Direct naar artikelinhoud
ReconstructieWoon-zorgcentra

Kibbelende overheden en verwarrende richtlijnen deden rusthuizen de das om

Kibbelende overheden en verwarrende richtlijnen deden rusthuizen de das om
Beeld Photo News

Terwijl de verschillende overheden kibbelden over wie waarvoor bevoegd was, was het chaos troef in de rusthuizen. Die moesten zichzelf zien te redden. En als dat al lukte, was het eerder ondanks de maatregelen van de overheid dan dankzij. ‘Je moet nog altijd zelf blijven nadenken.’

en

Woensdag 1 april. De telefoon rinkelt in woon-zorgcentrum Amphora in Wingene, het eerste rusthuis dat met een ernstige corona-uitbraak te kampen heeft. Koning Filip wil personeel en bewoners een hart onder de riem steken. De koning belooft aan het volledig overbelaste personeel alles te doen wat binnen zijn bevoegdheid ligt om te helpen. “We hebben dringend coronatesten nodig”, klinkt het antwoord. Helaas. Coronatesten vallen niet onder de koninklijke bevoegdheid.

Het lijkt een constante in de crisis: discussie over bevoegdheden. Wie is verantwoordelijk waarvoor en vooral: wie regelt wat? Het speelt de woon-zorgcentra behoorlijk parten.

Begin april trekken enkele van hen aan de alarmbel. Ze wijzen op een tekort aan zuurstofapparatuur, kleine mobiele toestellen die gebruikt worden om zieken zuurstofondersteuning te bieden.

De toestellen zijn nodig, omdat er steeds meer ernstig zieke bewoners in de rusthuizen blijven. Vooral omdat een aantal adviezen van zowel de Belgische Vereniging voor Gerontologie en Geriatrie als de universitaire ziekenhuizen van Leuven en Gent voor grote verwarring zorgt in de rusthuizen. In die adviezen wordt gevraagd om de meest kwetsbare ouderen niet meer naar het ziekenhuis over te brengen. 

Op het kabinet van welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) benadrukken ze dat ziekenhuizen de hele coronaperiode wel degelijk rusthuisbewoners zijn blijven opnemen. In totaal gaat het om 1.506 patiënten, van hen zijn 675 er ook overleden. Maar uit een analyse van het federale centrum Sciensano blijkt wel duidelijk dat er in Vlaanderen maar de helft zoveel bewoners naar een ziekenhuis werden gestuurd als in Wallonië en Brussel.

Feit is dat heel wat rusthuizen steeds meer op afdelingen intensieve zorgen beginnen te lijken. Alleen zonder het daarvoor opgeleide personeel en de noodzakelijke beschermingsmaterialen te hebben. En met een tekort aan zuurstoftoestellen dus.

‘Weinig nood’

Al moeten we dat volgens het kabinet-Beke met een serieus korreltje zout nemen. “Er is nooit een tekort geweest aan die apparaten in de rusthuizen”, zegt woordvoerder Steffen van Roosbroeck. “Uit een bevraging die we zelf hebben opgezet, bleek dat er weinig nood was.” 

Dat wordt vanop vele fronten fel tegengesproken. Paul Cappelier, voorzitter van de Belgische Federatie van Zorgkundigen, lanceerde een eigen bevraging onder zijn leden. Daaruit bleek dat er in minstens 150 rusthuizen wel degelijk problemen waren met de zuurstoftoediening. En ook bij zorgkoepel Zorgnet-Icuro is men stellig. “Er is absoluut een behoorlijk groot probleem geweest in verscheidene woon-zorgcentra”, weet Marc Geboers, directeur algemene ziekenhuizen.

In Lokeren is schepen Stefan Walgraeve (Open Vld) bevoegd voor het plaatselijke zorgbedrijf. Hij heeft weet van een woon-zorgcentrum, Ter Durme, dat in de problemen kwam. Walgraeve: “Er is effectief een tekort geweest. Sommige bewoners werden na een uur van het apparaat gehaald, zodat iemand anders zuurstof kon krijgen – terwijl die mensen wel nog steeds zuurstof nodig hadden.”

De bevraging waar het kabinet-Beke naar verwijst, laat inderdaad geen acute nood aan zuurstofconcentratoren optekenen. Logisch, zegt Geboers van Zorgnet-Icuro. “Die bevraging werd pas gedaan wanneer het probleem eigenlijk al opgelost was.”

Een onderzoek van de verslagen van de door minister Beke opgerichte Vlaamse Taskforce Zorg wijst inderdaad in die richting. Het duurt vreselijk lang vooraleer er in actie geschoten wordt. Eerst wordt de problematiek besproken,  daarna krijgt een van de projectgroepen van de taskforce de opdracht om een definitie op te stellen van ‘nood aan zuurstof’. De bevraging laat op zich wachten. De resultaten worden uiteindelijk pas op 24 april op de Taskforce besproken, weken nadat acute tekorten opdoken. De conclusie: er is geen probleem.

