Direct naar artikelinhoud
InterviewPierre Van Damme

‘Als ik zie hoe los sommige mensen met de maatregelen omgaan, dan houd ik mijn hart vast’

Epidemioloog Pierre Van Damme.Beeld BELGA

Op sommige plekken in ons land lijkt het alsof Covid-19 officieel dood is verklaard. Niks is minder waar. Het virus is nog even alive-and-kicking als drie maanden geleden en daarom houden specialisten hun hart vast. “Dit wordt een belangrijke week”, zegt epidemioloog Pierre Van Damme. “Ten laatste begin volgende week weten we of de losse manier waarop sommige mensen met de coronamaatregelen zijn omgegaan tot nieuwe opflakkeringen heeft geleid.”

Net nu iedereen wat minder bang wordt, neemt de onrust bij u toe.

“Eind deze week is het twee weken geleden dat de horeca opnieuw is opengegaan. Die heropening op zich baart me geen zorgen - dat vind ik een goede zaak. Maar als ik zie hoe los sommige mensen met de maatregelen omgaan, ja, dan houd ik wel mijn hart vast. We zullen ten laatste begin volgende week ook weten of de betogingen tegen racisme een gevolg hebben op de cijfers.”

Houdt u uw hart vast omdat u niet weet wat er komt of omdat u het juist wél weet?

“Omdat ik het niet weet. Dit is een cluster-epidemie. Dat wil zeggen dat de belangrijkste verspreidingen gebeuren op bijeenkomsten, zoals we in het verleden al hebben gezien: een après-ski, een carnaval, een huwelijksfeest. Hoe meer van die bijeenkomsten, hoe groter het risico. Maar zolang er op zo'n samenkomst geen besmet persoon aanwezig is, zijn die volstrekt ongevaarlijk. Alleen: dat weet je nooit. Het is een kwestie van pech of geluk.”

Met andere woorden: zelfs als de cijfers vrijdag goed zijn, kan dat puur toeval zijn.

“Ja. Dat is ook het gevaarlijke aan positieve cijfers of positieve ervaringen. Mensen zijn naar een feestje geweest, hebben geen mondmasker gedragen, zich niet aan de afstandsregels gehouden, misschien zelfs van elkaars pint gedronken en niemand van die groep is ziek geworden. ‘Zie je wel’, zeggen sommigen dan, ‘dat kan allemaal geen kwaad.’ Maar het virus is nog steeds aanwezig. Eén besmette persoon kan op één zo'n feestje opnieuw een pak mensen besmetten, en voor je het weet is er een lokale uitbraak.”

Is het virus nog altijd even sterk?

“De epidemie is afgezwakt door de maatregelen die we hebben genomen en nog steeds nemen. Dat wil zeggen dat de verspreiding van het virus is afgenomen. Maar niks wijst erop dat het virus minder besmettelijk of agressief is geworden. Als er zich een goeie gelegenheid voordoet - veel mensen dicht op elkaar zonder bescherming - dan zal het nog even hard uithalen als drie maanden geleden. Een tijdlang hebben sommigen geloofd dat UV-stralen het virus zouden verzwakken, en dat zou goed nieuws geweest zijn met de zonnige dagen die we nu kennen, maar veel zekerheid bestaat hier niet over. In Zuid-Amerika is er niet echt een tekort aan UV-stralen en daar gaat het virus nu toch ook lelijk tekeer.”

Gisteren waren er 71 nieuwe besmettingen. Weekendcijfers liggen altijd lager, maar toch: het was het op één na laagste cijfer sinds we in maart zijn beginnen tellen. Dat gaat de goede kant op, horen we dan.

“Het gaat inderdaad de goede kant uit, maar we zijn er nog niet van af. Een gemiddelde van 100 nieuwe bekende besmettingen per dag wil zeggen dat er wekelijks minstens een kleine 1.000 nieuwe besmettingen zijn. Dan ben je nog niet klaar, hé?”

In China hebben ze in bepaalde regio's de lockdown opnieuw ingevoerd omdat ze daar weer aan veertig besmettingen per dag zitten. Moeten we die cijfers anders interpreteren omdat ze in China van nul besmettingen per dag komen?

“Dat maakt geen enkel verschil. De Chinese overheid zou de lockdown hier wellicht nog altijd niet hebben opgeheven. Dat is natuurlijk de veiligste manier, maar nodig vind ik het niet. Als we ons aan de regels houden, kunnen we het virus ook hier in toom houden. Helaas doen we dat niet altijd. We houden te vaak onvoldoende afstand, we ontmoeten te veel mensen, we dragen niet vaak genoeg een mondmasker. Ik heb beelden gezien van een overvolle dijk aan de kust en niemand droeg er één. Oké, het is in de openlucht, maar als je maar zo weinig afstand kan bewaren, dan draag je er best wel één. Ook in winkels zie je vaak mensen zonder, terwijl we het toch aanbevelen. Buitenlandse toeristen verbazen zich daarover. Zij vinden ons redelijk nonchalant.”

Nochtans is de dodentol in geen enkel land zo groot geweest als hier. Je zou verwachten dat wij voorzichtiger zijn.

“Dat is inderdaad heel opmerkelijk. Moet je Belgen iets verplichten voor ze het écht gaan doen? Ik denk dat blijvend sensibiliseren ook helpt. Met aids is dat ook gelukt. En eigenlijk zijn de maatregelen ongeveer hetzelfde. Vermijd veelvuldig contact en draag bescherming. Als we dat doen, kunnen we het zonder extra maatregelen nog een hele tijd uitzingen, misschien zelfs tot er een behandeling of een vaccin is gevonden. Doen we dat niet, dan riskeren we dat onze vrijheid opnieuw wordt ingeperkt en onze economie opnieuw schade lijdt.”

U houdt uw hart vast voor de cijfers. Wanneer gaat u zich echt zorgen maken?

“Ik kan daar moeilijk een getal op kleven. Zorgelijk wordt het wanneer de contactopsporing niet meer kan volgen, bijvoorbeeld omdat de opflakkeringen elkaar te snel opvolgen. Want dat is ons enige wapen: alle contacten van besmette personen terugvinden en in quarantaine plaatsen. Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat een kleine opflakkering ook een kleine opflakkering blijft. Als dat niet lukt, kan het hek weer snel van de dam zijn.”

Soms wordt realisten of wetenschappers als u verweten dat ze paniek zaaien.

“Dit is niet de bedoeling. We reiken oplossingen aan die het leven leefbaar maken. Zo lang we ons houden aan de regels, komt het goed. Is het nu echt zo lastig om af en toe een mondmasker op te zetten op plaatsen waar veel volk bij elkaar is? Om zo veel mogelijk afstand te houden? Om je te beperken tot die toch wel ruime bubbel van tien personen per week? Dat lijkt me een relatief kleine moeite, maar we zullen er zeker voor beloond worden.”

Bent u zelf al op café geweest?

“Op restaurant, met zes vrienden, en we zaten dichter bijeen dan anderhalve meter en droegen geen mondmasker. Maar binnen de bubbel mag dat. Ik voelde me op mijn gemak, de ober had een mondmasker aan en de andere tafels stonden voldoende ver. Ik zou dat graag blijven doen.”

Lees ook: Pierre Van Damme en zijn vrouw Myrjam Cramm: “Samen verzorgden wij de eerste aidspatiënten. Toen was het ‘draag een condoom’, nu ‘draag een masker’”