Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerspreiding virus

Ongevaarlijk? Door de lucht? Handen wassen? Drie kernbeweringen over corona gewogen

Relatieve drukte in Haarlem. Volgens de Nederlandse actiegroep Viruswaanzin is afstand houden nergens voor nodig.Beeld Arie Kievit

Anderhalve meter afstand houden, winkelwagentjes ontsmetten: nergens voor nodig. Volgens critici pakken overheden het coronavirus helemaal verkeerd aan. Hebben ze een punt? Drie kernbeweringen gewogen.

1. Het virus is helemaal niet zo gevaarlijk

Volgens de Centers of Disease Control, het Amerikaanse overheidsdienst voor Volksgezondheid, is de sterfte aan coronaziekte Covid-19 maar 0,26 procent. En dat is de bovengrens, zegt Willem Engel, oprichter van de Nederlandse actiegroep Viruswaanzin: “Het meest recente en beste onderzoek tot nu toe, uit Japan, komt uit op tussen de 0,05 en 0,12.” De seizoensgriep heeft een sterfte van rond de 0,1 procent.

Maar bij naspeuring blijkt dat ‘recente’ onderzoek een vroege schatting van de sterfte in Wuhan in januari en februari. De 0,26 procent die de groep noemt is afkomstig uit een instructie voor epidemiologen: in werkelijkheid omkleedt de CDC het getal met nuances en is de ‘beste schatting’ van de sterfte niet 0,26 maar 0,4 procent.

De onderzoeken geven intussen een steeds duidelijker beeld van het sterfterisico, zeker nu het met bloedonderzoek steeds beter lukt om in te schatten hoeveel mensen het virus hebben gehad. Die cijfers komen uit op een ziekte die vijf tot tien keer dodelijker is dan de griep: 0,5 procent overlijdt in Nederland; 0,7 procent in Frankrijk; 1 procent in Spanje en Brazilië. Ook in China pakt de sterfte hoger uit: 0,7 procent, volgens een gedetailleerde analyse in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet – waarbij 65-plussers een veel hogere overlijdensrisico hebben, van 5,6 procent.

Belangrijker dan de sterfte zijn echter andere verschillen met de seizoensgriep. De allerbelangrijkste: anders dan de seizoensgriep treft covid-19 haast iedereen, omdat haast niemand er nog weerstand tegen heeft. Op het oog kleine percentages vergroten daardoor uit tot enorme aantallen.

2. Het virus verspreidt zich door de lucht

De voornaamste verspreidingsroute van het virus, zo stelt Viruswaanzin, is niet zozeer via uitgehoeste of uitgeniesde druppels, maar binnenshuis, via ‘aerosolen’, minuscule luchtkernen die blijven zweven. Het gevolg: houd maar op met anderhalve meter afstand houden, goed ventileren is een veel beter idee.

Inderdaad zal geen wetenschapper betwisten dat het virus onder sommige omstandigheden vleugels krijgt. Bij studies in ziekenhuizen vonden wetenschappers restjes erfelijk materiaal van het virus op een ventilatierooster, op een gang en op het toilet. En bij een Amerikaanse laboratoriumexperiment wisten wetenschappers het virus drie uur lang te laten zweven, opgesloten in minuscule ‘aerosolen’.

Ook onomstreden – en al decennia bekend van andere luchtwegvirussen – is dat het virus geregeld toeslaat bij ‘superverspreidingen’ in bedompte après-skibars, restaurants of bij koren, plekken waar men de mond opent en zingt en zo het virus wellicht uit de keel lanceert. In een kerk in Frankfurt werden meer dan honderd baptisten ziek: ze hadden de handen gewassen en anderhalve meter afstand gehouden, maar wel gezongen. Een sterke aanwijzing dat zingen de afstandsregel teniet kan doen.

Maar de redenering van Engel – ventileer, en je bent van alle problemen af – houdt óók weer geen steek. Erfelijk materiaal vinden is nog wat anders dan infectieus virus aantonen. En echt ‘vliegende’ virussen, zoals mazelen, zijn veel besmettelijker dan corona: hun ‘verspreidingsgetal’ R ligt tussen de 12 en 18; dat van het covidvirus op 2 tot 3.

Bovendien verspreiden zwevende virussen zich anders, aldus hoogleraar virologie Louis Kroes (LUMC). “Waterpokken kan zich op een ziekenhuisafdeling over vele kamers verspreiden, zelfs al houd je de deuren dicht. Het gaat onder drempels door, zeggen we dan. Dat soort bizar gedrag hebben we bij luchtwegvirussen nooit opgemerkt.”

Dat luchtverversing belangrijk is, ontkent niemand. Anderzijds vergt het weinig verbeelding dat het van dichtbij inademen van uitgehoest of -geniest keelvocht van iemand anders niet erg bevorderlijk is voor de gezondheid. Afstand houden – één, anderhalve of twee meter, de regel verschilt per land – is daarom zelfs met boerenverstand nuttig.

Dat geldt zelfs áls het virus voortdurend zou wegwolken in aerosolen. In de Scientific American vergelijkt Benjamin Cowling van de Universiteit van Hongkong het met sigarettenrook. “Ook aerosolen verspreiden zich als een wolk rondom een persoon, met de grootste concentratie dichtbij de roker en minder als je verder weg bent.”

3. Handen wassen en oppervlaktes reinigen is niet nodig

Als het virus zich dan toch haast alleen maar via de lucht verspreidt bij zogenoemde ‘superverspreidingen’, kunnen we natuurlijk ook wel weer handen schudden, elkaar vasthouden en ophouden met dat manisch gepoets van betaalautomaten, winkelwagentjes en deurklinken, toch? Op oppervlaktes overleeft het virus toch niet, zegt Engel. “Dat je besmet raakt via het winkelwagentje is echt uitgesloten.”

Dat is half waar. Inderdaad heeft het virus een gastheer nodig om te overleven; zeker in ultraviolet licht wordt het snel afgebroken. De Europese gezondheidsdienst ECDC wijst erop dat er tot dusver geen enkel geval van overdracht via oppervlaktes wetenschappelijk is geboekstaafd.

Stoppen met schoonmaken dus maar? Dat is ook weer zoiets. Op plastic en roestvrij staal is de hoeveelheid virus pas na zes uur gehalveerd, blijkt uit laboratoriumexperimenten. En er zijn gevallen waarbij verspreiding via oppervlaktes erg aannemelijk lijkt. In de Chinese stad Wenzhou besmette een kantoormedewerker die in Wuhan was geweest tientallen winkelende klanten in een supermarkt elders in het gebouw: hun enige contact was indirect, via de knopjes van de lift en gezamenlijke deurklinken.

En anders ligt het voor handen – die warme, vochtige dingen waarin we soms hoesten en niezen, en waarmee we aan neus, lippen en ogen zitten. Niet verwonderlijk dat uit talloze studies blijkt dat handhygiëne de overdracht van luchtwegvirussen zoals griep en verkoudheid danig afremt.