Direct naar artikelinhoud
InterviewSihame El Kaouakibi

‘Waar zijn we mee bezig als we enkel beleid voeren met de angst voor de schaduw van extreemrechts?’

Sihame El Kaouakibi: ‘Racisme is een misdrijf. En dus moeten we ons niet neerleggen bij de huidige straffeloosheid’Beeld Diego Franssens/Humo

De Vlaamse regering heeft de praktijktests tegen discriminatie voorlopig begraven. Maar Vlaams Parlementslid Sihame El Kaouakibi (Open Vld) legt zich daar niet bij neer. Via het parlement wil ze alsnog strijden voor praktijktests, en tegen discriminatie en racisme. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik mijn principes niet opzij zou zetten. Dat ben ik nu ook niet van plan.’

Net voor het weekend sloeg u mea culpa in een Instagram-video. U had een parlementaire resolutie rond discriminatie gesteund die praktijktesten ontweek. ‘Ik heb jullie teleurgesteld’, zei u.

“Die resolutie was een compromis dat ik niet had moeten steunen. Ik dacht: elke stap vooruit is winst. Praktijktests gebeuren nu al in negen centrumsteden, maar niet met sancties voor wie in de fout gaat. Het leek me al een goed begin om dat verder uit te rollen, want meer lukte op dat moment niet. Maar dan onderschat je de noodzaak en de pijn die er bij veel mensen is. De tijd voor compromissen is voorbij. Er is genoeg wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat er wel degelijk gediscrimineerd wordt op naam, afkomst, gender, leeftijd, beperkingen. De oplossing is dus niet om nog meer onderzoek af te wachten. We moeten nu stappen vooruit zetten met juridische praktijktesten.”

“Je kan fouten maken, je kan eens een keertje struikelen. Maar je moet daar wel uit leren, en dat is wat ik nu doe. Ik ga dus de komende weken de strijd om praktijktesten voortzetten.” 

Hoe dan?

“De regering doet alsof de discussie beslecht is; dat is niet zo. De oppositie had ook voorstellen voor praktijktesten, en die komen nog aan bod in het parlement. Ik ga die steunen , maar ik kan dat natuurlijk niet alleen. Ik vrees dat het niet van partijen zal komen. Het is nu aan individuele parlementsleden die de boosheid van de burgers horen: ook als je eigen partij niet zover wil gaan, zet dan voor één keer het partijbelang opzij en ga voor het burgerbelang.” 

De regeringspartijen lijken nochtans weinig zin te hebben om die discussie opnieuw te openen.

“De regering kan nu eenmaal niet beslissen wat er in het parlement komt en goedgekeurd wordt. Dus neen, dat debat is niet afgerond en het is niet aan de regering om te bepalen wanneer dat afgerond is. In wat voor een democratie zouden we leven als dingen die door het parlement gestemd worden niet eens uitgevoerd worden door de regering?”

De particratie moet buigen?

“Het is nooit het moment om aan particratie te doen, maar al zeker niet in de strijd tegen racisme en discriminatie. Je kan niet langer doof zijn voor de signalen uit de samenleving.”

Is de regering daar doof voor? Wordt discriminatie oogluikend toegestaan?

“We slagen er niet eens in om een hele kleine stap vooruit te zetten, laat staan om de volgende horden te nemen en structurele uitsluitingsmechanismen aan te pakken. Dan is er inderdaad geen sense of urgency en geen notie van hoe hard bepaalde groepen mensen worden uitgesloten in onze maatschappij. Ik heb zeker niet het gevoel dat men voldoende door heeft hoe erg het gesteld is, en evenmin dat men wel degelijk maatregelen wil nemen die komaf maken met racisme en discriminatie.” 

Op Instagram zei u ook: ‘De strijd tegen discriminatie komt sommige mensen niet goed uit.’ Waarom niet?

“Alleen al het benoemen van racisme wordt je kwalijk genomen, omdat je op die manier mensen in de armen van extreemrechts zou duwen. Waar zijn we mee bezig als we enkel van peiling tot peiling leven, en beleid voeren met de angst voor de schaduw van extreemrechts?”

