Corona in Zuid-Italië: Weinig doden, maar wel wurgende armoede

De coronacrisis heeft niet alleen vele doden geëist in Italië, maar ook sociaal-economisch diepe wonden geslagen. Merkwaardig genoeg verliep ook deze crisis volgens de breuklijn die altijd dwars door Italië snijdt: die tussen noord en zuid. In het rijke noorden, waar de bevolking ouder is dan in het zuiden, vielen veruit de meeste doden. Het arme zuiden werd min of meer gespaard door de ziekte, maar kreeg een sociaal-economische mokerslag te verwerken. VRT NWS trok naar Napels.

VRT NWS reist door Italië, een van de landen die het meeste door de coronacrisis zijn getroffen. We willen met eigen ogen nagaan welke sporen die in de samenleving heeft nagelaten. Daarbij houden we ons aan alle veiligheidsmaatregelen die bij een buitenlandse reis horen.

In geen enkele Italiaanse stad is de kloof tussen rijk en arm zo zichtbaar als in Napels. Het oude koninklijk paleis ligt vlak bij de Quartieri Spagnoli, de Spaanse wijk, waar nog altijd mensen wonen in “bassi”, eenkamerwoningen in vaak lamentabele staat. 

De wijk is niet meer de gevaarlijke en gapende vergeetput die hij ooit was, ook de toeristen hebben de buurt intussen ontdekt, maar de armoede is er nog steeds erg aanwezig. In de bassi wonen tegenwoordig migranten uit Sri Lanka en India, en hier en daar nog oude mensen die er hun hele leven hebben gewoond en er nu niet meer weg willen.

Eros Ramazzotti

De meest kleurrijke Napolitaanse volkstypes loop je in de Quartieri Spagnoli zomaar tegen het lijf. Antonio Aversana bijvoorbeeld - Tonino voor de vrienden. Hij woont met zijn Sri Lankaanse vriend in een van de kleine appartementjes in de wijk.

“Waar komen jullie vandaan? België? Aaah, mooi, België! Ik ben er geweest, toen ik op tournee was met Laura Pausini en Eros Ramazzotti”, beweert hij. “Charleroi, Luik, Vorst Nationaal!”

“Dit verdomde virus heeft veel doden gemaakt, maar de ergste schade is die aan de economie”, zegt Antonio. “We zijn geruïneerd. Vooral hier in het zuiden is de miserie enorm. En de regering heeft niets gedaan om ons te helpen.”

Warm hart

Om de hoek, in een al even smal straatje, vinden we de 80-jarige Annunziata op haar balkon. Ze ziet er triest en afgemat uit. Ik versta haar Napolitaanse dialect moeilijk, maar hier en daar sijpelt toch een duidelijke boodschap door. “Ze zijn aan mijn deur komen bellen om te vragen of ik hulp nodig had”, zegt ze.

“Ze brachten voedselpakketten rond. Ik heb twee kinderen die nog in huis wonen en die ik moet onderhouden, mijn broer verderop in de straat heeft zijn werk verloren. We hadden niets. Ik moest het eten dus jammer genoeg wel aanvaarden: pasta, koffie, olie, suiker… Wat in het pakket zat maakten we klaar.”

Giuliano Fuci is vrijwilliger bij de katholieke hulporganisatie Caritas. Hij heeft een bedrijfje waar affiches en posters worden gemaakt, zijn kleine kantoor hangt vol oude posters van de Argentijnse voetballer Diego Maradona, nog altijd een god in Napels, sinds hij Napoli in 1987 voor het eerst aan de scudetto oftewel de kampioenstitel hielp.

“Napels is een stad met een warm hart”, zegt Giuliano. “Er kwam meteen veel solidariteit op gang. Wij werken normaal met daklozen, maar hebben nu ook aan een zestigtal gezinnen die heel behoeftig waren eten uitgedeeld. Ook een andere organisatie uit de wijk, Focus, deelde voedselpakketten uit.”

“We zagen vreselijke toestanden, tijdens de lockdown. Families die met tien tot twaalf mensen opeen gepropt zaten in piepkleine appartementjes: grootouders, ouders, kinderen en ooms en tantes, allemaal bij elkaar. Ze mochten niet buiten, en ze hadden honger. En vaak schaamden ze zich als we hen te eten brachten, omdat ze hulp moesten aanvaarden.”

Fruit, groenten en medeleven

Wat verderop in de wijk houden Tina en Angelo, twee goedlachse Napolitanen, een fruitwinkeltje open. Het is er een drukte van jewelste, elke klant krijgt een vriendelijk woord en iedereen blijft een praatje slaan. Ze verkopen hier “frutta, verdura e simpatia”, zoals op hun visitekaartjes staat, fruit, groenten en medeleven.

“Hier in de wijk, en in Napels in het algemeen, helpen we elkaar altijd”, zegt Tina. “Dat is de ziel van deze stad.” Hier en daar hadden inwoners mandjes gehangen, wie iets had mocht het er ingooien, wie niets had, mocht er iets uitnemen. “Dat was in één wijk”, zegt Tina een beetje jaloers, “dat systeem met die mandjes was mooi, maar bij ons was de solidariteit er ook, alleen minder opzichtig.”

Ze vertelt dat ze vaak kon zien hoe moeilijk mensen het hadden, al deden ze hun best om dat te verbergen. “Maar dan zag ik toch een traan langs hun wang biggelen, en dan stopte ik ze gauw nog een extra kilo appels toe, gratis.”

“De pandemie heeft grote schade aangericht”, zegt ze. “En ze zal nog meer schade aanrichten. De overheid heeft ons in de steek gelaten. Veel mensen hebben het beloofde geld van de sociale zekerheid nog altijd niet gekregen. Maar het is NU dat we dat geld nodig hebben, niet later.”

De maffia profiteert

Verschillende anti-maffiamagistraten in het zuiden van Italië waarschuwen dat dit precies het soort crisissen is waar de maffia - de camorra in Napels - graag gebruik van maakt. Maffiosi bieden leningen aan tegen woekerrentes, en als je die niet kan terugbetalen, nemen ze je zaak over.

We hadden een afspraak met de bekende Napolitaanse anti-maffiamagistraat Catello Maresca. In de pers had hij eerder voor misbruik door de maffia gewaarschuwd, net zoals die ook geprofiteerd heeft van eerdere crisissen, zoals de zware aardbeving die de streek rond Napels trof in 1980. Maar Maresca belt de afspraak op het laatste nippertje af, wegens te veel werk.

In het fruitwinkeltje in de Quartieri Spagnoli geloven ook Tina en Angelo dat de camorra garen spint bij deze coronacrisis. “Bij de camorra zijn er ook goeie mensen, die andere mensen helpen”, zegt de stille Angelo.

Tina kijkt hem ongelovig aan en wijst hem meteen terecht. “Goeie mensen?!? Mijn man is een lieve vent”, zegt ze. “Hij ziet het beste in anderen. Ik ben misschien een babbelkont, maar hij is naïef en goedgelovig.”

“De camorra is slecht nieuws”, zegt Tina. “Eerst geven ze je iets, maar dan komen ze het dubbel en dik terug eisen. Ze knijpen je dood, en als je niet kunt betalen word je vermoord. Nee, daar kun je maar beter weg van blijven.”

Meest gelezen