De beeldstormbrigade

Louis van Dievel, schrijver en journalist, schrijft elke week over de kleine en grote actualiteit. Vandaag kijkt hij op eigenzinnige manier naar de beeldenstorm in ons land waarbij vooral standbeelden van Leopold II van hun sokkel gehaald worden.

opinie
Louis Van Dievel
Louis van Dievel is schrijver en journalist. Hij was journalist bij VRT NWS.

‘Lucienne, brengt ge ons nog vijf pintjes?’

Wij zaten vergenoegd te vergaderen onder een grote parasol op het terras van café Leopold in Voortkapel.

Eigenlijk hadden we met Zorromaskers op in het halfdonker moeten samenkomen met onze geheime genootschap, maar ja, de zon scheen en we hadden na die lange weken van quarantaine onze buik meer dan vol van die ambetante mondmaskers.

‘Louis,’ richtte onze leider zich tot mij, ‘gij die gestudeerd hebt, welke beelden kunnen wij hier in de streek omverduwen, bekladden, beschadigen, vernielen of anderszins verrenuweren én daarmee in de gazet komen?’

Waarna alle blikken zich op mij richtten. Ook die van het gezelschap fietsende dames aan de tafel naast ons, want de stem van onze leider draagt nogal ver.

Hoorapparaten

Wie ons op het terras van ons stamcafé zag zitten, in onze T-shirts van Metallica en AC/DC en met ons te veel te lang, dun grijs haar in een staartje, zou nooit vermoeden dat wij in feite een clubje van gevaarlijke anarchisten vormden. Gepensioneerd weliswaar, en grootvader, en uitgerust met kunstheupen en hoorapparaten, maar nog jong van hart en rebels van geest. En vol goesting om ons steentje bij te dragen aan de Nieuwe Beeldenstorm.

Achtergesteld gebied

‘In de Kempen staan geen standbeelden van Leopold II,’ vatte ik aan, ‘wat eens te meer bewijst dat wij een achtergesteld gebied zijn. Wat wij hier wel hebben, zijn honderden kapelletjes met de beeltenis van Onze-Lieve-Vrouw, maar ik zou voorstellen om onze vingers daar niet aan te verbranden.’

‘Ons Lief Vrouwke is bij mijn weten ook nooit in de Congo geweest,’ gaf onze leider ter overweging mee.

‘Wat wij ook ten overvloede hebben,’ hernam ik, ‘zijn standbeelden voor de helden en gesneuvelden van de wereldoorlogen.’

‘Kanonnenvoer voor stinkend rijke wapenproducenten,’ verduidelijkte onze leider.

Rik Van Looy

‘Wij hebben’, vervolgde ik, ‘hier en daar monumenten om de Boerenkrijg te herdenken. Wij hebben in Westerlo een standbeeld van graaf Henri de Merode – die van de bossen. In Bergom staat de Walenman, om de Kempense armoezaaiers te eren die in de Walen moesten gaan werken. In Olen staat het Boerke van Olen, in Arendonk de Teljoorlekker, in Gierle staat een beeld van Louis Neefs en op de Markt van Herentals staat er een van Rik Van Looy. In En dat is het zowat.’

Het werd stil onder onze parasol. Op onze voorhoofden vormden zich diepe rimpels. Men kan welhaast het zoemen van onze breinen horen.

‘Daar zijn we vet mee,’ vatte onze leider de wat gelaten stemming samen.

‘Kunnen we niet zelf een beeld van Leopold II maken en het daarna vernielen?’ opperde Jef Van Baelen die vroeger bakker was in Elsbroek. ‘Het moet geen groot beeld zijn.’.

‘In papier mâché zeker!’ lachte Fille Van Elsbroek die uit Balen komt het voorstel weg.

Fietsende dames

‘Zeg mannen, het is niet voor het een of het ander…’

Verbaasd draaiden onze hoofden naar de tafel van de fietsende dames.

De in turquoise koerstenue gestoken vrouw die het woord tot ons had gericht, kleurde dieprood onder onze plotse belangstelling.

‘Ja, zeg het maar,’ zei onze leider op alsnog milde toon.

‘Wij zijn eergisteren naar Antwerpen gefietst, langs het Albertkanaal. Op de Groenplaats stonden er wel vijf van die levende standbeelden, ge kent dat wel hé, die zo stokstijf stil staan en die een keer vriendelijk buigen als ge een halve euro in hun bakske legt. Met een baard en een kepie valt er misschien…’

De vrouw viel stil. Ze had zo te zien al geweldig spijt dat ze zich met ons probleem had bemoeid.

‘Mevrouw…,’ zei onze leider, en hij liet een betekenisvolle stilte.

Wij maakten ons al klaar om venijnig en giftig te lachen.

‘Dat is een geweldig idee!’

De vrouw liet een dermate diepe zucht van opluchting dat onze parasol bijna ging vliegen.

‘Ja hé! En ge kunt dan met die mens die voor standbeeld speelt afspreken dat ge hem met allerlei viezigheid moogt besmeuren en bestoken en ge kunt iedere dag naar een ander dorp gaan en ge komt zeker in het nieuws van de VTM.’

‘Jaja, mevrouw,’ kapte onze leider haar al te enthousiaste bemoeienis af, ‘de verdere uitwerking moogt ge aan ons overlaten. Louis, kunt gij deze middag nog naar Antwerpen rijden?’

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen