Somers wil dat thuiswerken de norm wordt, maar wordt iedereen daar beter van? “Wie opslag wil, zit alvast in het verliezende kamp”

De werkgever:

“Zij zitten toch wel bij de winnaars als het gaat over meer thuiswerken”, zegt Stijn Baert, professor arbeidseconomie aan de Universiteit Gent. “Uit een bevraging die we nu deden bij 2.000 leidinggevenden, bleek namelijk dat zeven op de tien werkgevers positief zijn over het vele telewerken. Ze geven aan dat hun mensen zich thuis beter kunnen concentreren en dat ze ook flexibeler zijn. De thuiswerkers houden zich minder vast aan de nine-to-five-mentaliteit en zijn meer bereid om een extra inspanning te doen. Verder merken werkgevers ook dat ze hun personeel makkelijker kunnen houden en ook betere krachten kunnen aantrekken als de mogelijkheid er is om thuis te werken. En er zijn natuurlijk ook wel minder kosten voor brandstof, kantoormateriaal,... Verder geven werkgevers ook nog aan dat ze zien dat thuiswerk het ziekteverzuim vermindert. Vroeger liet iemand al eens een ziektebriefje schrijven omdat die om privéredenen thuis moest blijven. Dat gebeurt zo minder.”

De werknemer:

“Voor een groot deel ook in het winnende kamp”, zegt Baert. “De balans tussen werk en privé verloopt duidelijk beter wanneer er meer telewerk is. Er is ook sprake van dat er minder burn-outs zouden zijn. Bij een eerste onderzoek in het begin van de crisis leken mensen met kinderen het vele telewerken minder interessant te vinden, maar nu zien we dat de meesten zich goed georganiseerd hebben en er ook wel enthousiast over zijn.”

Ook op het kabinet van minister Somers luidt het dat zeven op de tien ambtenaren aangeven dat ze nu werk en privé goed op elkaar konden afstemmen. “85% liet ook weten dat ze zich goed voelen”, klinkt het nog. Al ziet Baert toch ook wel enkele nadelen. “Sowieso blijkt uit eerder internationaal onderzoek dat veel telewerken de kans op promotie of opslag verkleint. Omdat blijkt dat mensen die vaak thuiswerken minder deelnemen aan opleidingen en zich zo minder professioneel ontplooien. Maar ook omwille van het kleinere sociale netwerk. Je komt minder op de werkvloer, maakt veel minder praatjes met leidinggevenden en ook dat speelt wel degelijk een rol.”

Het bedrijfsrestaurant:

“Wij voelen dit zeker”, zegt Michael Delgouffe van Belgocatering. “Momenteel zit 90 procent van ons personeel nog thuis omdat veel van onze restaurants dicht zijn. Maar we beseffen dat er ook na corona dingen zullen veranderen. Als één derde van het personeel structureel thuis zit te werken, dan zijn dat aanzienlijk minder mensen in onze restaurants. Dus denken we nu al na over hoe we daarop zullen inspelen. We zijn bezig met boxen waarin we voor iemand die bijvoorbeeld op maandag komt werken, een kant-en-klaar ontbijt en middagmaal kunnen stoppen voor de thuiswerkdag die volgt. En er zijn ook al gesprekken aan de gang met werkgevers om bij hun personeel op thuiswerkdagen maaltijden aan huis te leveren.”

De files:

“Velen denken dat de files korter worden als meer mensen thuis werken”, zegt Chris Tampère, verkeersdeskundige aan de KULeuven. “Maar dan moeten er echt al veel mensen thuis blijven, zoals dat de afgelopen maanden het geval was. Toen was dat extreem. Bij een eerder normale verhoging van het telewerk zullen de ochtend- en avondspitsen heus wel blijven bestaan. Om de simpele reden dat mensen die vroeger dachten “we staan vroeger op om de files voor te zijn” of “we werken eerst een uurtje thuis en vertrekken na de files”, nu geneigd zullen zijn om toch rond negen uur op kantoor te willen aankomen. Zij zullen die plekken, die als het ware vrijkomen in de spits, innemen. Op die manier blijven de piekmomenten bestaan, maar wordt het wel rustiger errond. Zo zal het fenomeen van “de ochtendspits loopt over in de avondspits” veel minder voorkomen. Maar de piek blijft wel.”

De verkeersveiligheid:

Verkeersinstituut Vias becijferde al voor de coronacrisis dat een verdubbeling van het telewerk ervoor zou zorgen dat er jaarlijks 44 doden en zwaargewonden minder zouden zijn.

Het klimaat:

Uit diezelfde studie bleek ook dat als het telewerk zou verdubbelen, het jaarlijks tot een besparing van 1,2 miljoen liter brandstof en 2.500 ton CO2 zou leiden.

Crèches:

“We verwachten niet dat er minder mensen beroep zullen doen op crèches”, zegt Nele Wouters van Kind en Gezin. “We hoorden de afgelopen maanden namelijk dat de combinatie thuiswerk en zorgen voor een baby of peuter quasi onhaalbaar is. In die periode zijn ouders nog meer overtuigd geraakt van de meerwaarde van opvang. Niet alleen omwille van ‘de opvang’, maar ook omdat kinderen houden van voorspelbaarheid en structuur, en die daar ook krijgen omdat er vaste momenten zijn. Voor ouders was het in het begin zeer hard zoeken naar die structuur naast het werken. Kinderen zien in de opvang ook andere kindjes, gaan er spelenderwijs om met taal, leren zindelijkheid,... Er is nu meer dan ooit bewezen dat het een partner is in de opvoeding, dus gaan we er niet van uit dat thuiswerkers de kindjes thuis zullen houden in plaats van naar de crèche te brengen.”

De energiefactuur:

“Op het werk zal die lager liggen en thuis hoger”, zegt Baert. “Maar we zien dat er nu al bij bedrijven sprake is van bepaalde toeslagen voor wie vaak thuis werkt. Daar zijn dus wel mogelijkheden.”