Neemt de corona-epidemie in kracht af? Bereken het K-getal

Neemt de verspreiding van het coronavirus toe of dooft de epidemie langzaam uit? Wetenschappers ontwikkelen hele modellen om dat te bepalen. Zo leerden we de voorbije maanden het belangrijke R-getal kennen. Dat bepaalt aan hoeveel mensen één besmet persoon het virus doorgeeft. Maar het R-getal is een gemiddelde en zegt niks over de individuele superverspreiders. Om een echt goede voorspelling te doen, heb je ook het K-getal nodig dat bepaalt wat de rol is van de superverspreider. 

De voorbije maanden hielden virologen, epidemiologen en vaccinologen angstvallig het R-getal in het oog. Als een besmet persoon het virus doorgeeft aan één andere persoon, dan is de waarde van dat R-getal 1. Minder dan 1 betekent dus dat de epidemie uitdooft, meer dan 1 betekent dat de epidemie aan kracht wint. 

De opluchting was dan ook groot toen de R-waarde in België onder de 1 zakte en verder bleef dalen. "Maar eigenlijk zegt de R-waarde niet genoeg", zegt biostatisticus Niel Hens in Nieuwe feiten op Radio1. "De R-waarde is namelijk een gemiddelde. Even belangrijk zijn ook de gastheer en de omstandigheden. En dan heb je de K-waarde nodig."

De K-waarde en de superverspreider

"De K-waarde vertelt hoe het zit met superverspreiders", legt Hens uit. "Zo stelden we bijvoorbeeld bij het Sars1-virus vast dat 10 procent van de dragers 80 procent van de besmettingen veroorzaakten. De anderen verspreidden het virus niet of nauwelijks."

De K-waarde is afhankelijk van drie verschillende factoren:
- de eigenschappen van de gastheer
- het virus zelf en dan vooral hoe besmettelijk het is
- de omgevingsfactoren, buiten of binnen bijvoorbeeld

"Als je weet dat 90 procent van de besmette personen de ziekte niet of nauwelijks doorgeven, dan moet je dus achterhalen wie die 10 procent zijn die veel mensen besmetten", vertelt de biostatisticus. Dat blijkt niet zo simpel te zijn. Zo is nog niet zeker of bij superverspreiders eerder het gedrag of de persoonlijke eigenschappen doorslaggevend zijn. 

"Kunnen we de individuen die veel partikels uitscheiden terugvinden?", denkt Hens luidop. "We weten eigenlijk niet goed wat hun karakteristieken zijn. Maar er zijn wel al een paar uitbraken gedocumenteerd, in discotheken bijvoorbeeld. Binnen en veel mensen in de buurt. Dus dan weten we dat we dit soort situaties onder controle moeten houden."

Superverspreiders lokaliseren

Mochten we de superverspreiders kunnen identificeren, dan hoeven we niet meer met zijn allen in lockdown bij een heropflakkering van het coronavirus. "Dat klopt inderdaad", zucht Hens "maar er is nog niet genoeg inzicht om die te identificeren. En daarom is de aanpak van vandaag goed, want die beperkt de mogelijkheden van de superverspreiders."

Weinig contacten, een mondmasker dragen en geen grote aantallen mensen samen in een afgesloten ruimte is momenteel de beste manier om de superverspreiders tegen te gaan. Dat bevestigt Niel Hens nog maar eens: "Pas bij als er meer en meer inzichten komen, kan de aanpak misschien gerichter worden dan nu het geval is en kunnen er andere maatregelen versoepeld worden."

Meest gelezen