Direct naar artikelinhoud
DM ZaptAgnès Varda

‘Een spraakzaam, mollig, oud vrouwtje’, noemde cineaste en zachte cultrebel Agnès Varda zich

De Franse cineaste Agnès Varda overleed aan kanker.Beeld EPA

Dirk Leyman zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: de Franse filmregisseur Agnès Varda revisited

Als ik in Parijs ben, wandel ik door de straat van Agnès Varda (1928-2019). Het is een innemende straat, de Rue Daguerre, nabij het cimetière Montparnasse. Een tikje provinciaals bijna, met moedige, kleine neringen, voedingswinkels bij de vleet, een tweedehandsboekhandel en het mysterieuze hotel Télémaque. De straat paste als een handschoen bij de in Elsene geboren filmmaakster, die met La pointe courte (1954) mee de nouvelle vague inluidde en tot de laatste snik met vrolijke verwondering de wereld bekeek. “Een spraakzaam, mollig, oud vrouwtje”, noemt ze zich in Varda par Agnès (2019), haar filmtestament dat je niet zonder milde ontroering herbekijkt.

Ik koop een croissant in de boulangerie waar Varda placht te komen. Ik kijk naar de kazen in de etalage van Vacroux, ook haar vaste winkel. Dol op de bougainvilleaplanten van de plaatselijke fleuriste was ze, zo weet Le Parisien. Ze stouwde er haar beroemde roze huis, op nummer 86 mee vol. Van daaruit bedacht ze haar projecten en bestierde ze de filmcompagnie Ciné Tamaris, met zes medewerkers. Zie ik daar, glurend door de vitrages, op een van haar bureaus werkelijk het Oscar-beeldje staan dat ze ooit voor haar complete werk ontving? Het kan zomaar.

Zestig jaar lang werd de cineaste met het bloempotkapsel op handen gedragen in de Rue Daguerre, waarover ze in 1975 de documentaire Daguérrotypies draaide. Vanuit haar huis, met een negentig meter lange kabel, legde ze vast wat er gebeurde tussen de nummers 70 en 90. “Een buurtalbum, een archief voor archeo-sociologen van het jaar 2975”, typeerde ze de onderneming.

Systematisch dat onnavolgbare oeuvre van Varda recapituleren, het is een instant opmonterende bezigheid. Omdat je steeds weer die genereuze, nieuwsgierige sprankeling ontdekt. Varda – ooit gehuwd met de aan aids gestorven regisseur Jacques Démy - bewoog zich vrij en onvervaard tussen de genres. Van fotografie naar speelfilm, dan weer naar kortfilm of documentaire. Van Cléo de 5 à 7 (1962) via Les Plages d’Agnès (2008) tot natuurlijk Visages Villages (2017), die prachtige roadmovie door Frankrijk, die ze op haar 89ste met streetartist JR in een tot fotostudio omgebouwde camper ondernam. Varda bleef er tuk op “nieuwe gezichten te ontmoeten”. “Zodat ik niet in de gaten in mijn geheugen val.” 

De zachte cultrebel vond schoonheid in het onaanzienlijke. Zelfs in aardappelen, zoals in Les Glâneurs et la Glaneuse (2000), over de voedselsprokkelaars op het land. Hartvormige aardappelen groeiden, een tikje melig, uit tot haar symbool. En Agnès, die leidde ‘une vie hors compétition’, zoals chansonnier Vincent Delerm het in hommagenummer ‘Vie Varda’ fluistert. Binnenkort loop ik weer door haar straat. En maak ik een buiging voor dat wijze opdondertje van de Franse film.

Een still uit 'Visages Villages' van 2017.Beeld RV