Overal gevolgd, gefilmd en nu ook gemeten: burgers worden projectielen van controle

Deze week heropende Brussels Airport. Wat hierbij opviel: er was een extra controlepoort: de temperatuurmeter. Deze nieuwe vorm van controle is een bedreiging voor onze privacy, stelt de auteur en hij niet alleen. Volgens de Gegevensbeschermingsautoriteit bestaat “er momenteel geen wettelijke basis om met geavanceerde digitale technologieën de temperatuur te meten van personen die het luchthavengebouw willen betreden”. Het algehele gevoel bij bedrijven is blijkbaar dat privacy wegens corona eindelijk stevig moet wijken voor de gezondheid van hun werknemers, klanten en leveranciers.

opinie
Matthias Dobbelaere-Welvaert
De auteur is directeur en privacyactivist bij the Ministry of Privacy, en docent ‘Copyright and Mediarights’ aan de Erasmus Hogeschool Brussel. Zijn debuutboek over privacy verschijnt in december 2020 (Borgerhoff & Lamberigts).

Wordt het al wat warmer?

U voelt het vast ook wel aan: de Coronacrisis lijkt voorlopig bedwongen. We wagen ons weer in de frisse buitenlucht, vormen bubbels alsof we nooit anders deden, zitten nog steeds niet op bankjes - want dat mag nog niet van Pieter De Crem (CD&V) -, en bezoeken weer naar hartelust winkels en restaurants. 

De bijna 10.000 doden lijken een schim van een ver verleden. Zo getuigde de verkeerssituatie deze week, waar het Verkeerscentrum bijna de ene na de andere melding moest maken over omgevallen vrachtwagens en versperde autosnelwegen.

Kortom, het leven zoals we kennen - goed of slecht, u kiest zelf maar - herneemt zich stilaan weer. Men zou dan ook kunnen verwachten dat we niet alleen de Coronamaatregelen wat kunnen lossen, maar ook de uitgebouwde surveillance die de overheid en sommige bedrijven tijdens de volle crisis oplegden. Daar wringt het schoentje: we beperken niet, we breiden net uit. Waar we ons tijdens de crisis druk maakten over politiedrones die brave achteloze campingbewoners de schrik op het lijf joegen, of ANPR-camera’s die opeens werden ingeschakeld om bestuurders te betrappen die iéts te ver buiten hun domicilie reden, kijken we nu naar een nieuwe vorm van controle: de temperatuursurveillance. 

Temperatuurmeting

Glorie deze week op Brussels Airport. De vele journalisten daar aanwezig verdrongen elkaar om een beeld te kunnen nemen van de heropening van de luchthaven. Een heropening in mineur, want er viel nog weinig volk te bespeuren. Wat wél opviel: er was een extra controlepoort: de temperatuurmeter. 

U zegt? Een privébedrijf dat uw medische toestand wil controleren, dat kan toch niet? U heeft uiteraard gelijk. Brussels Airport - en dus eender welk privaat bedrijf, want er zijn er nog veel meer temperatuursloebers op de markt - mág helemaal niet uw temperatuur controleren bij een bezoek aan de luchthaven (en dus zeker niet wanneer technologie gelinkt wordt aan de meting zelf). De Gegevensbeschermingsautoriteit (de vernieuwde privacycommissie) liet woensdag in een persbericht weten dat zij met enige onrust het nieuws vernam van Brussels Airport in de pers. Men stelt een onderzoek in en ik citeer: “voor de GBA bestaat er momenteel geen wettelijke basis om met geavanceerde digitale technologieën de temperatuur te meten van personen die het luchthavengebouw willen betreden. Ze nam contact op met de luchthaven om dit systeem en de juridische onderbouwing ervan beter te begrijpen”. 

Het algehele gevoel bij bedrijven is dat privacy nu maar eens eindelijk stevig moet wijken voor de gezondheid van hun werknemers, klanten en leveranciers.

Het vergaat de GBA tegenwoordig wel meer dat ze geconfronteerd wordt met mogelijke privacyschandalen in de media. Ooit vond ik de privacycommissie maar een apathische bedoening, en toen het een jaar duurde vooraleer de nieuwe directie op post was, zag het er wederom niet goed uit. En toch, ze verdient een pluim voor haar activistische instelling de laatste weken en maanden.

De activistische instelling daargelaten, het boeit bedrijven meestal niet al te erg wat privacyjuristen of zelfs de GBA van hun projecten denken. Het algehele gevoel bij bedrijven is dat privacy nu maar eens eindelijk stevig moet wijken voor de gezondheid van hun werknemers, klanten en leveranciers. Misschien hebben zij wel gelijk, en zijn wij fout in onze zoektocht naar meer privacy, naar bescherming van rechten en vrijheden voor élke burger. 

