Ons land wil een Afghaanse moeder met haar 5 kinderen terugsturen naar Duitsland. Het gezin had immers eerst daar asiel aangevraagd voor het naar ons land is gekomen. De familie weigert echter terug naar Duitsland te gaan, omdat daar volgens hen geen goede opvang wordt gegeven. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft volgens de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen onvoldoende gemotiveerd waarom het gezin geen risico loopt in Duitsland.

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) is daar niet over te spreken. “Eigenlijk zegt de rechter: Sie schaffen das nicht”, zei Francken daarover in ‘De ochtend’ op Radio 1.

Het arrest dateert al van 10 oktober. “De normale gang van zaken is toch dat je in beroep gaat tegen een beslissing die je niet zint. Waarom deed de Dienst Vreemdelingenzaken dat twee maanden geleden niet al?”, vraagt ex-N-VA’er Hendrik Vuye zich nu af.

“Dit bewijst dat ze bij de Dienst Vreemdelingenzaken - die onder Francken valt - “een ernstig probleem hebben met de opvolging en afhandeling van hun dossiers”, zegt Vuye.

Vuye benadrukt ook dat in het arrest niet staat dat er geen vluchtelingen meer mogen worden uitgewezen naar Duitsland, maar dat de Dienst Vreemdelingen zaken onvoldoende motiveerde waarom de familie geen aanspraak kan maken op artikel 3 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: ‘Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.’

“Als je je zaak onvoldoende motiveert, dan is het niet de schuld van de rechter dat je geen gelijk krijgt”, zegt Vuye. Als Theo Francken dus met woorden als ‘waanzin’ jongleert of Bart De Wever het opnieuw heeft over ‘wereldvreemde rechters’, dan lijkt het er volgens hem eerder op dat de N-VA “opnieuw in de aanval gaat om haar eigen fout af te wentelen op een rechter.”

“De Dublinakkoorden worden steeds vaker uitgehold door rechterlijke uitspraken”, zei Francken vrijdagochtend in “De ochtend”. Hij is niet te spreken over de uitspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in dit dossier en vreest voor een precedent.

Dienst Vreemdelingenzaken reageert

“De Dienst Vreemdelingenzaken ging niet in beroep omdat elke lidstaat maar 6 maanden heeft voor de beslissing tot overdracht van een asielzoeker naar een andere lidstaat te treffen (Dublin conventie). Door de annulatie van de bestreden beslissing van april, waardoor Duitsland bevoegd werd verklaard, wordt die beslissing geacht nooit te hebben bestaan en was de nuttige termijn voor het nemen van een nieuwe beslissing reeds bij het vellen van het arrest van de Raad voor Vreemdelingenzaken verstreken”, zegt Freddy Roosemont, directeur-generaal van de dienst Vreemdelingenzaken.

“De Dienst Vreeemdelingenzaken (DVZ) volgt de dossiers wel degelijk verder op maar respecteert ook de door Europa bepaalde termijnen. De kritiek is dus volkomen onterecht”, benadrukt Roosemont. .