Niet Wilmès maar Lachaert, Coens en Bouchez nemen stokje over

Na de voorzitters van de oppositiepartijen SP.A en PS geven de voorzitters van de regeringspartijen Open VLD, MR en CD&V zichzelf de opdracht de huidige regering te versterken. Tegen de Nationale Feestdag moet een meerderheidsregering in de steigers staan.

Bart Brinckman

Actie vraagt om reactie. Het verslag van de socialistische partijvoorzitters Conner Rousseau en Paul Magnette van afgelopen maandag krijgt vandaag een vervolg. Niet premier Sophie Wilmès (MR) neemt het stokje over als formateur, wel de drie voorzitters van de drie resterende regeringspartijen: Joachim Coens (CD&V), Egbert Lachaert (Open VLD) en Georges-Louis Bouchez (MR). Het trio gaat op zoek naar partijen die de regering met nauwelijks 38 zetels kan versterken. Het uitgangspunt wordt een zo breed mogelijke meerderheid.

Rousseau en Magnette suggereerden een klassieke tripartite (71 zetels), met gedoogsteun vanuit het groene kamp. Algemeen wordt aangenomen dat het drietal in de eerste plaats de N-VA mee aan boord van de huidige regering wil krijgen. Vooral Open VLD en CD&V dringen daarop aan, de partijen zitten met de Vlaams-nationalisten ook in de Vlaamse regering. Samen beschikken ze over 62 zetels, ook een minderheidsregering. Ze rekenen voorts op de steun van de Franstalige christendemocraten (5 zetels), al is het lang niet zeker dat voorzitter Maxime Prévot hiervoor staat te springen.

Veto tegen socialistisch plan

In een mededeling bedankte het drietal samen met de premier voor het werk dat de socialistische voorzitters hebben verricht. ‘De regeringspartijen nemen er akte van dat het tijdens hun informatieronde niet mogelijk was onderhandelingen op te starten over de vorming van een nieuwe regering die de steun krijgt van een absolute meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De socialistische familie had een alternatief voorgesteld. Dat heeft niet de voorkeur van de betrokken partijen.’

De drie regeringspartijen hebben dus geen zin in het door de SP.A en PS gesuggereerde avontuur van een minderheidsregering, wat op zich een primeur was. Volgens Rousseau en Magnette bleef slechts hun optie over, zo niet kwamen er verkiezingen in het najaar. Het door Wilmès uitgestuurde trio gelooft daar niet in. Ze willen ‘bijkomende regeringspartners zoeken die zich willen aansluiten bij de huidige regeringspartijen om tot een parlementaire meerderheid te komen die een krachtdadig steun- en herstelbeleid zal voeren’.

Vraagtekens

In afwachting van een nieuwe regering voert Wilmès met haar minderheidsregering het coronabeleid verder uit en zal ze met de deelstaten een relanceplan uitwerken. Bouchez liet verstaan dat de nieuwe regering tegen de Nationale Feestdag, op 21 juli, een realiteit moet worden. Toch blijven er veel vraagtekens bij deze aanpak.

Zelfs met CDH en N-VA aan boord haalt deze constellatie geen meerderheid. De voortzetting van de Zweedse coalitie is bovendien niet echt conform de verkiezingsuitslag waar de vier partijen historisch veel slaag kregen. Tenslotte is het hoogst onzeker dat de socialisten of de groenen in een meerderheid met de N-VA willen stappen, laat staan dat ze vanuit de oppositie gedoogsteun geven. Of het moet zijn dat er op de stemmen van Vlaams Belang of de PVDA wordt gerekend, dat zou pas een verrassing van formaat zijn.

De regering heeft alleen bij het geven van vertrouwen een meerderheid (76 zetels) nodig. Al bestaat daarover discussie, onthoudingen kunnen voldoende zijn. Als de regering het vertrouwen niet krijgt, zijn verkiezingen onafwendbaar. Bij het concrete relancebeleid kan een minderheidsregering bij de diverse oppositiepartijen naargelang het voorstel om steun vragen.