Prins Laurent mag nog hopen op zijn Libisch geld
Prins Laurent is een stap dichter bij zijn Libische miljoenen. De KI heeft beslist dat 14 miljard euro van het vroegere Libische regime moet blijven waar het is. Daarvan is 50 miljoen bestemd voor de vzw van Laurent. ‘De vzw moet nu uitbetaald worden’, zegt Laurents advocaat.
Hoe het begon: onderzoeksrechter Michel Claise nam 14 miljard euro van het vroegere Libische regime in beslag bij de bank Euroclear. Dat gebeurde nadat Laurents advocaat Pierre Legros voor diens vzw GSDT (Global Sustainable Development Trust) een klacht had ingediend tegen de Libische staat. Die vzw had een contract met Libië voor een project rond herbebossing, maar in 2010 had Libië dat contract eenzijdig opgezegd. Sindsdien probeert prins Laurent een schadevergoeding te krijgen: de Libische overheid zou de vzw meer dan 50 miljoen euro moeten.
De 14 miljard waren door de VN geblokkeerd als onderdeel van de internationale sancties tegen de Libische dictator Kadhafi. De bank Euroclear betwistte de inbeslagname. De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) van Brussel moest zich uitspreken over de vraag of het beslag geheven moest worden, en de gelden dus vrijgegeven moesten worden. Als dat zou gebeuren, zou Laurent kunnen fluiten naar zijn centen. Maar gisteren werd bekend dat de KI niet inging op de vraag van Euroclear. Het geld blijft waar het is.
En dat is goed nieuws voor prins Laurent. “Dit is een nieuwe klinkende overwinning voor de prins, die de hele affaire van de verdwenen Libische fondsen aan het licht heeft gebracht”, zegt meester Laurent Arnauts. “De rechters hebben het been stijf gehouden, Euroclear staat niet boven de Belgische strafwet. Gelukkig maar. Anders hadden we hier in Brussel aan de Albertlaan de bermudadriehoek van de financiële wereld gehad. Nu moeten we nog wel zien of we aan het geld geraken. De bal ligt nu bij de Belgische regering, die moet dat geld ontvriezen. De vzw van de prins heeft een definitief vonnis en moet uitbetaald worden.”