Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

Op weg naar een obese generatie: steeds meer peuters zijn te zwaar

Op weg naar een obese generatie: steeds meer peuters zijn te zwaar
Beeld Thinkstock

Nooit waren er zoveel Vlaamse tweejarigen met overgewicht. Dat blijkt uit cijfers van Kind en Gezin. Ook blijken kinderen in kansarmoede een grotere kans te hebben op overgewicht.

en

Is babyvet schattig of toch iets dat best zo snel mogelijk verdwijnt? De vraag dringt zich op na een grootschalig BMI-rapport van Kind en Gezin en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Acht op de tien kinderen in Vlaanderen mogen dan een normaal gewicht hebben, experts die inzoomen op de tweejarigen noemen de cijfers daar alarmerend. In die groep had 9,6 procent vorig jaar overgewicht, oftewel een BMI van 25 of meer. In 2011 was dat nog 6,8 procent. Bij 1,3 procent was vorig jaar sprake van obesitas of een BMI van 30 of meer, tegenover 0,9 procent in 2011.

“Die cijfergegevens zijn belangrijk omdat we weten dat de vetcellen van kinderen voornamelijk geprogrammeerd worden tot en met de leeftijd van drie jaar”, zegt Inge Gies, kliniekhoofd pediatrie UZ Brussel en lid van Belgian Association for the Study of Obesity (BASO). “Dat wil zeggen dat als zo’n kind dan al te veel weegt, de kans om als volwassene overgewicht, obesitas en cardiovasculaire ziekten te krijgen veel groter is. Het is voor die kinderen ook veel moeilijker om hun gewicht te normaliseren dan voor iemand die pas op 25-jarige leeftijd verdikt.”

Uit het rapport blijkt nog dat het aandeel van kinderen met overgewicht of obesitas enkel toeneemt naarmate de leeftijd stijgt. “Het is dus dringend tijd om te kijken hoe dat komt en hoe we dat voorkomen”, zegt Gies. “Anders zijn we misschien vertrokken voor tientallen jaren met een obese generatie.”

Volgens An Vandeputte, coördinator bij Eetexpert, moeten we absoluut focussen op een gezonde leefstijl. “We hebben daarvoor meer info nodig over de achtergrond van het ernstig overgewicht. We weten intussen dat een tiental factoren een rol kunnen spelen: naast eet- en beweeggedrag, zijn ook de leefcontext, de stress in het gezin, de erfelijke aanleg, de slaaphygiëne, medicatiegebruik enzovoort van belang. Op basis daarvan kunnen we een advies formuleren.”

Een aandachtspunt is ook dat overgewicht kinderen in kansarmoede zwaarder blijkt te treffen. Twintig procent van de vierjarigen die opgroeien in kansarmoede, kampt ermee. Bij niet-kansarme kinderen is dat minder dan een op de tien. Vanaf tien jaar heeft minstens 32 procent van de kinderen in kansarmoede overgewicht. Dat is dubbel zo veel als bij kinderen die niet in kansarmoede opgroeien.

Kortom, we zitten stilaan met een probleem. “We moeten steeds opnieuw vaststellen dat dit een chronische crisis is”, zegt Bart Van der Schueren, professor endocrinologie aan het UZ Leuven en voorzitter van BASO. “Kijk maar naar de coronacrisis: waarom was er zoveel druk op intensieve zorgen? Omdat er vooral mensen met overgewicht terechtkwamen. De meerkost van overgewicht – zowel voor de samenleving als voor de patiënt persoonlijk – is een probleem.”

In een reactie geeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) aan, op basis van het rapport, verder te zullen werken aan een gezondheidsbeleid over alle domeinen heen. Op het kabinet van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) klinkt het dat er al heel wat initiatieven genomen werden, zoals de terugbetaling van een bezoek aan de diëtist voor kinderen.

Toch vindt Van der Schueren dat het beleid nog niet voldoende actie onderneemt. Ook Gies vindt dat er ruimte voor verbetering is. “Er gebeurt al heel wat”, zegt ze. “Al is iedereen daar niet altijd van op de hoogte. We moeten de koppen bijeensteken.”