Is het niet gek dat praktijktesten zo gevoelig liggen? Als er geen discriminatie is, zouden praktijktesten net kunnen dienen om dat aan te tonen.

“Je maakt een goed punt. De enigen die daarop kunnen antwoorden zijn de mensen die het niet over praktijktesten willen hebben. Het vreemde is wel dat minister-president Jan Jambon (N-VA) in het begin van het academiejaar aan de UGent zei: er komen praktijktesten. Bart De Wever pleitte in 2007 zelf nog voor praktijktesten. En vandaag mag het woord niet eens gebruikt worden. Ik vind dat een teken aan de wand voor de toekomst.”

“Ik voel me hier echt heel ongemakkelijk bij, en ik kan me er niet bij neerleggen. De reden dat ik met politiek ben begonnen, is omwille van structurele ongelijkheid. Ik zie in mijn omgeving, op de arbeidsmarkt, in de media, hoe mensen afzien, hoe mensen blijven botsen op muren.”

“We negeren nog altijd het structurele karakter ervan. Ik krijg honderden berichten van jonge mensen die geen hoop meer hebben. Zij zeggen mij: ‘Ik snap niet wat mijn toekomst hier is, maar ik ben hier geboren. Hoelang word ik nog als B-burger gezien? Hoelang word ik nog uitgesloten? Waarom heb ik zelfs met mijn hogeschooldiploma 25 procent minder kans op een job? Waarom maak ik geen kans om die woning te huren?’”

Sihame El Kaouakibi: ‘Ik wil doen wat ik beloofd heb: een stem zijn voor de mensen en hun zorgen en noden vertalen in beleid. Ik ben bereid om daarvoor te vallen. Ik zit hier niet voor de volgende verkiezing.’Beeld Wouter Van Vooren

Hebt u zelf ook de gevolgen van racisme en discriminatie gevoeld?

“Natuurlijk. Vandaag zit ik in een geprivilegieerde situatie, maar ik weet hoe het voelt om uitgesloten te worden. Voor mij is het onderwijs een socialekansenmachine geweest. Maar voor vele anderen is dat niet het geval, omdat er structurele systemen bestaan die uitsluiten. Hoeveel statistieken en wetenschappelijk onderzoek hebben we nog nodig om dat te gaan geloven en in actie te schieten? Ik weet wat het is om voor makak of moslimhoer uitgescholden te worden. Ik weet wat dagelijks seksisme en racisme zijn. Het wordt bijna niet aangepakt. Het is een misdrijf. En dus moeten we ons niet neerleggen bij de huidige straffeloosheid.”

Is dat schuldig verzuim van de mensen die er iets aan kunnen veranderen?

“Als wij zelf, de verkozenen, geen deel van de oplossing zijn, zijn we absoluut deel van het probleem. Ieder parlementslid moet eens goed in de eigen boezem kijken. Het is nu aan iedereen om de lat hoog te leggen in de strijd tegen racisme en discriminatie. Als je voelt dat je binnen je eigen partij daarvoor niet de ruimte krijgt, dan moet je je daar vragen bij stellen.” 

En die zijn?

“De strijd is nog niet gestreden. Als volksvertegenwoordiger heb je stemmen gehaald op basis van een eigen overtuiging – die normaal gezien op veel punten aansluit bij je partij. Open Vld heeft mij omwille van mijn expertise erbij gevraagd. Ik heb altijd gezegd dat ik mijn principes niet opzij zou zetten. Dat ben ik nu ook niet van plan.”

De particratie is meestal niet lief voor wie zijn kop boven het maaiveld uitsteekt.

“Wat betekent ‘niet lief’? Dat je volgende keer niet op een lijst staat? Het belangrijkste is dat je jezelf in de spiegel kan kijken. Waarom doe je aan politiek: om op een lijst te staan of om te doen wat je de burger hebt beloofd? Ik wil doen wat ik beloofd heb: een stem zijn voor de mensen en hun zorgen en noden vertalen in beleid. Ik ben bereid om daarvoor te vallen. Ik zit hier niet voor de volgende verkiezing.”