremie. Ondernemers met een fysieke inrichting die volledig de deuren hebben moeten sluiten, maken aanspraak op 4.000 euro plus een extra van 160 euro per dag per verplichte sluitingsdag na 6 april. Van dit systeem maken bijvoorbeeld cafés gebruik. Begrijpelijk, want zij hebben een tijdlang nul inkomsten. Ook creatieve beroepen kwamen in aanmerking voor die premie. Een zelfstandige in die sector geeft toe dat hij ook vindingrijk met de steunmaatregel is omgesprongen.

 “Vroeger ontving ik soms klanten thuis, in mijn studio of atelier, maar nu doe ik dat nog nauwelijks. Ik haal geen inkomsten uit die zogenaamde fysieke inrichting, maar verdien alles door op de baan te zijn. Officieel heb ik dat atelier nog, waardoor ik een hinderpremie van 4.000 euro ontvangen heb en nu nog dagelijks 160 euro extra krijg. Schuldig voel ik mij daar niet over. Oké, ik had die steunmaatregelen niet nodig om nog beleg op mijn boterham te kunnen leggen, maar door de coronacrisis heb ik in maart wel maar een derde verdiend van wat ik anders overhoud. Het is ook nog niet voorbij, want de zomer is normaal mijn drukste periode met tal van evenementen, die nu haast allemaal wegvallen.”

Voor hij de premie aanvroeg, heeft hij met zijn boekhoudster overlegd. Die raadt hem nu ook aan om de bijkomende premie van 160 euro per dag nog even te laten doorlopen. “‘Als er later controle komt, heb je een goed dossier om aan te tonen welke verliezen je hebt geleden’, zegt ze. Dat klopt, want op jaarbasis ga ik door deze premies niet meer verdiend hebben dan anders. En daarbij: je moet ook de realiteit onder ogen zijn. Iemand zal dit feestje ooit moeten betalen. Wie denk je dat het wordt? Dat zullen niet de rijken zijn, maar wel de middenklasse en de zelfstandigen.”

Illustratiefoto.Beeld Photo News

‘Niet serieus’

Een café-uitbater wordt boos wanneer hij het verhaal hoort. “Er zijn zo veel mensen die een premie hebben gekregen waar ze geen recht op hebben”, zucht hij. “Ik ken een bedrijf met een hoofdvennootschap op naam van de vader en vertakkingen naar twee zonen, die zaakvoerders zijn. Ze hebben elk de hinderpremie van 4.000 euro gekregen en twee keer 1.600 euro overbruggingsrecht. Dat maakt in totaal meer dan 15.000 euro, terwijl ze online ook nog eens geweldig goed verkocht hebben.” 

Zelf krijgt de cafébaas eenmalig 4.000 euro en 160 euro per normale openingsdag. “Maar een café dat veel minder goed draait, krijgt net hetzelfde bedrag. En een restaurant in Blankenberge waar de eigenaar misschien 8.000 euro huur moet betalen krijgt ook hetzelfde. Dat is toch niet serieus? Ik vind dat onze regering die steunmaatregelen zeer onberedeneerd heeft doorgevoerd. De staat weet welke omzet en winst we draaien – anders kunnen ze ons niet correct belasten – dus ze hadden premies kunnen toekennen die in verhouding staan met wat iedereen verdient. Pas op, ik gun mijn collega’s veel, maar ik vind het niet oké dat er misbruik van het systeem gemaakt wordt. Ik hoop dat er alsnog controles komen op de toegekende steun. Anders is dit hele premiesysteem de grootste vergissing van de hele coronacrisis.”