Tienduizenden zeevaarders zitten vast op zee, Vlaming op Indische Oceaan doet zijn verhaal
De coronacrisis is nog niet voorbij, dat is zeker het geval voor de tienduizenden zeevaarders op zee. Velen zitten nu al maanden vast op hun schip. De VN roept op om voor hen snel een oplossing te vinden. Een Vlaamse kapitein in de Indische Oceaan vertelt ons met welke problemen hij geconfronteerd wordt.
Drie maanden al vaart kapitein Michaël Barbaix met zijn schip Statia op zee. Op dit moment bevindt de olietanker van de Vlaming zich ten zuiden van Madagascar.
Enig vooruitzicht om snel met beide voeten weer veilig aan land te komen is er niet. En dat weegt, zeker omdat hij op weinig begrip kan rekenen van de landen waar hij wil aanmeren. "Er is geen sprake van agressiviteit, maar er heerst wel een soort onbegrip. Als we met een bepaalde lading aankomen in de haven, dan is alleen die lading belangrijk. Met de mensen aan boord van het schip wordt nauwelijks rekening gehouden", zegt kapitein Barbaix.
Het probleem van de zeevaarders laat de Verenigde Naties niet koud. "Hen repatriëren is niet alleen belangrijk voor familiale en persoonlijke redenen. Het is ook een kwestie van veiligheid", zegt Fred Kennedy van de VN-Scheepvaartorganisatie. "Want als de bemanning zo lang op een schip zit, beginnen ze moe te worden en stress te krijgen. Het is dus van belang dat ze worden afgelost zodat het schip veilig kan blijven varen", besluit Kennedy.
Aan boord van de olietanker van Michaël Barbaix bevinden zich 23 bemanningsleden. Een meerderheid van hen staat eigenlijk niet meer onder contract. "4 mensen zijn al twee tot drie maanden over hun contract. Zo zit je al snel met bemanningsleden die al zeker zes tot acht maanden aan boord zitten zonder enig uitzicht op vervanging", zegt kapitein Barbaix.
Bekijk hieronder de volledige reportage uit "Het Journaal."