Onze gezondheid is belangrijk, dat staat buiten kijf. Dat privébedrijven onze medische toestand niet te weten komen, lijkt me daarentegen ook wel vitaal. Moet uw werkgever straks weten dat u het een beetje warm heeft? Moeten luchthavens straks dokters optrommelen om u lijfelijk te onderzoeken van kop tot teen wanneer u de temperatuursurveillance niet met succes doorstaat? Mag een verzekeringskantoor straks haar klanten verplichten om een temperatuurmeter in te brengen, in een plaats naar keuze?

En indien u ja antwoordt op alle deze vragen: schrijft u me straks dan ook een mailtje met al uw medische akkefietjes?

(Niet echt doen: ik verteer dergelijke informatie niet zo makkelijk.)

Camera’s, maar “alleen om te tellen, meneer”

Temperatuurmeters zijn niet voldoende. Steden zoals Oostende, Knokke, maar evengoed meer democratisch binnenlands gelegen steden zoals Gent en andere implementeren nu een nieuwe vorm van controle: crowd control camera’s. De technologie varieert van aanbieder tot aanbieder, maar komt in wezen altijd op hetzelfde neer: een algoritme - een wiskundig model - berekent op basis van videobeelden hoeveel volk er door de straten flaneert, en wanneer de politie dan wel de brandweer moet oprukken om al dan niet spreekwoordelijke brandjes te blussen. 

We zijn met teveel in dit land. Zoveel is allang duidelijk. De vraag is of camera’s nu daadwerkelijk echt op elke hoek van de straat thuishoren, en hoe permanent dan wel tijdelijk deze crowd control camera’s wel echt zijn. Bij de Gentse Feesten bijvoorbeeld, werden ze tijdelijk al eerder gebruikt. Het verschil met de Gentse Feesten is dat je meestal erg goed weet wanneer ze voorbij zijn: dat kan je niet alleen zien, maar ook ruíken. Met COVID-19 is het echter erg onduidelijk: een tweede, potentieel derde, golf zit er altijd aan te komen. En is het niet dit vieze virus, dan wel een andere boude bacterie of volgend virus dat de noodzaak kan legitimeren om deze camera’s aan te houden. 

Ons arm Vlaanderen staat ondertussen niet alleen vol met beton, maar ook met camera’s allerhande

Het lijkt erop dat er nochtans al genoeg camera’s aanwezig zijn. Elke straat hangt tegenwoordig vol met slimme camera’s, een dystopie waar 1984 eerder bij verbleekt. Zo’n slimme camera komt in geuren en kleuren, en verdedigt waar nodig verschillende politieke voorkeuren: de één installeert hem voor de veiligheid, tegen terroristen en zware jongens, weet u wel. De andere is meer milieubewust, en heeft het niet erg op auto’s die de binnenstad komen vervuilen. Knips en LEZ’s, ze moeten ook worden gecontroleerd. Nog andere hangen de camera’s voor de verkeersveiligheid, er zijn immers ook zotten op de weg. Hoe het ook zij: al die politieke visies, en de complete wanorde in politieke bevoegdheden, zorgen ervoor dat ons arm Vlaanderen ondertussen niet alleen vol met beton staat, maar ook met camera’s allerhande. En dat mag wellicht gaan ophouden. Wanneer hebben we het niet alleen over een betonstop, maar over een camerastop? Wachten we tot de camera uw voordeur filmt, of uw huis reeds is binnengeslopen? 

Conclusie

Hoe streng mogen we zijn voor onze beleidsmakers en werkgevers? Moeten we ook niet met beetje mededogen de wilde ondoordachte acties van bovenstaande actoren beoordelen? Wellicht wel. 

Het is niet altijd even makkelijk om privacy te laten rijmen met onze gezondheid. Zo zag ik onlangs iemand klagen op Twitter - wat daarvoor het sociale medium bij uitstek is - dat zijn poetsbedrijf niet aan hem wou doorgeven of zijn poetshulp positief werd getest voor COVID-19, of net niet. Begrijpelijk, maar er is strikte privacywetgeving voor iets.

Misschien moeten we de emoties van burgemeesters en bedrijfsleiders ook op die manier bekijken: de meesten onder hen zullen privacy als ‘begrip’ wel waardevol vinden, maar ruilen toch telkens keer op keer comfort, veiligheid, milieu en dus nu ook gezondheid voor dat blijkbaar moeilijk concreet te maken ‘privacy.

Het grote probleem daarbij valt te voorspellen: als we privacy beschouwen als een spaarpot met 100 wisselcenten, en elke keer als we iets verkiezen boven onze privacy dus zo’n cent uitgeven, - u als wiskundig getalenteerde lezer heeft vast al het resultaat geraden -, dan houden we op een bepaald moment, jawel, een armzalige lege pot over.

En dan, vrees ik, wordt privacy wel heel snel een praktisch begrip, én vooral: gemis.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen