Direct naar artikelinhoud
ReportageCafé ’t Hoekske

Ook zondagochtend gezellig druk in het volkscafé: ‘Ik wist dat ik hier niet alleen ging zitten’

Zondagochtend in volkscafé 't Hoekske in Heist-op-den-Berg.Beeld Tine Schoemaker

Is het einde van het volkscafé in zicht? Volgens de eigenaar van Delirium-brouwer Huyghe zal één op de twee de coronacrisis niet overleven. In café ’t Hoekske in Heist-op-den-Berg, waar voor het eerst na de lockdown op zondag weer een pintje werd gedronken, maakt men zich geen zorgen over de toekomst.

Twee Orvals, een Duvel, een pintje en een cola. Aan het tafeltje achter ons zitten vijf heerschappen van pensioengerechtigde leeftijd. “Wij komen hier elke zondagochtend”, verklaart een van hen. “Behalve de afgelopen maanden, natuurlijk. Maar of we vandaag speciaal opnieuw hebben afgesproken? Nee, hoor. Ik wist dat ik hier niet alleen ging zijn.”

Volgens uitbater Dirk is er maar één groot verschil met de periode vóór 14 maart. “Toen kwamen de klanten aan de toog bestellen."Beeld Tine Schoemaker

Sinds de heropening staan er nog maar zes tafeltjes in ’t Hoekske, een volkscafé schuin tegenover het station van Heist-op-den-Berg. Ze vormen het houten equivalent van evenveel bubbels, op een zedige afstand van anderhalve meter van elkaar. Zondag is het voddenmarkt even verderop, voorlopig nog in beperkte vorm. Toch zijn hier iets voor tien al alle bubbels gevormd. “Het is al de hele week druk, de mensen zaten te wachten om terug te keren”, aldus uitbater Dirk, mét mondmasker. Volgens hem is er maar één groot verschil met de periode vóór 14 maart. “Toen kwamen de klanten aan de toog bestellen, nu moet ik bestellingen aan de tafel opnemen.”

Nochtans is de sector in gevaar. “Ik vrees voor een kaalslag bij de dorpscafés”, zei Alain De Laet, eigenaar van de Delirium-brouwer Huyghe, zaterdag in De Tijd. “Ze zijn te klein om de lockdown overleven, ik vrees dat de helft eronderdoor zal gaan.” De Laet maakt die balans op basis van de panden die zijn brouwerij in eigendom heeft en verhuurt aan horeca-uitbaters. Als ruggensteun werd de huur voor april kwijtgescholden en die voor mei uitgesteld. Maar dat is niet genoeg, denkt hij. “Onze regering heeft met haar steun aan de horeca mooie inspanningen geleverd. Maar ze heeft de cafés in de kou laten staan, precies door geen 6 procent btw op alcoholische dranken toe te laten.”

Ook zondagochtend gezellig druk in het volkscafé: ‘Ik wist dat ik hier niet alleen ging zitten’
Beeld Tine Schoemaker

En als deze zondagochtend in ’t Hoekske iets aantoont, is het dat volkscafés het niet moeten hebben van de niet-alcoholische dranken. “Het zal een mix van kleine dingen zijn die de bruine kroegen erbovenop moeten helpen”, zegt Matthias De Caluwe, CEO van Horeca Vlaanderen. “Er is die btw-verlaging waar we al jaren om vragen, het overbruggingsrecht is verlengd, en er is de aanvullende compensatiepremie van de Vlaamse regering tot 8 juli. Daarnaast leverden heel wat brouwerijen inspanningen om de huishuur te laten vallen. Hopelijk blijven ze ook nu meewerken aan het herstel. Want ook zij merken: als de horeca wegvalt, dan ook de hele keten erachter.”

Boerreke

Maar ook voor de coronacrisis was het niet makkelijk, zegt De Caluwe. “Er wordt in het algemeen gewoon minder op café gegaan. Daar is niet één oorzaak voor: het rookverbod, andere manieren om samen te komen zoals pop-ups, de opkomst van koffiebars. De sleutel tot herstel ligt ook bij de consument. Ga een keertje meer op café in plaats van thuis te vieren, en steun zo de lokale middenstand.” 

Aan het tafeltje achter ons zitten vijf heerschappen van pensioengerechtigde leeftijd. “Wij komen hier elke zondagochtend.”Beeld Tine Schoemaker

Want zonder kan de profetie van De Laet weleens de waarheid worden. In 2011 legde het Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag – nu onderdeel van Histories – een Vlaamse volkscafékaart aan. In de afgelopen negen jaar liepen er daar meer vragen binnen om gesloten kroegen uit de lijst te schrappen, dan nieuwe erin op te nemen. “Bruine cafés zitten ingebakken in het Vlaamse DNA”, zegt Frea Vancraeynest van Histories. “Net als onze biercultuur, die is erkend als immaterieel erfgoed. Maar bovenal hebben volkscafés een sociale functie voor de mensen die ze bezoeken. Mensen die anders weinig contacten hebben, en de afgelopen maanden dus niet meer konden samenkomen.”

Mensen zoals hier in ’t Hoekske. “Voor de lockdown kwam een oudere man hier elke dag aan de deur staan”, vertelt onze bubbelgenoot. “Van zijn dochter mocht hij niet meer op café en geen alcohol meer drinken. Dus kwam hij elke dag naar den Dirk, die dan vijf flesjes Rodenbach in zijn rollator zette.” De man in kwestie is nog niet teruggeweest, maar de meeste andere vaste klanten wel. Zorgen maakt eigenaar Dirk zich niet. “Dit pand is al sinds 1875 in mijn familie. Ik heb een bouwaanvraag uit dat jaar teruggevonden om dit spel hier neer te zetten. Een maand later was die goedgekeurd, vandaag zou dat vijf jaar duren. (lacht) Zelf sta ik hier 35 jaar achter de toog, daarvoor heeft mijn tante het 45 jaar opengehouden. Nog een pintje? Of een boerreke?”

"Kan je niet volgen met drinken, dan geeft den Dirk je een bonneke, goed voor een pintje. En het goeie nieuws is: die blijven altijd geldig."Beeld Tine Schoemaker

“Ge moet een boerreke vragen”, zegt een man van de tafel verder. “Dan krijgt ge dat in een glas met een gouden randje, dan voelt ge u nét iets specialer.” De vijf heren verzamelen hun centen en bonnetjes. Want in Heist-op-den-Berg heerst een aparte valuta. Een klant: “De geheime truc is: kom binnen, doe een bescheiden tourneé générale, en wordt voor de rest van de dag teruggetrakteerd. Kan je niet volgen met drinken, dan geeft den Dirk je een bonnetje, goed voor een pintje. En het goeie nieuws is: die blijven altijd geldig, wat ze destijds ook gekost hebben.” Bonnetjes van de bruine kroeg, als de betere belegging in het leven.