Kan kloppen, toch op dat moment.  De rusthuizen krijgen na hun alarmkreet spontaan hulp van ziekenhuizen, die hun zuurstoftoestellen uitlenen. Om het paasweekend te overbruggen vraagt het federaal geneesmiddelenagentschap, in samenspraak met de regio’s, onder meer om de woon-zorgcentra niet extra te belasten. Dat betekent dat patiënten die nog nood hebben aan zuurstof, niet van het ziekenhuis naar een woon-zorgcentrum terug gaan. En ook de federale taskforce van Philippe De Backer schiet al tijdens het paasweekend in actie. Dat resulteert in een groepsaankoop, waarvan de eerste 700 toestellen in ons land aankomen op 20 april. Tegen de tijd dat Vlaanderen een zicht krijgt op hoe groot het probleem is, is het alweer van de baan.

Gouden regel

In rusthuis Amphora kent rusthuisarts Wouter Lejaeghere de gouden regel bij een epidemie. Scheid zo snel mogelijk de besmetten van de niet-besmetten. Compartimentering heet zoiets. Lejaeghere: “We hebben dat al een aantal keren moeten toepassen bij buikgriep. Het leek ons logisch om het bij dit virus ook te doen. Maar dan moesten we wel weten wie echt besmet was en wie niet.”

De koning kan hen niet helpen. En bij de regionale overheden, bevoegd voor rusthuizen, blijft het lange tijd opvallend stil. De federale Taskforce van De Backer, opgericht om in eerste instantie de ziekenhuizen te voorzien van materiaal en testen, wil wel helpen maar stoot op regio’s die behoorlijk op hun strepen gaan staan.

Dat ondervindt ook het federaal wetenschappelijk comité voor het coronavirus. Het comité, bestaande uit experten en opgericht om de epidemie in kaart te brengen, pleit er halfweg maart al voor om massaal te screenen in de rusthuizen. “We wilden inzicht in de situatie in de woon-zorgcentra”, zegt professor Erika Vlieghe, lid van het comité. “Dat is ons niet gelukt. In de ziekenhuizen hebben we de organisatie van de crisis mogen regelen. In de woon-zorgcentra niet. Die waren van de regio’s, wij waren niet bevoegd, klonk het.”

Ook Margot Cloet van Zorgnet-Icuro, de grootste koepel van woon-zorgcentra, bevestigt dat er al de tweede week van maart gevraagd wordt naar meer testen in de woon-zorgcentra. “Maar het was nooit duidelijk wie bevoegd was: de federale taskforce onder leiding van Philippe De Backer of Vlaanderen?”

Uiteindelijk zou het nog een goeie maand duren vooraleer er gestart wordt met massaal testen in de rusthuizen. Veel te laat, vindt ook Cloet. “Het begin van de testing verliep dan ook nog heel chaotisch. Testen verdwenen, kwamen niet meer terug uit de labo’s of bleken verwisseld. Er werden wissers verdeeld met een verkeerde handleiding en er was heel wat onduidelijkheid over wie wat moest betalen. Was het het labo? De patiënt? Het rusthuis? Het heeft allemaal veel te lang geduurd en de paniek in de rusthuizen was groot.”

In Wingene wachten ze niet. Met steun van het gemeentebestuur, dat via sponsoring voor de centen zorgt, wordt begin april al een privélaboratorium gevonden dat wil meewerken om alle bewoners én personeel van Amphora te testen. 40 van de 140 bewoners blijken positief. Ook 20 van de 100 personeelsleden zijn besmet. Met die kennis kon het rusthuis aan compartimentering doen. Amphora verloor uiteindelijk 12 bewoners. Het rusthuis ‘scoort’ daarmee gemiddeld, wat gezien het grote aantal besmettingen een klein wonder mag heten. Maar dat was dus eerder ondanks de overheid dan dankzij. Dokter Lejaeghere: “Richtlijnen zijn goed, maar je moet nog altijd zelf blijven nadenken over wat het best is voor je bewoners, vind ik.”

In Wingene weten ze één ding heel zeker: hadden ze gewacht tot de Vlaamse regering uiteindelijk na veel dralen met testen begon, waren er wellicht een pak meer sterfgevallen geweest.

Afscheidsbezoekjes

Kibbelende overheden zorgen voor verwarring en chaos. Verwarrende richtlijnen vanuit het beleid doen de rest. Het begint al bij de sluiting van de woon-zorgcentra. De Vlaamse regering besluit op 11 maart tegen de middag dat er vanaf 12 maart geen bezoek meer binnen mag. Rusthuizen bellen die dag de families bewust op.  Of ze nog eens langs willen komen. Volgens experten zijn die afscheidsbezoekjes zowat het equivalent van de lockdownparty’s bij de sluiting van de horeca enkele dagen later.

Twee richtlijnen worden door heel wat rusthuisdirecties en –personeel aangeduid als ‘ronduit gevaarlijk’. Allereerst de regel die stelt dat personeelsleden die symptomen hebben maar geen koorts, moeten blijven werken. Op die manier wil men vermijden dat de rusthuizen zonder personeel vallen. Achteraf blijkt dat ook mensen zonder koorts de ziekte kunnen doorgeven.

Maar het zijn vooral de richtlijnen over mondmaskers die voor het meeste verwarring zorgen. Eerst is de regel dat mondmaskers in de rusthuizen niet nodig zijn. Redenering: er zijn er amper genoeg voor de ziekenhuizen en in rusthuizen zijn ze niet echt nodig. Meer nog, ze kunnen paniek veroorzaken bij de bewoners.

Volgens het kabinet van welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) is er nooit een tekort geweest aan zuurstofapparaten. Hij blijft ook benadrukken dat er in 88 procent van de Vlaamse rusthuizen geen tot nauwelijks problemen waren.Beeld Photo News

Maar wanneer blijkt dat het virus, ondanks de vroege lockdown in de rusthuizen, toch binnenzit, worden maskers verplicht. Wel enkel voor wie met Covid-patiënten werkt. Bedoeling is ook dat er vast personeel bij die Covid-patiënten staat. Maar ’s nachts mag dan weer van die regel worden afgeweken. Want bij nachtdiensten is er te weinig personeel om gescheiden teams te behouden. 

Mondmaskers zijn ook een nieuwe gegeven in de rusthuizen. Het zorgpersoneel heeft daar geen enkele ervaring mee. “Weet u wat wij ons lang hebben afgevraagd: of de blauwe kant van zo’n ding nu eigenlijk de buitenkant is of niet?”, zegt Claire Weiler, animator in woon-zorgcentrum Zonnewende in Aartselaar. 

Volgens haar holde het personeel door de steeds veranderende richtlijnen constant achter de feiten aan. Claire Weiler: “Nog een voorbeeld: op een bepaald moment is er, zoals de richtlijnen op dat moment voorschreven, beslist om dan maar bewoners te verhuizen: mensen zonder symptomen uit de Covid-afdeling en mensen met symptomen erin. Op drie dagen tijd hebben we dertig mensen verhuisd. Nu verhuis je niet zomaar een rusthuisbewoner. Mensen wonen daar, met hun hele hebben en houwen. Toen de verhuis volop bezig was, hoorden we minister Beke op de radio zeggen dat hij zou gaan testen in de rusthuizen. Een week later bleek dat bij ons 70 procent van de bewoners besmet was, velen zonder symptomen. De hele verhuisoperatie was dus voor niets geweest.”

Overschatting

Dat de verwarring en het gekibbel tussen overheden de situatie in de rusthuizen geen goed gedaan heeft, mag duidelijk zijn. Toch benadrukt minister Beke dat uit zijn analyses blijkt dat er in 88 procent van de Vlaamse rusthuizen geen tot nauwelijks problemen waren. Beke wil een nieuwe telling van het aantal doden in de woon-zorgcentra. Hij vraagt alle rusthuizen om alle sterfgevallen door te geven, om zo de oversterfte te  kunnen berekenen. Volgens Beke is er een fameuze overschatting van de sterftecijfers.

Dat zou weleens dik kunnen tegenvallen, meent demograaf Johan Surkyn van de onderszoeksgroep Interface Demography aan de VUB. Hij berekende al die oversterfte op basis van domiciliegegevens.

Zijn conclusie: in België stierven tijdens corona dubbel zoveel rusthuisbewoners als in dezelfde periode vorig jaar.  De oversterfte in Brussel bedraag 195 procent, die in Wallonië 110 procent en in Vlaanderen 83 procent.

Ook al scoort Vlaanderen een stuk beter dan de andere regio’s, toch is dit wellicht niet het nieuws waarop minister Beke hoopte. Surkyn: “Uit onze berekeningen blijkt dat de huidige coronacijfers uit de rusthuizen behoorlijk accuraat zijn. Ook die in Vlaanderen. Er kan hooguit een verschil zijn van 200 sterfgevallen.” 

Op een totaal van bijna 3.000 Vlaamse ‘rusthuisdoden’ maakt dat spijtig genoeg geen wereld van verschil.